Hoe een politievete de arrestatie van Salah Abdeslam verhinderde

Er woedt een ware guerre des flics in het korps van Mechelen. Terwijl politieagenten openlijk getuigen over racisme, rijzen vragen over het functioneren van de korpschef Yves Bogaerts. Die blijkt bijzonder relevante informatie over een van de schuilplaatsen van Salah Abdeslam nooit ernstig te hebben genomen. Een reconstructie leert dat Bogaerts die informatie als ‘onbetrouwbaar’ kwalificeerde vanwege een aanhoudend conflict met een van zijn inspecteurs, een expert inzake radicalisering.

We schrijven eind november 2015. Hoewel hij al een aantal maanden met ziekteverlof is, neemt een inspecteur van de Mechelse politie contact op met de commissaris, zijn rechtstreekse chef. De inspecteur, een man van Marokkaanse origine, heeft mogelijk belangwekkende informatie vergaard binnen de Maghrebijnse gemeenschap in Molenbeek. De commissaris luistert naar zijn verhaal, checkt een aantal van de verstrekte gegevens, en maakt op basis daarvan een informatierapport op.

Dat document, gedateerd 7 december 2015, gaat over Abid Aberkane, een moslim uit Molenbeek die, zo staat in het rapport, ‘sterk geradicaliseerd’ is. Aberkane zou wonen in de Vierwindenstraat 79, zou zich verplaatsen met een Citroën, en zou contacten hebben gehad met de broers Salah en Ibrahim Abdeslam.

Hoe belangwekkend en accuraat de tip wel was, blijkt goed drie maanden later. Op 18 maart wordt Salah Abdeslam opgepakt in de Vierwindenstraat 79, de woonplaats van Aberkane. Hoe close Aberkane was met de broers Abdeslam blijkt wanneer enkele dagen later foto’s opduiken van de begrafenis van Ibrahim Abdeslam. Aberkane is een van de mannen die zijn lijkkist dragen.

Publiek geheim

Voor een goed begrip: de informatie die tot de uiteindelijke arrestatie van Salah Abdeslam leidde, kwam niet uit het rapport van de Mechelse politie. Al heel snel na de arrestatie blijkt namelijk dat het rapport bijna vier maanden lang stof had liggen vergaren op een Mechels politiebureau. De commissaris die het rapport opstelde, reageert verbolgen. Hij meldt de feiten meteen aan het Comité P, dat eind maart een onderzoek start naar de manier waarop de Mechelse korpschef Yves Bogaerts en zijn team met de informatie zijn omgesprongen.

Volgens Diane Reynders van het Comité P is het klachtendossier zo goed als afgerond, en wordt binnenkort beslist of er een strafrechtelijk onderzoek volgt. Later dit jaar wordt de korpschef verwacht in de parlementaire onderzoeksommissie Aanslagen onder leiding van Patrick Dewael (Open VLD), waar hij zich moet verantwoorden voor de manier waarop hij het rapport behandelde.

Zal korpschef Bogaerts zoveel onderzoeken zonder kleerscheuren doorstaan? De meningen zijn verdeeld. Vast staat dat de korpschef het bewuste rapport al kort na de samenstelling ervan onder ogen heeft gekregen. Waarom besloot hij om de kat nog even uit de boom te kijken en niet meteen de gebruikelijke procedure te volgen? Rapporten als deze worden in de regel onmiddellijk opgeslagen in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG), een databank waar in principe alle korpsen toegang tot hebben.

Voor een deel lichtte Bogaerts deze beslissing toe tijdens een persconferentie, enkele uren nadat het dossier eind maart was gelekt door twee kranten. De korpschef vertelde dat het rapport ter sprake was gekomen op 11 december, tijdens een intern overleg over radicalisering. Tijdens die vergadering zou, op voorstel van de aanwezige collega’s, besloten zijn om het rapport vanwege ‘onduidelijkheden naar bron en inhoud’ door te sturen naar het parket van Antwerpen. Ook de Antwerpse federale politie zou de informatie hebben gekregen.

Maar er bestaat een andere versie van de feiten.

Volgens verschillende bronnen binnen en buiten de Mechelse politie zou Bogaerts het rapport meteen, en zonder enig overleg met collega’s, als ‘onbetrouwbaar’ hebben afgeserveerd. ‘Toen Bogaerts het rapport onder ogen kreeg, vroeg hij de commissaris meteen naar de herkomst van deze informatie’, aldus een bron binnen de politie. ‘De naam van de inspecteur volstond om het dossier on hold te zetten.’

Gezien de Marokkaanse origine van de inspecteur dringt één vraag zich onvermijdelijk op. Afgelopen zaterdag bracht Gazet van Antwerpen verschillende, soms schokkende getuigenissen over racisme binnen het Mechelse korps. De afgelopen jaren zouden om die reden zo goed als alle agenten van Marokkaanse of Turkse origine vertrokken zijn. Of racisme ook in dit dossier een rol heeft gespeeld?

Alle door ons gecontacteerde bronnen vertellen een ander verhaal. Zowel vrienden als vijanden van Bogaerts zegen dat het conflict zijn oorsprong vindt in de manier waarop de inspecteur met zijn bronnen omging. Over de herkomst van zijn informatie bleef de inspecteur, al dan niet noodgedwongen, vaak vaag.

Om die reden zei Yves Bogaerts het vertrouwen in de agent al veel eerder op, en zouden nog meer rapporten inzake radicalisering verticaal zijn geklasseerd. Voortdurende tegenwerking van zijn korpschef zou volgens een bron binnen de vakbond de reden zijn waarom de inspecteur al maanden met ziekteverlof is.

‘Voor de politie is zijn afwezigheid een slechte zaak’, zegt een politieman. ‘Zoals blijkt uit het rapport dat op basis van zijn informatie is opgesteld: deze man heeft, mede omdat hij erg omzichtig met zijn bronnen omgaat, informatie waar geen enkele andere agent toegang tot heeft.’

Geen begrip

Het wantrouwen tegenover de inspecteur inspireerde Bogaerts tot de beslissing om diens rapport voorlopig on hold te zetten. Dat was niet zo verstandig.

De Mechelse korpschef kreeg het rapport op zijn bureau tussen 7 en 11 december, een kleine maand na de aanslagen in Parijs. De terreurdreiging in Brussel was nog maar net gezakt van niveau vier naar niveau drie. Op dat moment was Salah Abdeslam de meest gezochte terrorist van Europa en volgens een net verspreid internationaal opsporingsbericht verplaatste hij zich met een Citroën. Bogaerts nam de beslissing toen de woorden van minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon (N-VA) nog volop nazinderden. ‘Ik ga Molenbeek opkuisen’, zo had Jambon beloofd. Aan de burgers van het land vroeg hij om ‘oren en ogen open te houden’.

Een cynicus zou kunnen opmerken dat minstens één burger die oproep van Jambon niet meteen ter harte heeft genomen. Dat die burger de chef van het op drie na grootste politiekorps van Vlaanderen is, doet meer dan één observator de wenkbrauwen fronsen.

‘Voor een nuchtere waarnemer is deze fout wellicht moeilijk te begrijpen’, zegt een ex-medewerker van Bogaerts. ‘Dat lukt al iets beter als je Bogaerts wat kent. Hij laat zich leiden door zijn temperament. Ik vermoed dat zijn wrok een heldere kijk op het rapport in de weg stond.’

Het oordeel van Hans Bonte (SP.A), burgemeester van Vilvoorde en vast lid van de Commissie Terreurbestrijding, is niet minder hard. ‘Je mag hier wel spreken van een zware beroepsfout’, zegt Bonte. ‘Als verzachtende omstandigheid zou Bogaerts kunnen inroepen dat er bij de politie bijzonder veel tips binnenkomen en het niet altijd makkelijk is om de relevante van de irrelevante informatie te scheiden. Maar in dit geval spreekt het rapport voor zich. Alle alarmbellen hadden hier meteen moeten gaan rinkelen, en het informatierapport had – zoals gebruikelijk is – onmiddellijk ingevoerd moeten worden in de Algemene Nationale Gegevensbank van de politie.’

Bonte toont weinig begrip voor Bogaerts’ handelswijze. ‘Uiteraard bestond de mogelijkheid dat de informatie niet deugde. Maar dat was in dit geval geen excuus. Het rapport vermeldt al in de eerste zin dat de tip uit de Maghrebijnse gemeenschap van Molenbeek komt. Wie een beetje met het thema en deze gemeenschap vertrouwd is, weet dat zulke tips zeldzaam zijn, en dat je ze dus maar beter de grootst mogelijke prioriteit geeft. Aarzelen was uit den boze.’

Verder sluit Bonte niet uit dat er, behalve wantrouwen van de korpschef, een ander probleem heeft meegespeeld. ‘Wij kunnen dat misschien onbegrijpelijk vinden, maar ik heb het al vaker vastgesteld: zeker als het over Molenbeek gaat, bestaat er bij sommige politiemensen een cultuur van nonchalance. Het is alsof ze denken: ‘Ach, Molenbeek, daar valt toch niet aan te beginnen’.

‘Die mentaliteit spreekt ook uit het onlangs besproken tussentijds rapport van het Comité P over terreur’, gaat Bonte verder. ‘Daarin staan verhalen die minstens zo hallucinant zijn als dat van Mechelen. Al in februari 2015 zijn enkele gsm’s en USB-sticks van Salah en Ibrahim Abdeslam in beslag genomen. Uit het rapport van het Comité P blijkt dat het tot maart van dit jaar duurde vooraleer die werden onderzocht. Geloof me: soms is de realiteit nog veel pijnlijker dan je voor mogelijk had gehouden.’

Gevangenis

Terug naar Mechelen. Op vrijdag 25 maart, precies een week na de arrestatie van Salah Abdeslam, brengt zowel Gazet van Antwerpen als Het Laatste Nieuws het bericht dat het Comité P een onderzoek is gestart naar de manier waarop de politie van Mechelen is omgesprongen met de informatie uit Molenbeek. De kranten zijn niet mals voor korpschef Bogaerts. Zo meldt Gazet van Antwerpen op gezag van verschillende bronnen dat het dossier ‘op bevel van de korpschef’ on hold was gezet. De krant citeert ook een voormalig topman van het Comité P die zegt dat er op het achterhouden van informatie tot zes maanden gevangenisstraf staat.

Bogaerts wil niet reageren in de kranten. Wel geeft hij dezelfde dag een persconferentie. Zijn toon is gedecideerd, zelfs een tikkeltje verontwaardigd. Bogaerts legt uit dat er binnen zijn korps inderdaad een fout is gemaakt, zij het niet door hem.

Volgens Bogaerts zou hij, na overleg met zijn korps en het Antwerps parket, eind december alsnog een medewerker de opdracht hebben gegeven om het rapport op te nemen in de Algemene Nationale Gegevensbank van de politie. Helaas, die goedmenende medewerker vergat de opdracht uit te voeren. Een domme vergetelheid, waar volgens Bogaerts verder niks achter gezocht moet worden.

Op de persconferentie is het vooral de pers die ervan langs krijgt. Anders dan de kranten hadden geschreven, zou het rapport volgens Bogaerts geen cruciale informatie bevatten. En anders dan in de kranten werd gemeld, werd er in het bewuste rapport geen link gelegd tussen Abid Aberkane en Salah Abdeslam, die hij tijdens zijn persconferentie consequent Abdessalem noemt.

Wat Bogaerts op dat ogenblik allicht niet wist, was dat journalisten nog dezelfde dag de hand konden leggen op het rapport dat een dag later open en bloot in Het Laatste Nieuws stond. Bogaerts’ stelling dat er in dat document geen enkel verband wordt gelegd tussen de gebroeders Abdeslam en de geradicaliseerde moslim uit de Vierwindenstraat, blijkt discutabel. Zoals ook moeilijk vol te houden valt dat het geen ‘cruciale informatie’ bevatte.

Conclusie van Het Laatste Nieuws: ‘Het is zonneklaar dat de Mechelse politie op 7 december 2015 zeer nuttige informatie had over de kompanen van terrorist Salah Abdeslam.’

Bogaerts staat eind maart in het oog van een storm. Dat deze storm hem niet wegblaast, heeft ongetwijfeld te maken met zijn burgemeester Bart Somers (Open VLD), die pal achter zijn korpschef blijft staan. Maar mogelijk speelt er nog een andere factor. Bogaerts kwam in opspraak net na de aanslagen in Maalbeek en Zaventem. Daardoor raakte zijn dossier ondergesneeuwd en werden een aantal intrigerende vragen niet gesteld.

Zo is er de vraag waarom de korpschef het dossier vanwege ‘onduidelijkheden naar bron en inhoud’ doorstuurde naar het parket van Antwerpen.

‘Dat is met de beste wil van de wereld niet te snappen’, zegt een bron dicht bij het dossier. ‘Het Antwerps parket heeft hier geen enkele bevoegdheid. Van een korpschef mag je toch verwachten dat hij dat weet?’

Ook bij het parket zelf werd het dossier met enige verbazing in ontvangst genomen. ‘Waarom wij bij dit dossier betrokken werden, is nog altijd niet helemaal duidelijk’, zegt substituut-procureur en woordvoerster Stéphanie Chomé. ‘Het was een puur politionele kwestie.’

Hoewel onbevoegd, zou het Antwerps parket korpschef Bogaerts eind december op zijn plichten hebben gewezen. ‘Wij hebben de heer Bogaerts erop gewezen dat hij de informatie in de Gegevensbank moest invoeren’, zegt Chomé.

Bogaerts heeft dat laatste altijd ontkend. In zijn versie van de feiten kreeg hij van het parket te horen dat zijn korps zelf maar moest beslissen wat er met het rapport moest gebeuren. Vorige maand, tijdens een openbare zitting van de politieraad in Mechelen, herhaalde Bogaerts dat nog eens klaar en duidelijk. ‘Het parket heeft nooit de opdracht gegeven om de informatie over Abdeslam door te sturen naar de Gegevensbank.’

Bij het parket vermoedt men dat dit een poging is om ‘verantwoordelijkheden van zich af te schuiven’. Woordvoerster Stéphanie Chomé stelt het diplomatisch. ‘Wij hebben de korpschef erop gewezen dat de informatie in de ANG ingevoerd moet worden. Punt. Meer willen wij daarover niet zeggen. Zoals u weet is deze zaak het onderwerp van een onderzoek door het Comité P. Ik neem aan dat het Comité straks een antwoord zal geven op de vragen die u niet ten onrechte stelt.’

Hogere instanties

Vorige maand ging het tijdens de openbare zitting van de politieraad over de verantwoordelijkheid in dit dossier. Op die zitting was burgemeester Bart Somers aanwezig. Hij vertelde dat zijn politiekorps ‘van hogere instanties’ het advies kreeg om de informatie uit Molenbeek als onbetrouwbaar te catalogiseren.

Allicht doelt Somers op een advies van de Antwerpse federale politie. Die zou het Mechelse korps eind december hebben gewezen op de mogelijkheid om het bewuste rapport als ‘onbetrouwbaar’ te coderen. Dat kan betekenen dat ook de federale politie van oordeel was dat de informatie niet betrouwbaar genoeg was om er mee aan de slag te gaan. Al zou de conclusie ook kunnen luiden dat niet alleen de Mechelse korpschef de waarde van het rapport helemaal fout heeft ingeschat.

Somers wil over de kwestie voorlopig geen verdere uitspraken doen. ‘Ik wacht het verdict van het Comité P af. Als uit hun onderzoek zou blijken dat er binnen mijn korps zware fouten zijn gemaakt, zal ik niet nalaten de gepaste conclusies te trekken.’

Korpschef Bogaerts liet via zijn woordvoerder weten dat hij pas wil communiceren als het onderzoek van het Comité P is afgerond.

DOOR JEROEN DE PRETER

‘Korpschef Bogaerts laat zich leiden door zijn temperament. Zijn wrok stond een heldere kijk op het rapport in de weg.’

Hans Bonte: ‘Als het over Molenbeek gaat, bestaat er bij sommige politiemensen een cultuur van nonchalance. Ze denken dat er toch niet aan te beginnen valt.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content