Bulldozer is zijn bijnaam. Die kreeg hij toen hij nog voetbalde, bij de UEFA’s van Tongeren, hij stopte ermee toen hij ?de vrouw leerde kennen.” En bulldozer noemen ze nu ook de wielertoerist Johnny Grosemans. ?Omdat ik nooit afgeef.” Beresterk. ?De kracht in mijn benen, daar ben ik in Tongeren om bekend.”
Acht jaar geleden staakte hij het zaalvoetballen omdat hij met gescheurde gewrichtsbanden alleen maar de blessures zou opstapelen. Hij begon te fietsen. De mannen van de club waren dubbel zo oud maar reden hard, hij volgde ze ?met mijn tong op mijn knieën.” Daar trad vlug verandering in op. Johnny ging harder trainen, kocht zich een betere fiets ; bij de geboorte van zijn zoontje, vier en een half jaar geleden, zelfs een echte Merckx-fiets van tachtigduizend frank. Een paar clubmaats hebben de pest in omdat Johnny, als jongere renner, hen vloert. Dat geeft soms woordenwisselingen. Maar Johnny is daar kategoriek in. ?Als zij de spurt niet aantrekken, hoef ik niet mee te doen. Maar zij beginnen en ik laat me niet kloppen door iemand van vijftig jaar. Ze zouden me nogal uitlachen.”
Ze lachen er anders niet mee, bij de club- Steegmans. Stoppen onderweg ? Geen sprake van. In de streek weten ze : ?de mannen van Steegmans, die vlammen.” Gemiddelden van 33, 34 kilometer per uur op de tochten door de Kempen ; 30, 31 als ze de heuvels van de Voerstreek inrijden. De professionele aanpak. Enkele mannen doen triatlons. Het niveau gaat omhoog, ?die gasten leven gelijk echte coureurs.” Zelf schafte Johnny zich ook een hartslagmeter aan. Negenduizend kilometer staan er in 1995 op de teller, het jaar daarvoor schoven zelfs zestienduizend kilometer onder de wielen.”
Een hobby, beslist geen obsessie. ?Bij slecht weer blijf ik thuis bij de vrouw.” Dan hangt Johnny voor televisie. ?Een tv-manneke, ik kijk naar alles. We hebben zelfs tv in de keuken. Doen we de afwas, terwijl we naar ?Mooi en medogenloos” zien.” En op vakantie, elk jaar met de caravan voor een maand naar Spanje, gaat de Merckx-fiets niet mee. Te veel stof in Spanje en, vooral, te veel angst dat ze hem zouden stelen. De mountainbike reist mee en dient om boodschappen te doen en af en toe een uitstap, maar op het gemak. Een maniak van het buitenland is Johnny als wielertoerist niet. België biedt wegen genoeg. Alleen Milaan-Sanremo staat op de verlanglijst.
In de winter draait hij het fietsen helemaal op een laag pitje. Dan viert Johnny carnaval. In 1994 werd zijn vader ?in zijn gekke jaren ” nog prins carnaval van Tongeren. Zelf was hij jeugdprins in 1971, zijn broer jeugdprins in 1978, zijn andere broer ridder ?die werd ziek op de wagen” , zijn dochter Wendy van zeven heeft zich aangesloten bij de dansmariekes. ?Het zit in de familie. Als de kinderen thuis muziek opzetten, dan is dat allemaal carnaval. Dan gaat het de hele dag van alaaf.”
Een gelukkig man noemt hij zich en zonder aarzeling. Goed, hij heeft de sportschool niet afgemaakt, hij zei ?ik gooi de boel daar” en ging bij zijn vader in de bouw werken. En nadien beroepsmilitair. Eerst als garçon in de keuken, vuil werk. Maar nu ?vertrek ik met een plastronske en kom ik thuis met een plastronske. Mijn moeder zegt : gij hebt het verder gebracht dan iemand met een diploma.” Plus, een middelgrote wagen en een mooi huis. Met dank aan de schoonouders, zijn vrouw is enig kind. Johnny profiteert van het leven, kan iedereen betalen en nog wat opzij zetten voor later. ?Ik mag niet klagen.”
B.H.