Patrick Martens

In een liber amicorum voor historicus Louis Vos verdedigt Bart De Wever het Vlaamse taalbeleid voor het hoger onderwijs.

Aan de K.U.Leuven is in de opleiding geschiedenis afscheid genomen van professor Louis Vos. Hij is bekend als historicus van de studentenbeweging en de Vlaamse Beweging. In Leuven was hij ook een pionier om niet-westerse geschiedenis in het programma op te nemen.

Louis Vos ging al in oktober met emeritaat, maar gaf vorige zaterdag nog een laatste college over de geschiedenis van het politiek en sociaal engagement van studenten. Na zijn lezing werd hij verrast met een boek over ‘Revoluties onder historici’. Het is samengesteld door professor Idesbald Goddeeris en snijdt ac-tuele thema’s over het hoger onderwijs aan: de instroom van studenten en hun niveau, de internationalisering van het onderwijs en de mobiliteit van docenten, het onderzoek en de publicatiedwang, de relatie tussen historici en media enzovoort.

Goddeeris voerde over deze onderwerpen gesprekken met (oud-)studenten, (buitenlandse) hoogleraren, beleidsmakers en schrijvers. Allen hebben ze een band met het geschiedenisonderwijs aan de K.U.Leuven. Onder hen emeritus professor Lode Wils, oud-rector en huidig associatievoorzitter André Oosterlinck, schrijfster Brigitte Raskin, oud-collega Misjoe Verleyen en N-VA-voorzitter Bart De Wever.

Een opmerkelijk hoofdstuk gaat over taal en hoger onderwijs. Er wordt niet alleen geklaagd over de ‘verloedering’ van het Nederlands bij de studenten (in de opleiding geschiedenis is er daarom een verplicht vak ‘academisch Nederlands’) en de slabakkende kennis van het Frans (‘het Engels doodt het Frans én het Duits’, aldus Verleyen). Door de internationalisering van het universitair onderwijs – de komst van buitenlandse gastdocenten en studenten, Vlaamse studenten die in het buitenland studeren – wordt ook steeds meer lesgegeven in het Engels.

Om meer vat te krijgen op die laatste evolutie sprak de Vlaamse regering in juli 2010 af om dat toe te laten voor een groter deel van een bacheloropleiding (tot 30 studiepunten) en voor masteropleidingen, als die elders in Vlaanderen ook in het Nederlands worden aangeboden. Oosterlinck maakt een onderscheid tussen natuur- en cultuurwetenschappers, maar vindt dat ‘het hoogste niveau in het Engels moet’. Raskin en Verleyen zijn kritisch voor colleges in ‘krom Engels’. De Wever, die herinnert aan de strijd voor de vernederlandsing van het hoger onderwijs, is gekant tegen een verengelsing (’taal mag geen nieuwe sociale drempel tot het hoger onderwijs zijn’), maar verdedigt de beslissing van de Vlaamse regering. ‘Voor de N-VA is dit een zeer moeilijk dossier. Ik heb in de partij een koerswending naar het pragmatisme ingezet’, aldus De Wever. Hij weegt het belang van een opleiding in de eigen taal en cultuur af tegenover de internationalisering van het hoger onderwijs. De Wever: ‘Je mensen moeten ook kansen krijgen om mee te gaan in de wereld zoals hij is (…). Je instellingen moeten de mogelijkheid hebben om competitief te zijn en buitenlandse studenten aan te trekken.’

IDESBALD GODDEERIS (RED.), REVOLUTIES ONDER HISTORICI, LANNOO CAMPUS, 187 BLZ., ISBN 9789020979114.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content