Komt er door de klimaatverandering binnenkort geen water meer uit de kraan? Ach, drinkwater genoeg, sust de Vlaamse drinkwatersector. Nu wel, ja. Maar op termijn krijgen we ernstige problemen, waarschuwt Kristine Walraevens, professor in de hydrogeologie. Vindt u afvalwater drinken een vies idee? Wen er maar aan. Sommigen van u doen het al.

Een paar weken geleden stond half Vlaanderen nog te hozen, maar dat wil nog niet zeggen dat we ook over veel drinkwatervoorraden beschikken. Uit het Water Indicators Report van de Europese Unie uit 2010 blijkt dat de waterbeschikbaarheid per inwoner in België en zeker in Vlaanderen tot de laagste van Europa behoort.

De oorzaken zijn bekend: Vlaanderen is dichtbevolkt en volgebouwd. De verharde oppervlakte zorgt ervoor dat het water niet opgenomen wordt in de grond, waardoor de grondwatervoorraden niet altijd voldoende worden aangevuld. De bevolkingsdichtheid zorgt ervoor dat we met velen behoefte hebben aan hetzelfde water. Niet alleen als drinkwater, maar ook voor de scheepvaart, de landbouw of als koelwater voor de industrie.

De drinkwatersector in Vlaanderen haalt nu voor ongeveer de helft van zijn water uit oppervlaktewater en de andere helft uit grondwater. De milieubeweging waarschuwt al langer voor de gevaren van die grondwaterwinningen. Die hebben volgens haar grote gevolgen voor de ecosystemen in die gebieden. Op verscheidene plaatsen in Vlaanderen is er nu immers al sprake van een verdroging, een tekort aan grondwater dus. Daarbij wordt vaak met een beschuldigende vinger naar de drinkwatersector gewezen.

Maar professor hydrogeologie Kristine Walraevens, verbonden aan de Universiteit Gent, is genuanceerder. Ze werkte mee aan een recent rapport van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten (KVAB) over de problematiek van verdroging in Vlaanderen. ‘De toestand is op dit moment niet perfect, maar hij zou slechter kunnen zijn’, aldus Walraevens. ‘Waterwinning voor drinkwater speelt uiteraard een rol in het verdrogingsverhaal, maar de meeste van onze openbare watermaatschappijen halen grondwater uit aquifers (ondergrondse waterbassins, nvdr. ) met een betere draagkracht. Daar heeft de overheid met haar strenge vergunningenbeleid voor gezorgd.’

Dat is goed voor het milieu, maar het heeft volgens professor Walraevens wel een dubbel effect voor de watermaatschappijen. ‘De aquifers die al met verdroging kampen, zijn half afgesloten aquifers: ze zijn bedekt met een kleilaag. Ze worden ook gevoed doorheen die laag, en dat gaat heel langzaam. Nu, onze openbare drinkwaterwinning gebeurt voornamelijk in niet-afgesloten lagen. Die worden makkelijker gevoed. Maar het probleem is dat ze ook rechtstreeks afhankelijk zijn van seizoensfluctuaties. Ze worden normaal gezien sneller aangevuld, maar als het wat tegenzit met het weer, dan zijn die nu net de meest kwetsbare.’

En daar zit volgens haar ook meteen het gevaar. ‘Over wat de klimaatverandering allemaal zal inhouden, bestaan tal van theorieën en discussies. Maar wat wél zeker te verwachten valt, is dat we meer met extremen te maken zullen krijgen: extreem droge periodes en extreem natte periodes. En alle twee zorgen ze voor problemen. Een periode van extreme neerslag zorgt voor overstromingen, waarbij er ook vervuild water verspreid wordt. Maar voor de grondwaterreserves zijn de droge perio-des het grootste probleem. We zien nu al dat er in droge periodes problemen zijn met de drinkwaterproductie. En we mogen verwachten dat dit nog zal verergeren. In drogere periodes is er ook meer vraag naar leidingwater, waardoor ook de productie nog zal moeten toenemen. En dan komen we in een vicieuze cirkel terecht.’

Kwalitatief probleem

De klimaatverandering zal niet alleen zorgen voor een daling van de watertafel, waardoor er op termijn een kwantitatief probleem kan zijn. De verandering zal ook gevolgen hebben voor de kwaliteit van het grondwater, meent professor Wal-raevens. ‘Bij overexploitatie zul je dieper moeten gaan om nog water te vinden. Maar naarmate je dieper gaat, wordt het water zouter. Je hoeft dus helemaal niet aan de kust te zitten om een geleidelijke stijging van het zoutgehalte te krijgen. Dat wordt een serieus probleem.’

De daling van de watertafel zorgt er bovendien ook voor dat lucht de waterhoudende laag binnendringt. ‘Sommige stoffen in de lagen, vooral de sulfiden, kunnen oxideren wanneer ze in contact komen met lucht. En dan worden die sulfiden omgezet in sulfaat en zuur, die schadelijk kunnen zijn. Ook het ijzergehalte en de hardheid van het water kunnen daardoor stijgen. Dat fenomeen hebben we in het verleden al gezien. Sommige grondwaterwinningen zijn daardoor al gedwongen afgebouwd. Met de klimaatverandering bestaat de kans dat dit op veel grotere schaal zal voorkomen.’

De geruststellende berichten vanuit de watersector, ‘dat alles onder controle is’, zijn correct op korte termijn, geeft Walraevens toe. ‘Maar op langere termijn zitten we wel degelijk met een ernstig probleem.’

Dat geldt trouwens niet alleen voor grondwater. Ook de beschikbaarheid van oppervlaktewater in Vlaanderen is momenteel al vrij laag. En dat zal er wellicht niet beter op worden. Al in 2007 berekende de Climate Change Impact Analysis-studie van de Europese Commissie dat er de komende jaren aanzienlijk minder water in onze rivieren en waterlopen zal stromen. Vooral de Schelde en het Maasbekken zullen de gevolgen van de klimaatveranderingen zwaar voelen. De studie voorspelt laagwaterproblemen en een verminderde waterkwaliteit, onder andere door de vele overstromingen. En laat nu net dat de oppervlaktewateren zijn waar onze drinkwatersector zich het meest op concentreert.

Grondwater bijvullen

De sector is zich ook bewust van het probleem, en is zelf al op zoek gegaan naar alternatieven. Eén daarvan is het project van de Intercommunale Watermaatschappij Veurne-Ambacht (IWVA) in de duinen van Sint-André, op de grens van Oostduinkerke en Koksijde.

‘We moesten wel op zoek naar een alternatief’, legt Johan Verbauwhede, algemeen directeur van de IWVA, uit. ‘We hadden te maken met een lichte stijging van het zoutgehalte in de waterwinning, en we merkten dat onze duinenecosystemen in het gedrang kwamen.’

In de nabijgelegen polder was niet meteen een nieuwe bron te vinden, dus gooide IWVA het over een andere boeg. ‘We zagen dat waterzuiveraar Aquafin hier gezuiverd afvalwater in het kanaal loosde, en dat het gezuiverde water van hier in zee stroomde. Toen kwamen we op het idee om dat water te gebruiken om ons grondwater aan te vullen. Door het gezuiverde afvalwater nog verder te zuiveren, krijgen we gedemineraliseerd water – ultrazuiver water zeg maar -, en dat gieten we in een grote plas in de duinen. Het water infiltreert in de ondergrond, waar het op natuurlijke wijze verder gezuiverd wordt en zich vermengt met het al aanwezige grondwater. Dat grondwater wordt vervolgens weer opgepompt als ruw water om er drinkwater van te maken.’

Het drinkwater dat IWVA verspreidt, bestaat nu uit ongeveer twee derden hergebruikt water en een derde zuiver grondwater. Het hergebruikte water is zuiverder, heeft een heldere kleur en zorgt ervoor dat het mengwater ook helderder en zachter is. ‘Onze klanten zijn in elk geval tevreden’, zegt Verbauwhede. ‘Natuurlijk waren er eerst heel wat vragen. Het gaat hier om drinkwater dat via via afkomstig is uit afvalwater. Maar wij hebben daar altijd openlijk over gecommuniceerd. Iedereen hier heeft de evolutie kunnen volgen. We zijn met dit pilootproject gestart in 2002, en sinds de start ervan hebben we het aantal kraantjeswaterdrinkers zien stijgen: van 45 procent voordien tot 64 procent nu. Uit onze tevredenheidsenquêtes blijkt dat de klanten het water nu beter, zachter en lekkerder vinden dan voordien.’

Het project speelt bovendien goed in op de typische problemen die kustgemeenten hebben. Verbauwhede: ‘Onze vraag naar drinkwater is heel afhankelijk van het toeristische seizoen. In de zomer hebben we meer toeristen aan de kust, en dus meer vraag naar drinkwater. Maar tegelijkertijd hebben we ook meer afvalwater, wat dus betekent dat er meer aangevuld kan worden. De balans is dus in evenwicht.’

Cruciaal in het proces is wel de extra zuivering van het gezuiverde afvalwater. Het water komt al uit het waterzuiveringsstation van Aquafin in Wulpen. Daarna wordt het bij IWVA zelf nog eens extra gezuiverd. ‘Je moet natuurlijk zeker zijn dat alles veilig is’, zegt Verbauwhede uit. ‘Wij gebruiken daarvoor de techniek van de omgekeerde osmose, en hebben ook een aantal veiligheden ingebouwd. Grondwater is heel broos. Als je vervuild water laat binnensijpelen, heb je voor lange tijd problemen. Dat moeten we dus absoluut vermijden.’

De techniek die IWVA toepast, is duurder dan de gewone grondwaterwinning. Maar volgens Verbauwhede voelen de klanten dat niet meteen. ‘Onze prijzen zijn nog altijd competitief. Bovendien zijn de klanten nu veel meer tevreden over de kwaliteit van het water.’

Verbauwhede kreeg al delegaties uit Singapore, Australië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk over de vloer. Stuk voor stuk zijn ze geïnteresseerd in de techniek. Dat is volgens professor Kristine Walraevens niet echt verwonderlijk. ‘De drinkwatersector wereldwijd ziet de uitdagingen van de klimaatveranderingen en moet op zoek naar alternatieven. Grondwater zomaar blijven oppompen is geen optie, want dan maak je het verdrogingsproces nog erger. Maar grondwaterwinningen volledig afbouwen, is ook geen goed plan. Want oppervlaktewater is veel gevoeliger voor onmiddellijke vervuiling. Wat IWVA doet, is grondwater oppompen, maar de grondwaterlaag daarna bijvullen met gerecycleerd afvalwater. Op die manier sluiten ze de watercyclus. De klimaatverandering zal leiden tot een sterke daling van de watertafel. We kunnen geen water bijmaken, dus moeten we gaan hergebruiken – wat IWVA doet. En daar moeten we in de toekomst meer naartoe.’

DOOR CATHY GALLE

‘De klanten zijn nu veel meer tevreden over de kwaliteit van het water.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content