‘Ik wil mijn eigen koers varen’

'Alles wat enigszins verkeerd uitgelegd kan worden, zullen onze tegenstanders ook verkeerd proberen uit te leggen.' © YANN BERTRAND

Ondanks de bikkelharde concurrentie van N-VA wil voorzitter Gwendolyn Rutten vooral haar eigen verhaal vertellen. Knack stapte enkele weken mee met Vlaanderens enige vrouwelijke partijvoorzitter. ‘We moeten als burger af van het idee dat de staat alles voor ons zal doen.’

‘Ik snap niet waar die journalisten dat allemaal vandaan halen. Wij zitten niet met de handen in het haar.’ Gwendolyn Rutten kan haar verbazing nauwelijks bedwingen.

Het hoofdkwartier in de Melsensstraat baadt die namiddag in het zonlicht. We bevinden ons op het bureau van voorzitter Gwendolyn Rutten, twee dagen voor het grote liberale verkiezingscongres. De krantenkoppen laten die ochtend weinig aan de verbeelding over. Open VLD wacht met bang hart op verdere kamikazeacties van Karel De Gucht, lezen we in De Morgen. ‘Daar klopt dus echt niets van’, zegt Rutten hoofdschuddend. ‘Ik geloof echt dat die journalisten te goeder trouw zijn, maar de dingen die ze schrijven staan soms zó ver van de realiteit. Ik herken me zelden in wat over ons geschreven wordt. Wij zijn niet bang. We hebben geen enkele reden om bang te zijn.’

Nochtans, zo zou je denken, heeft Open VLD enkele dagen voor haar grote verkiezingscongres de nodige redenen om bezorgd te zijn. De breed uitgesponnen bonje tussen Europees commissaris Karel De Gucht en de Bijzondere Belastinginspectie vult die week menig krantenkatern. Reden temeer om de regie van het congres strak in handen te houden. Nemen die donderdagnamiddag plaats aan de besprekingstafel: Gwendolyn Rutten en kabinetschef Tim Hermans, congresvoorzitters Bart Tommelein en Annemie Turtelboom (met woordvoerster Margaux Donckier) en Noël Slangen. In het midden van de tafel prijkt het beste van de dichtstbijzijnde afhaalchinees, geheel met rijstballetjes en kroepoek. Op het programma: de honderden amendementen aan het verkiezingsprogramma, dat op het congres moet worden goedgekeurd.

Een voor een overlopen de congresvoorzitters de voorstellen. Elk amendement krijgt na een korte discussie een advies. De sfeer is opvallend vrolijk, de omgang tussen de kopstukken is hartelijk. Toch is er ook de nodige berekening. Toen SP.A tijdens hun congres twee maanden eerder stoemelings besloot cannabis te willen legaliseren, was dat meteen het enige aandachtspunt in de media. Dat de socialisten ook een uitgebreid partijprogramma goedkeurden, ging verloren in een donderwolk van mediatieke verontwaardiging en stimulerende kruiden. Het is een scenario dat de Vlaamse liberalen te allen prijze willen vermijden. Rutten laat haar autoriteit aan de tafel niet al te nadrukkelijk gelden. Bij een groot deel van de besprekingen houdt ze zich op de achtergrond, maar ze trekt het laken naar zich toe op de punten die zij belangrijk vindt. ‘Ik heb de teksten in mijn hoofd, maar ik vind het belangrijk alles af te toetsen’, geeft ze toe. ‘Ik weet wat ik wil, maar ik vind een klankbord belangrijk.’

Optimisme

Opvallend aanwezig in de besprekingen is Noël Slangen. Hoewel zijn dagen als spindoctor officieel voorbij zijn, is zijn invloed binnen de partijcenakels nog steeds aanzienlijk. Hij is voor het eerst kandidaat op een politieke lijst, zij het dan als lijstduwer voor het Vlaams Parlement. Slangen toetst de voorstellen aan de liberale ideologie, en waarschuwt voor communicatieve valkuilen. ‘Alles wat enigszins verkeerd uitgelegd kan worden, zullen onze tegenstanders ook verkeerd proberen uit te leggen’, bezweert hij de aanwezigen.

Toen hij nog ‘gewoon’ communicatiestrateeg was, klonk Slangen een stuk minder enthousiast over de partijlijn. In een spijkerharde interne nota maakte hij eind december de partij met de grond gelijk. ‘Een partij in crisis’, ’te veel dagjespolitiek’, ‘niet relevant, niet boeiend en niet aantrekkelijk’, ‘een hardloper met geamputeerde benen’, mitrailleerde hij zowat de hele toenmalige partijleiding tegen het asfalt. De nota lekte naar aloude liberale traditie uit, maar bleek achteraf de ideale adelbrief voor een voorzitter die het roer om wilde gooien. ‘Ik ging zeker niet akkoord met alles wat erin stond, maar ik ben ervan overtuigd dat we die wake-up call nodig hadden’, zegt Rutten nu. ‘Ik heb die nota sinds ik voorzitter ben niet meer herlezen. Ik wil mijn eigen koers varen.’

Die koers zorgde aanvankelijk voor de nodige deining. Na een korte inloopperiode schrapte de voorzitter het confederalisme uit het programma. ‘Wij zijn nochtans niet van mening veranderd’, benadrukt Rutten. ‘Wij hebben nooit het land willen splitsen. Nu niet, gisteren niet en morgen niet. Ik heb het confederalisme vooral geschrapt omdat niemand weet wat het écht betekent. Elke partij geeft er maar zijn eigen betekenis aan.’ Met die herpositionering wil Rutten zich de ‘oude’ liberale thema’s weer toe-eigenen: minder overheid, minder belastingen, minder regels, minder betutteling. ‘Vrijheid’ en ‘optimisme’ zijn opnieuw het onbetwiste adagium. We leven in geweldige tijden, vindt Rutten. ‘We staan aan de vooravond van een fundamentele economische omwenteling. ‘De 21e eeuw wordt de eeuw van het individu. Ik geloof niet in het Rijnlandmodel of het Scandinaviëmodel. We moeten als burger afstappen van het idee dat de staat alles voor ons zal doen. Het vrije initiatief wordt de motor van onze economie. De overheid kan daaraan enkel zuurstof geven.’

Mobilhome

Enkele dagen voordien. De Vlaams-Brabantse afdeling trekt de campagne op gang in Rillaar, op een honderdtal meter van Ruttens woonst. Op federaal lijsttrekker Maggie De Block na is zowat de volledige Vlaams-Brabantse equipe aanwezig in de Vinobelga, het wijncentrum van senator en provinciaal boegbeeld Rik Daems. Daems, in een grijs verleden nog minister van Overheidsbedrijven, zal tijdens ‘Expeditie Vlaams-Brabant’ in een gigantische mobilhome door de provincie trekken. Hij doet daarbij elke dag twee gemeentes aan, waar hij de lokale middenstand opzoekt en samen met de lokale partijafdeling campagne voert. Op de wanden van de mobilhome prijken lijsttrekkers Maggie De Block en Gwendolyn Rutten. Op die manier wil Daems zichtbaarheid geven aan beide kopstukken, die door hun drukke agenda minder aan campagne voeren toekomen. ‘Verkiezingen zijn het bal populaire van de politiek’, spreekt Daems de troepen toe. ‘Iedere inwoner van Vlaams-Brabant moet onze partij minstens een keer aan het werk gezien hebben.’ De kandidaten hebben er zin in. De tafel is één lange liberale glimlach.

Ongeveer terzelfdertijd neemt Karel De Gucht plaats in Terzake. Enkele dagen voordien heeft De Tijd onthuld dat De Gucht in zijn conflict met de Bijzondere Belastinginspectie brieven heeft gestuurd naar BBI-topman Frank Philipsen. De Eurocommissaris maakt een slechte beurt. Hij antwoordt ontwijkend op de vragen en maakt een gecrispeerde indruk. De dagen nadien wordt Rutten door zowat elke redactie platgebeld, op zoek naar een reactie. Geen commentaar, klinkt het beleefd maar kordaat in veelvoud. Ook een minuutje voor de camera wordt resoluut afgewezen. ‘Ik geef geen inhoudelijk commentaar’, zegt Rutten. ‘Het is een zaak tussen Karel en de fiscus.’

Opvallend: er komen geen dissonante geluiden. Terwijl de liberalen sinds de splijtzwam van het migrantenstemrecht bij het minste onraad hun eigen ruiten plachten in te gooien, blijft het nu rustig. Geen off the records die het standpunt van de voorzitter ondergraven. Geen anonieme mandatarissen die de partijlijn afvallen. De brandjes die gepaard gaan met elke lijstvulling zijn ruim op voorhand geblust. Het lijkt wel alsof er zich een zekere vorm van partijtucht van de Vlaamse liberalen meester heeft gemaakt. In de peilingen kruipen ze stilaan uit het dal. 13 à 14 procent, zegt de peiling van De Morgen, Le Soir en VTM van afgelopen week. Geen resultaat waarmee je polonaises in gang zet, maar alvast een stuk werkbaarder dan de wormstekige 10 procent van anderhalf jaar geleden.

En er is natuurlijk de splijtende concurrentie op rechts. In de aanloop naar de verkiezingen plukte de N-VA al enkele mandatarissen weg uit de liberale rangen. De week voor het Open VLD-congres voert N-VA de klopjacht op de (centrum)rechtse kiezer ongenadig hard op. De dinsdag voor het congres stelt N-VA haar sociaal-economisch programma voor. De exacte becijfering volgt op vrijdag, de dag voor het grote verkiezingscongres dat de liberale campagnemachine op gang moet trekken. Ook in de debatten halen de N-VA-kopstukken graag snoeihard uit naar de ‘afvallige’ liberalen, die het confederalisme hebben afgezworen. Rutten blijft er rustig bij. ‘Je wordt enkel aangevallen als je ertoe doet. De grootste politieke fout die je kunt maken, is naar de anderen kijken.’

Maggie

Op het congres zelf is Rutten alomtegenwoordig. Hoewel ze statutair gezien als gewoon lid deelneemt, wordt er als partijleidster natuurlijk wel naar haar geluisterd. Op de voor haar belangrijke thema’s neemt ze de microfoon en stuurt ze de discussie beargumenteerd maar kordaat in de gewenste richting. De argumenten zijn blauw van de oude leest: geen dictaten uit Brussel, méér vrijheid en minder betutteling. De discussies lopen vaak hoog op, maar de sfeer blijft gemoedelijk. Rutten sust en stuurt subtiel bij waar nodig. Soft power aan het werk.

Zondagochtend, 8.30 uur. Showtime. Rutten heeft er een korte nacht op zitten. Tot twee uur heeft ze haar speech ingeoefend en bijgevijld. Ondertussen is ze alweer anderhalf uur ter plaatse. Op een technicus die nog gauw een kabel versleept na is de plenaire zaal stil en verlaten. ‘Is dit het Vlaanderen dat we willen?’ galmt Rutten door de ruimte, verontwaardigd en met lichtjes overslaande stem. Met overtuigde verontwaardiging repeteert ze haar uithalen. Naar de socialisten die de belastingen willen verhogen, naar ‘de nationalisten’ die de uitgaven blind willen bevriezen, naar de overlopers die haar partij voor diezelfde N-VA hebben verlaten.

Een voor een druppelen de kopstukken binnen. Wanneer Maggie De Block de zaal betreedt, draaien alle hoofden tegelijk haar richting uit. De populariteit van De Block in Vlaanderen is immens, maar in eigen partij grenst ze aan de hysterie. De staatssecretaris voor Asiel en Migratie zuigt de aandacht naar zich toe. Ook op het congres heeft ze voortdurend twee cameraploegen in haar zog. In de smalle catacomben verdringen de journalisten zich om een quote. De Block lijkt zich amper bewust te zijn van de camera’s, en kuiert op haar dooie gemakje naar de backstage. Even voor tienen, de papieren van haar speech in de hand en haar witte jurk achteraan nog niet helemaal dichtgeknoopt, neemt Rutten haar speech nog een laatste keer door met De Block, terwijl de visagiste nog gauw een finishing touch grime aanbrengt.

Op de verkiezingsmeeting zelf passeren de kopstukken één voor één de revue. Iedereen die de minste gelegenheid ziet om ‘ons Maggie’ in hun discours te verwerken, neemt de gelegenheid te baat. Stormachtig applaus gegarandeerd. De Block blinkt op de eerste rij. De meeting zelf begint nogal kabbelend. De kopstukken doen hun zegje, er worden tikken uitgedeeld aan de Vlaamse regering. De vlam schiet pas in de pan wanneer gelegenheidsdeejay Regi Penxten zijn beats op het publiek loslaat. Na een tiental seconden algehele verbouwereerdheid neemt de jonge garde dansend het podium in. Ook Rutten ontsnapt niet aan de woeste schijven. Heel even lijken de liberalen daadwerkelijk vleugels te hebben, zoals de campagneslogan beloofde.

Postjes

Achteraf toont Rutten zich tevreden. De vibe en de ambiance zaten goed. En minstens even belangrijk: er zijn geen al te excentrieke voorstellen goedgekeurd, met dank aan de socialisten. Zelfs de zaak-De Gucht neemt de dag na het congres een positieve wending. Intern BBI-onderzoek bevestigt dat de BBI-topman hem niet heeft bevoordeeld. De zaak verdwijnt even uit het zicht. Rutten, die De Gucht op het congres nog vurig verdedigde, kan de week erop weer gewoon over haar programma praten.

De campagne trekt zich nu echt op gang. Voor de kopstukken veranderen de weken in een lange aaneenschakeling van speeches, debatten en vroegmarkten. ‘Je hebt geen idee hoeveel tijd er in zo’n campagne kruipt’, vertelt Rutten na het Vlaanderen-Wees-Wijs-debat, waar de Vlaamse partijvoorzitters in de Brusselse AB over de noden van het basisonderwijs debatteren. Ze heeft zich tot ’s avonds laat voorbereid en de laatste cijfers ingestudeerd. Voor Rutten is het een ideale gelegenheid om uit te halen. Onderwijs is een Vlaamse bevoegdheid, een bestuursniveau waar de liberalen in de oppositie zitten. Toch haalt ze de botte bijl niet boven. Ze benadrukt het belang van ‘sterke leerkrachten’ en pleit voor publiek-private samenwerkingen om de infrastructurele achterstand weg te werken. Rutten is welbespraakt, maar haar voorstel springt er niet uit.

Spannende televisie levert het onderwijsdebat niet op. Alle kopstukken zijn het eens dat het basisonderwijs meer geld nodig heeft. Niet onlogisch, met een publiek van leerkrachten in de zaal met een bijna venerische hekel aan onderwijsministers. Eén debater slaagt erin de aandacht naar zich toe te trekken: N-VA-voorzitter Bart De Wever. Niet met zijn visie over hoe hij het basisonderwijs terug op orde wil krijgen, maar met een welgemikte opmerking: de grootste Vlaamse partij moet bij de regeringsonderhandelingen Onderwijs opeisen. Als voorzitter van de gedoodverfde winnaar is dat een onvervalste sollicitatie. Na het debat wil het verzamelde journaille maar één ding weten: hoe reageert Rutten op de uitspraak van Bart De Wever? Is een N-VA-minister bespreekbaar voor de Vlaamse liberalen? Rutten rolt met haar ogen, maar onthoudt zich van al te scherp commentaar. ‘Ik speculeer niet over postjes, zo ver voor de verkiezingen’, klinkt het afgemeten. ‘Ik steek mijn energie niet in reacties op wat andere partijen zeggen. Als je voortdurend reageert op wat je tegenstanders zeggen, kom je niet aan je eigen campagne toe.’

Ook vandaag graait N-VA de volle buit mee. Voor een hyperkritisch publiek van leerkrachten die extra geld eisen, slaagt De Wever erin een besparingsagenda voor te schotelen, en er op de koop toe applaus voor te oogsten. Hoe ze het onderwijs concreet gaan aanpakken, blijft evenwel onduidelijk. ‘Ze komen er verdorie weer mee weg’, laat een van de debaters verbluft optekenen. Ook Rutten heeft er niet direct een verklaring voor. ‘In vrijwel ieder debat gaat N-VA op haar bek. Alleen Bart De Wever kan kennelijk niets fout doen bij het publiek. Ik probeer het zelfs niet meer te begrijpen.’

Toch maakt ze zich geen zorgen, verzekert Rutten ons. ‘We hebben de populairste politica van Vlaanderen. We hebben de meest succesvolle slogan van de precampagne. We hebben de sterkste kandidaten. We gaan uit van ons eigen partijprogramma. Ik ben overtuigd dat we het goed zullen doen.’ Ze recht de rug, en stapt verder richting Melsensstraat. Nog een maand onvermoeibaar campagne voeren. Afspraak 25 mei.

DOOR JEROEN ZUALLAERT, FOTO’S YANN BERTRAND

‘Ik weet wat ik wil, maar ik vind een klankbord belangrijk.’

‘In vrijwel ieder debat gaat de N-VA op haar bek. Alleen Bart De Wever kan kennelijk niets fout doen bij het publiek.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content