De Kroonraad van Knack bestaat uit Mark Eyskens, Paul Muys, Jacques Rogge en Etienne Vermeersch. Hij wordt geraadpleegd over uitzonderlijke omstandigheden.
Mijnheer Eyskens, laten we deze zitting van “De Kroonraad” beginnen met het rapport van het Internationaal Monetair Fonds, dat nogal gunstig is voor de regering-Dehaene.
MARK EYSKENS : Ik ben biezonder verheugd over dat rapport, een beetje uit ijdelheid, omdat ik zonder er kennis van te hebben in de kamer ongeveer hetzelfde heb gezegd. De werkloosheid in België is natuurlijk zeer hoog, en ik begrijp de ongerustheid van veel mensen. Ik lees op de omslag van Knack : “De fabriek is failliet. ” Maar men mag bij al dat pessimisme toch niet vergeten dat in België nog altijd banen worden geschapen. De jongste twintig jaar zelfs vrij veel. Alleen is dat onvoldoende gebleken om de doorstroming naar de arbeidsmarkt van vrouwen en jongeren op te vangen.
Ik ben geen voorstander van een voortgezette loonstop. Ik denk dat, gezien de zwakke konsumptie, er absoluut nieuwe perspektieven moeten gecreëerd worden bij de konsumenten. Er moeten daarbij enkele strukturele maatregelen getroffen worden. Zo zou ik de sektoriële kollektieve arbeidsovereenkomsten vrij maken. Nu worden die door de minister van Arbeid bij koninklijk besluit verplicht opgedrongen aan iedereen. En in elke sektor zie je een steeds groter aantal ondernemingen die de CAO’s niet meer kunnen uitvoeren. Die komen in moeilijkheden, moeten personeel afdanken en gaan overkop. Ik noem dat “het juk van de verplicht gemaakte CAO’s” en ik heb het in de kamer over een loonkartel gehad. Tot boosheid van de socialisten, maar ik denk dat ze ongelijk hebben. De loonvorming moet flexibeler zijn. En voorts denk ik dat de werkgeversbijdrage in de sociale zekerheid in aanzienlijke mate moet verminderen.
Dat brengt ons bij de hervorming van de sociale zekerheid die voor nieuwjaar op papier moest staan. Het IMF dringt daar ook op aan.
EYSKENS : Met genoegen stel ik vast dat het IMF over modernizering spreekt, de term die minister van Begroting Herman Van Rompuy in de kamer heeft gebruikt en waarop de socialisten ook negatief hebben gereageerd. Voor mij moet die modernizering uitgaan van drie essentiële principes.
De sociale zekerheid moet sociaal blijven, een systeem van solidariteit met de minst bedeelden. Ten tweede mag een modernizering niet leiden tot een verhoging van de armoede. Die bedraagt nu ongeveer zes procent van de bevolking. We moeten dat cijfer doen dalen, het mag in geen geval stijgen. Ten derde vind ik dat je de mensen die het geluk hebben een baan te hebben en op redelijke wijze hun kost te verdienen, gedeeltelijk en geleidelijk uit het verplicht kollektief systeem moet lichten. Zoals ik de CAO’s te verplichtend vind voor alle ondernemingen, vind ik de RSZ te verplichtend voor alle individuen.
Maar ik voeg er onmiddellijk aan toe en dat is het grote verschil tussen mijn standpunt en dat van de liberalen dat je de mensen die je uit het systeem licht en naar de verzekeringsmarkt stuurt, solidair moet houden met de anderen die nog in het systeem zitten. Je moet die dus verder bijdragen doen betalen, maar voor zichzelf betalen ze premies naargelang van de risico’s die ze willen dekken. In Nederland, in de ziekteverzekering, is het zo ver. Daar is al veertig procent van de bevolking uit het verplicht systeem gelicht. Als je dat doet, kan je tientallen miljarden besparen. Dat kan trouwens ook nog op andere manieren. De sociale zekerheid slaat op duizend vijfhonderd miljard. Is het overdreven te stellen dat je door een betere organizatie tien procent op dat bedrag kan besparen ? Dat is honderd vijftig miljard, daarmee kan je al iets ondernemen, nietwaar ?
In Le Soir heeft PS-voorzitter Philippe Busquin duidelijk laten verstaan dat de PS haar veto stelt tegen een hervorming van de sociale zekerheid. Hij wil een hervorming van de fiskaliteit.
EYSKENS : Maar welke fiskaliteit ? Het IMF stelt ook dat we de fiskale druk best niet meer verhogen. Ik heb geen onoverkomelijke bezwaren tegen een zogenaamde algemene sociale bijdrage op alle inkomens, maar het probleem zit hem aan de uitgavenzijde. Zowel in het RSZ-stelsel als in de begrotingsuitgaven. Ik vind mijnheer Busquin een fijne man met wie ik de beste relaties heb, maar ik krijg de indruk dat de Waalse socialisten steeds meer ongelukkig zijn en in onvrede leven met het EMU-beleid van de regering. Zij vinden dat we te veel opofferen voor ons toelatingseksamen in de EMU, waar Jean-Luc Dehaene zich mee geïdentificeerd heeft. Mijns inziens heeft de premier daarin overschot van gelijk. Wij kunnen ons niet veroorloven niet in die muntunie te worden opgenomen. Maar dat zal de eerstkomende jaren nog de nodige offers vergen en ik vraag mij af of de Waalse socialisten dat niet liever vanuit de oppositie zouden aanzien. Vergeet niet dat de PS altijd sterk beïnvloed wordt door wat in Frankrijk gebeurt, en daar staat het land op dit moment in rep en roer tegen de besparingsplannen van een rechtse regering. Ik vermoed dat ook bij ons veel socialisten liever vanuit de oppositie zouden schieten op een rechtse regering die de maatregelen neemt die moeten genomen worden. Dat zou hen meer stemmen opleveren dan wanneer ze mee verantwoordelijk zijn voor een reeks onpopulaire beslissingen. En pas op : de begroting ’96 hebben we de voorbije week goedgekeurd met een tekort van drie procent. Maar de Europese Kommissie heeft duidelijk gesteld dat we in ’97 weer stijgen naar 3,5 procent indien er geen nieuwe ingrepen komen. Dus we zijn nog lang niet uit de tunnel.
Voor de PS is de oppositie in deze besparingstijden komfortabeler, zegt u. Bestaat die neiging ook bij de Vlaamse socialisten ?
EYSKENS : Ik heb de indruk dat ze ook wat zenuwachtig zijn, maar dat uit zich op een andere manier. Niet in het ekonomisch-sociale debat, maar zij houden zich bezig met belijdenispolitiek, met openbare biecht, in wat we de etische domeinen zullen noemen. Die ontboezemingen van minister Colla en zijn kollega Vande Lanotte irriteren de CVP. Dat wisten de beide SP-ministers trouwens goed genoeg bij voorbaat, want ze kennen toch het regeerakkoord. Het is dus welbewust. En over die houding stellen wij ons in onze partij vragen. Wij hebben de indruk dat de socialisten of in elk geval : sommige socialisten veeleer opteren voor afhaken dan voor doorzetten.
Wat denkt u van die “outing” van Colla en Vande Lanotte ? Politici schermen vaak met hun recht op privacy, hebben zij ook een plicht tot privacy ?
EYSKENS : Ik vind die verklaringen een vorm van exhibitionisme. Zij stellen hun privé-leven tentoon om er politieke munt uit te slaan, om er het beleid terzake mee te beïnvloeden. Ik spreek zeker geen oordeel uit over de dramatische belevenissen van mijnheer Colla met zijn moeder, verre van. Maar ik vind het niet opportuun om zoiets naar buiten te brengen. Ik vind dat een beetje ontheiligend.
Minister van Justitie Stefaan De Clerck heeft deze week twee professoren, Fijnaut en Verstraeten, de opdracht gegeven om het Bende-onderzoek te onderzoeken. Een merkwaardig initiatief.
EYSKENS : Ik denk dat De Clerck dat goed heeft aangepakt. Je kan zo een onderzoek moeilijk laten uitvoeren door magistraten die dan hun kollega’s moeten beoordelen. Specialisten in het strafrecht inschakelen lijkt mij een goede beslissing. We moeten nu natuurlijk afwachten wat het resultaat van hun werk zal zijn. Het is een Hercules-taak om een dossier van vierhonderdduizend bladzijden te gaan evalueren, maar ik vind het een interessant en waardevol experiment. We zitten nu eenmaal met een vreemd en zeer tragisch dossier.
Maar hebben die professoren genoeg middelen ? Hebben zij de mogelijkheid om mensen te ondervragen ? Melchior Wathelet, bijvoorbeeld.
EYSKENS : Mochten zij vinden dat een gesprek met Wathelet noodzakelijk is, dan denk ik niet dat hij het zich kan veroorloven om dat te weigeren. Ik zie trouwens niet in waarom hij het zou weigeren. Nee, ik deel de kritiek op minister De Clerck niet. Zeker niet de wat demagogische uitval van mijnheer Landuyt. Ik denk dat De Clerck bezig is om in goede samenwerking met het kollege van prokureurs-generaal de vertrouwensband met de magistratuur te herstellen. En dat is zeer nodig in de rechtsstaat.
De voorbije week was er op het paleis in Brussel de plechtige uitreiking van de Grote Prijs de Nederlandse Letteren aan Harry Mulisch. Bent u een Mulisch-liefhebber ?
EYSKENS : Absoluut. Ik heb hem een paar keer ontmoet en heb hem leren kennen als een fijne kerel. Ik ben een jaar jury-voorzitter geweest van de Ako-prijs, en toen ging het uiteindelijk tussen Mulisch en Marcel Möring. Het heeft toen maar een haartje gescheeld of Mulisch had ook de Ako-prijs gekregen. Ik denk spontaan aan “De ontdekking van de hemel”, een schitterend boek dat ik in één ruk heb uitgelezen. Mulisch is een schrijver met een kolossaal talent. Een veelzijdig man die geweldig veel weet. Ook op wetenschappelijk gebied, omdat hij uit de positieve wetenschappen komt. Ik heb voor hem een zeer grote bewondering en beschouw hem als de glorie van de Nederlandse letteren. Misschien een tikje zelfbewust, maar dat vind ik niet abnormaal. Hij kan toch moeilijk zijn eigen sukses ontkennen.
Heeft u het interview met prinses Diana bekeken ?
EYSKENS : Zeker. Ik vond het beter dan ik gevreesd had. Ze komt nogal openhartig over en ze oogt natuurlijk niet onaardig. Ik heb ooit het genoegen gesmaakt naast haar te zitten op een diner in Buckingham Palace jaren geleden. Een aantrekkelijk meisje, nietwaar ? Maar ik zeg u in alle duidelijkheid : zij is niet geschikt om de vrouw te zijn van een staatshoofd. Daarvoor mist ze het weerstandsvermogen en, eerlijk gezegd, ook het intellektuele vermogen. Dat bleek ook zonneklaar uit al wat ze in het interview vertelde over haar eigen ervaringen aan het hof : haar complexen, haar boulimie en noem maar op.
Het belangrijkste punt in de internationale aktualiteit was het vredesakkoord over Bosnië. Zal dat werkbaar zijn op het terrein ?
EYSKENS : Ik durf hopen van wel. Er is vanuit Europa zeer kritisch op het akkoord gereageerd, maar ik heb hier al betoogd dat de Europeanen in deze zaak alleen maar aan zelfkritiek mogen doen. Het is ongehoord dat een zo vreselijk konflikt dat in het hart van Europa heeft plaatsgevonden, wordt beslecht in Dayton-Ohio. Wat een afgang voor de Europese Unie. Wij zitten onze grote intergoevernementele konferentie over het Europese buitenlands beleid voor te bereiden, maar wat is dat voor een holle retoriek, vergeleken bij wat de Amerikanen doen. Die hebben met Richard Holbrooke een kolossale diplomaat ingezet die alle metoden van Von Clausewitz heeft gebruikt : diplomatieke oorlogvoering, chantage, dreigementen, handigheid, vleierij, grote beloften… alles. En met sukses, ik neem mijn hoed af voor die man.
Nu, het is een broze vrede. Op het terrein niet echt rechtvaardig want de agressoren krijgen een premie. Maar indien de Navo haar verantwoordelijkheid opneemt en zestigduizend manschappen inzet, ontstaat een heel interessant experiment. Want dan gaan we voor het eerst over van peace-keeping naar peace-making. Voor de evolutie van het internationaal recht en de internationale politiek is dat een belangrijke stap hogerop. De wereldgemeenschap gaat daar de vrede opleggen, met een biezonder talrijke macht van tot de tanden gewapende soldaten die beschikken over de modernste wapens.
Er bestaat een gevaar dat sommige groepen die deze vrede helemaal niet willen, ik denk onder meer aan Radovan Karadzic en trawanten, zullen pogen om wat guerrilla te voeren, maar ik denk niet dat zij dat ver zullen drijven. Ze weten goed dat als zij de wapens opnemen, de Navo hen zonder genade zal platbombarderen. Die luchtaanvallen blijven letterlijk als een zwaard van Damocles zweven boven de vijandige partijen in Bosnië.
De embargo’s tegen Klein-Joegoslavië en Bosnië zijn meteen opgeheven. Het handelsembargo meteen, het wapenembargo in schuifjes. Is dat niet wat al te vroeg ?
EYSKENS : Wat het wapenembargo betreft wel. Het is niet alleen vroeg, het is ook erg cynisch en volgens mij niet zonder gevaar. Ik weet wel : in de praktijk was dat embargo zo lek als een zeef en in feite wordt alleen een bestaande toestand bevestigd. Maar toch keur ik het af. Dat het handelsembargo tegen de Serviërs onmiddellijk is opgeheven, keur ik goed. Het is uiteraard de prijs die te betalen viel aan president Milosevic, die de voorbije maanden toch wel wat heeft rechtgetrokken wat hem betreft, en die in positieve zin zwaar op de onderhandelingen heeft gewogen. Voor zijn eigen bevolking werd de situatie ook stilaan dramatisch. Het is dus niet meer dan logisch dat hij met een trofee naar huis terugkeert.
Koen Meulenaere