Montasser AlDe'emeh
Montasser AlDe'emeh Terrorisme-onderzoeker aan de UGent en de KU Leuven

‘Ik werd misselijk in de kantoren van de Parijse stadsdienst toen ik moest uitleggen wat ik daar kwam doen. De ambtenaar vroeg wat er scheelde. Hoe moest ik vertellen dat mijn zoon een van de daders van de aanslagen was?’ Dat vertellen de ouders en de zus van Chakib Akrouh in een exclusief gesprek met jihadi-onderzoeker Montasser AlDe’emeh.

Parijs, 13 november 2015. Chakib Akrouh, een 25-jarige Belg uit Molenbeek, maait samen met zijn kompanen tientallen mensen op de terrasjes van de boulevard Voltaire in Parijs neer. Bij verscheidene aanslagen verspreid over de stad vallen die dag 130 doden en ruim 300 gewonden. Akrouh kan na de schietpartij ontkomen, samen met Abdelhamid Abaaoud. De Franse speurders komen ze snel op het spoor in een appartement in Saint-Denis. Bij de politie-inval op 18 november blaast Akrouh zich naar verluidt op. Het zal nog twee maanden duren voor de speurders hem kunnen identificeren na vergelijking met een DNA-staal van zijn moeder. Akrouh was begin 2013 als jihadist naar Syrië vertrokken, en werd in 2015 nog veroordeeld tot vijf jaar cel als lid van een terroristische groep.

‘Na de aanslagen waren we in shock’, vertelt zijn vader nu. ‘Ik zei tegen mijn broer dat Chakib, die in Syrië zat, met zijn zachtaardige inborst zoiets onmogelijk gedaan kon hebben. Meteen na de aanslagen zijn we ook naar de school van mijn andere zoon gestapt voor een gesprek met de schooldirectie. Mijn zoon voelde er weinig voor om weer naar school te gaan, hij was bang voor de reacties van leerkrachten en leerlingen.’

Hoe kwam u te weten dat Chakib wel degelijk een van de daders was?

VADER: Op 14 januari 2016 hoorden we op het RTL-nieuws dat Chakib omgekomen was bij de inval in Saint-Denis. Dat was een enorme schok, zeker omdat we het via de televisie moesten vernemen. Zijn schooldirectrice was ook erg onder de indruk van het nieuws, en zijn leraar Frans beschreef hem als een voorbeeldige leerling. Niemand had dit kunnen voorzien, niemand had dit verwacht. Ik hield me sterk, want ik was psychologisch min of meer op voorbereid op zijn dood. Als je zoon naar een oorlogsgebied vertrekt, weet je dat je vroeg of laat slecht nieuws kunt krijgen. Maar ik was helemaal verrast dat hij in Frankrijk zat. Toen er beelden werden uitgezonden van bewakingscamera’s in de metro in Parijs herkende ik hem onmiddellijk aan zijn manier van lopen, maar ook aan zijn kapsel: hij had een grijze pluk in zijn haar. In augustus vorig jaar hadden we elkaar voor het laatst gesproken. Hij belde toen om te vragen hoe het met ons ging.

Hoe was hij als kind?

VADER: Chakib was een grote dierenvriend. We kochten hem als klein jongetje een konijn, waar hij heel gehecht aan raakte. Tijdens onze vakanties in Marokko kon hij uren spelen met de dieren op het platteland. Hij was ook sportief, voetbalde en deed karate en capoeira. Hij was een zachtaardige jongen, geduldig ook, en hij huilde zelden. Maar van jongsaf aan werd duidelijk dat hij leerstoornissen en zware concentratieproblemen had. De schooldirectie adviseerde ons om hem naar een andere school te sturen waar hij daarvoor beter opgevolgd kon worden. We hebben hem toen ingeschreven in een Franstalige school in Neder-over-Heembeek, en daar werd hij goed begeleid. Hij heeft er zijn lagere school afgemaakt. Voor het middelbaar onderwijs kozen we een school in Schaarbeek. De eerste drie jaar volgde hij het aso en daarna schakelde hij over naar het tso.

Vanwaar die overstap naar het technisch onderwijs?

VADER: Dat kwam door mij. Hoewel hij die eerste jaren in het aso slaagde, had ik snel door het misschien te hoog gegrepen was. In het tso volgde hij een opleiding tot elektrotechnicus. Op zijn achttiende is hij van school veranderd, zonder dat wij ervan afwisten. En wat later schreef hij zich in als werkzoekende. Ook dat wisten we toen niet.

MOEDER: Wij wilden dat hij zijn school afmaakte, maar hij luisterde meer naar zijn vrienden dan naar ons advies. Die vrienden hebben hem overgehaald om te stoppen met school. Ze hadden slechte invloed op hem, en hij wás ook heel beïnvloedbaar.

Ging hij naar de moskee?

VADER: Ja, soms ging hij naar de moskee Badr, de Arafat-moskee of de moskee Luqman hier in de buurt. Hij las er de Koran en werd altijd emotioneel wanneer hij Koranverzen hoorde citeren. Na zijn dood ben ik iemand tegengekomen die hem kende van de moskee. Die man kon nog altijd niet geloven wat Chakib had gedaan.

Hoe is hij bij de IS terechtgekomen?

VADER: In 2012, na onze zomervakantie in Marokko, merkten we dat zijn gedrag veranderde, maar we zagen niet dat hij werd geïndoctrineerd door die ideologie van de IS.

ZUS: Hij was een open jongen, maar het jaar voor zijn vertrek werd hij heel teruggetrokken. Hij sprak nooit over Syrië. Hij wilde naar Egypte gaan om theologie te studeren. Zijn nieuwe vrienden heb ik nooit ontmoet, het waren geen jongens uit de wijk. Maar het was duidelijk dat hij met zichzelf in de knoop zat.

VADER: Chakib was een sociale jongen, altijd te vinden voor een babbeltje of een gezellig bezoek. Maar plots sloeg het helemaal om. Hij zei ons nog nauwelijks gedag, en gedroeg zich bijna als vreemde in huis. Hij trok niet meer op met zijn oude vrienden, maar hij had plots een nieuwe, opdringerige vriend, Gelel Attar. (Attar komt uit Molenbeek en werd begin dit jaar in Marokko gearresteerd. Hij was samen met Akrouh naar Syrië vertrokken, waar hij eerst bij Al Nusra vocht en zich later aansloot bij de IS, nvdr.) Ik vond het raar dat hij met die Attar optrok. Soms belde hij aan en stond hij erop om Chakib te spreken, ook al had ik soms de indruk dat Chakib hem helemaal niet wilde zien. Maar Attar bleef dan gewoon bij de deur staan tot Chakib kwam. Hij drong er blijkbaar ook op aan dat ze samen al voor het ochtendgebed naar de moskee gingen. Toen ik dat hoorde, heb ik Chakib op de vingers getikt, want op dat uur moest hij op school zitten. Wat ik niet wist, was dat hij toen al niet meer naar school ging.

Hoe goed kende u Attar?

VADER: Nauwelijks. Op het politiecommissariaat lieten ze me ooit een foto zien van een jongen die ik helemaal niet herkende. Blijkbaar was dat Attar. Ik dacht eerst dat hij mijn zoon op het goede spoor wilde helpen met zijn geloof. Maar uiteindelijk heeft hij ons gezin uiteengereten. Pas na hun vertrek naar Syrië realiseerde ik me dat Attar zich ook kleedde als een salifist, met Arabische broek van de navel tot de enkels, lang haar en baard…

Nog voor hij geradicaliseerd werd, ging Chakib op bedevaart naar Mekka terwijl de rest van het gezin in Marokko was. In Mekka kreeg hij wat problemen toen hij zijn paspoort was kwijtgeraakt en geen geld meer had. Maar hij deed daar lacherig over en bleef geduldig wachten tot die probleempjes opgelost raakten. Na zijn terugkeer uit Mekka begon hij met Attar op te trekken.

Ging hij alleen met Attar om?

VADER: Nee, er waren nog anderen. Er was een zekere R. en ook de naam van S. viel weleens. Maar wie dat waren, weet ik niet. Telkens als Attar kwam aanbellen, was er iemand bij die in de auto bleef zitten, alsof hij niet gezien wilde worden. Op een avond, rond halftwaalf, stonden ze weer voor de deur. Chakib stuurde zijn broertje om hen af te schepen. Hij had genoeg van die mensen, was de boodschap. Maar zijn broer kwam terug met de boodschap dat Chakib móést meekomen, onmiddellijk. Hij mocht zich zelfs niet eerst even omkleden. Eigenlijk behandelden ze hem als hun gevangene. We hadden wel door dat er iets gaande was, maar wat wisten we niet, en Chakib vertelde ons ook niets. Hij zat wel vaak aan zijn computer gekluisterd, en bekeek beelden van wat in Syrië gebeurde.

Wat deed u toen u doorkreeg dat er iets vreemds gaande was?

VADER: In 2013 heb ik een hartig gesprek van vader tot zoon met hem gehad. Ik zei hem dat ik nog altijd zijn vader was, en dat hij blijkbaar niet besefte wat ik in mijn leven allemaal had moeten doormaken. Ik stak hem een hart onder de riem door te zeggen dat ik trots op hem was omdat hij een flinke volwassen man was geworden. Ik gaf hem ook een belangrijke islamitische boodschap mee. Ik zei hem dat ten tijde van de profeet Mohammed de islam nog zuiver was, maar dat de islam nu een soort commercie was geworden. Hij was met stomheid geslagen, want hij snapte wel waarover ik het had. Hij verzekerde me dat hij niets met die commercie of de mensen eromheen te maken had. Ik was opgelucht, en vertrok met mijn vrouw op familiebezoek naar Marokko. Maar het kwaad was al geschied. De ronselaars weten perfect hoe ze hun rekruten moeten voorbereiden op vragen van hun ouders. Er wordt hun geleerd hoe ze, zogenaamd voor het hogere doel, moeten liegen tegen hun ouders. Die jongeren zijn zodanig geïndoctrineerd dat ze geloven dat hun ouders ketters en vijanden van de islam zijn.

Wat gebeurde er terwijl u in Marokko was?

VADER: Chakib en mijn andere zoon bleven thuis. Chakib heeft toen vier gasten, onder wie Attar, in ons huis laten overnachten. Mijn andere zoon vond dat raar, hij had geen goed gevoel bij die mensen. Ze bleven hem maar vragen hoe hij als goede moslim leefde, en hij is toen maar naar zijn kamer gegaan. Misschien zijn op die avond concrete plannen gesmeed? De dag erna zijn ze in elk geval samen vertrokken.

MOEDER: Chakib had tegen ons eerder gelogen dat hij naar Egypte wilde reizen omdat hij de Koran wilde bestuderen in de Al Azhar-moskee in Caïro. Dat was volgens hem de beste plek voor die studie. Ik zei hem dat hij dat allemaal ook hier of in Marokko kon studeren. Maar hij bleef maar aandringen, en hij zei ook dat geld geen probleem was want Attar zou alles betalen. Ik was ertegen. Ik vertrouwde de zaak niet, en hij mocht ook niet profiteren van iemand anders. Uiteindelijk zei ik dat ik hem naar Egypte zou laten vertrekken als zijn vader ook akkoord ging. Hij heeft toen niet langer aangedrongen.

VADER: Hij heeft mij nooit iets gevraagd. Ik zou het sowieso niet hebben toegestaan, want ik dacht dat hij hier nog naar school ging en die moest hij zeker eerst afmaken.

Hoe is hij dan naar Syrië gereisd?

VADER: Begin januari 2013, om halfzes ’s avonds, zag onze buurman het hele gezelschap uit ons huis vertrekken. De buurman heeft Chakib nog bij zich geroepen om hem te waarschuwen voor die andere jongens. Onze buurman is moskeebezoeker, en daar had hij het een en ander over die jongens opgevangen. Chakib lachte het weg. In Marokko werden we in het holst van de nacht door onze andere zoon opgebeld. Hij had ettelijke keren geprobeerd om Chakib te bellen, maar kreeg hem maar niet aan de lijn. Wij waren natuurlijk ongerust, maar we dachten dat hij dan toch naar Egypte was getrokken.

Wanneer besefte u dat hij in Syrië zat?

VADER: Mijn broer had gehoord dat jongeren uit Molenbeek naar Syrië waren vertrokken, en hij vermoedde dat Chakib er bij was. Hij is toen woedend de Luqman-moskee binnengestormd, en eiste van iedereen dat ze zouden vertellen wat ze wisten. Wij waren nog in Marokko, en twee weken na het vertrek van Chakib werden we daar aantal keren gebeld vanaf een onbekend nummer. Eerst namen we niet op, en toen we het uiteindelijk toch een keer deden, kregen we van een onbekende de boodschap dat Chakib in Syrië zat. We zijn onmiddellijk naar huis vertrokken. Zijn broer was Chakib hier nog aan het zoeken, maar hij werd van de ene plek naar de andere gestuurd. Iemand had Chakib in het centrum van Brussel gezien, dan weer was het op de Gentsesteenweg of nog een andere buurt. Uiteindelijk vertelde een vriend van Chakib hem dat we ons geen zorgen hoefden te maken, want Chakib had het juiste pad naar het paradijs gevonden. De dag dat we uit weer in België aankwamen, ben ik onmiddellijk naar de politie gestapt.

Wat deed de politie?

VADER: Het leek of ze vooral van mij allerlei informatie verwachtten. Ik heb een verklaring afgelegd met het weinige wat ik wist, en ze zeiden dat Chakib misschien in Syrië zat. Dat wist ik natuurlijk al. Ik vertelde ze uiteraard ook over Attar. De politie kende hem, maar ze leken wel verbaasd over hoe hij veranderd was. Hij stond bij de politie bekend als voetballer, en ook als bezoeker van cabaretclubs. Ze gaven me zijn telefoonnummer, en we hebben hem gebeld. Hij zat toen al in Syrië, en zei dat hij en Chakib moedjahedien waren en dat ze hun plicht deden als beschermers van de emir. Hij liet ons aan de telefoon horen hoe hij met zijn kalasjnikov schoot. Wat een klein kind, dacht ik. Ik vroeg de politie of ze konden nagaan via welke route ze naar Syrië waren gereisd. Ze antwoordden dat Europese luchthavens geen informatie uitwisselden met de politie. Ik begon zelfs te twijfelen of het geen opgezet spel was.

Hoezo? Denkt u dat uw zoon het slachtoffer is van een soort complot?

VADER: Ik weet het niet, maar dat zou best kunnen.

ZUS: De politie heeft hier huiszoeking gedaan, en ze heeft heel veel in beslag genomen, ook laptops en onze gsm’s. We hebben nog altijd niets teruggekregen. Als we vragen wanneer we onze spullen terugkrijgen, krijgen we geen antwoord.

VADER: Ik vraag me echt af hoe het mogelijk is dat men wel goed weet wie geradicaliseerd is, en dat men ze toch effectief laat vertrekken? In een RTL-reportage zag ik hoe een jongetje van vijftien jaar gewoon naar Turkije kon vertrekken. Hoe kán zoiets? Ach, politieke spelletjes zijn smerig en niets nieuws. Mijn zoon heeft gedacht dat hij in het kalifaat zou leven en sterven, en als goede moslim het paradijs zou betreden. Attar is blijkbaar teruggekeerd nadat hij Chakib naar Syrië had geleid, en hij heeft twee jaar in Duitsland, Nederland en Marokko rondgereisd. Toen ik een verklaring moest afleggen bij de politie heb ik dat ook aangekaart, en vroeg ik of ze wisten dat Attar ook in Molenbeek opereerde. Toen zeiden ze dat hij in Marokko zat.

MOEDER: De keren dat ik Chakib sprak toen hij in Syrië zat, probeerde hij ons te overhalen om ook naar het kalifaat te komen. Dat zou beter voor ons zijn, zei hij, en zo zouden ook wij na ons overlijden naar het paradijs gaan. Ik wees hem er altijd op dat zoiets ook vanuit België kon en dat we om goede moslims te zijn niet onder het juk van de IS moesten gaan leven.

VADER: Uiteindelijk ben ik erachter gekomen dat hij via Istanbul naar Syrië is getrokken. De eerste maanden zat hij in Turkije. Ik kreeg hem in die periode een paar keer aan de telefoon. Ik eiste dat hij naar België zou terugkeren, maar ik merkte dat hij niet alleen bij de telefoon zat. Hij sprak niet zoals anders. Het waren niet zijn woorden die ik hoorde. Ik denk dat hij gedwongen werd om sommige dingen te zeggen. Hij klonk als een rat in de val.

Hoe klonk dat dan? Wat vertelde hij?

VADER: Het waren altijd dezelfde clichézinnetjes. ‘Alles gaat hier goed’ of ‘ik ben op heilige grond’. Ook zijn broers en zussen probeerden op hem in te praten, maar dan antwoordde hij dat ze allemaal naar Syrië moesten komen. Ik blijf ervan overtuigd dat mijn zoon geen slechte inborst had, maar heel zwak en beïnvloedbaar was.

ZUS: Die telefoongesprekken waren soms nog vrij normaal. Ik probeerde niet te hevig aan te dringen, want ik wilde ondanks alles onze goede band in stand houden. Ik vroeg hem wel vaak waarom hij vertrokken was. Hij antwoordde dan dat hij daar om humanitaire redenen was, en dat hij er veel gelukkiger was dan in België.

Vreesde u voor zijn leven in het Syrische oorlogsgebied?

VADER: Misschien was hij beter daar gesneuveld, dan had hij tenminste in Parijs geen mensen mee in het graf meegenomen.

Klopt het dat hij in Syrië getrouwd is?

VADER: Ja, hij kreeg er zelfs een zoon. We kregen foto’s doorgestuurd van zijn kind. Eigenlijk was dat nog een vreugdevol moment, zowel voor hem in Syrië als hier voor ons. Toen we wisten dat hij in Syrië zat, gingen we ervan uit dat hij nooit meer zou terugkeren. Op een dag ben ik naar het gemeentehuis gestapt om een en ander administratief in orde te brengen. Chakib bleek al uit het bevolkingsregister geschrapt. Toen de ambtenaar vroeg waar hij naartoe was verhuisd, ben ik in tranen uitgebarsten. Ik kreeg het niet over mijn lippen dat hij naar Syrië was vertrokken. Ik schaamde me. Hoe zouden de mensen me bekijken als ze dat wisten?

Hebt u zijn vrouw ooit gezien of ontmoet?

VADER: Nee, maar er is wel contact met haar geweest.

MOEDER: Vlak na de aanslagen in Parijs wilden we Chakib spreken, maar zij vertelde ons aan de telefoon dat hij in Irak zat. Daarom ook dat wij nooit vermoedden dat hij betrokken was bij de aanslagen in Parijs.

ZUS: Nu hebben we geen contact meer met haar, maar toen konden we af en toe met haar communiceren. De dag nadat we het nieuws kregen dat mijn broer in Saint-Denis was omgekomen, heb ik nog geprobeerd om contact op te nemen, maar ze bleek verdwenen.

VADER: Na zijn dood wilde ik in Parijs zijn lijk ophalen. Ik werd letterlijk misselijk in de kantoren van de stadsdienst in Parijs toen ik moest uitleggen wat ik daar kwam doen. De ambtenaar vroeg wat er scheelde. Hoe moest ik vertellen dat mijn zoon een van de daders van de aanslagen was? Toen ik uiteindelijk toch de moed had om het te zeggen, werd het muisstil. Uiteindelijk heeft de ambtenaar mij zijn deelneming aangeboden. Dat deed deugd. Jammer genoeg kon de ambtenaar me niet helpen, ik werd naar het centrum van Parijs gestuurd om zijn lichaam en zijn spullen op te halen. Maar het lijk werd niet vrijgegeven, en ik werd zelf ondervraagd. Toen heb ik een advocaat in de arm genomen om de zaken te versnellen, maar dat heeft niet veel uitgehaald. We wachten nog altijd op antwoord van het Franse Openbaar Ministerie. Als excuus krijgen we alleen te horen dat het lichaam van mijn zoon niet in goede staat is. We weten alleen wat in de media is verschenen, en dat Chakib een bommengordel droeg toen de politie het appartement binnenviel.

ZUS: Twee maanden lang heb ik niet geloofd dat Chakib betrokken was bij de aanslagen. Dat kón gewoon niet. Ik heb nog altijd de grootste moeite om te geloven dat hij zich wilde opblazen als een kamikaze. Het is verboden in de islam om zelfmoord te plegen.

In die flat in Saint-Denis werd ook Abdelhamid Abaaoud doodgeschoten. Hij staat bekend als organisator van de aanslagen. Hoe kende uw zoon hem?

VADER: Ze kenden elkaar van in de buurt in Molenbeek. Blijkbaar vroeg Abaaoud na de aanslagen aan zijn nicht om een schuilplaats voor hen te vinden. Via een vriendin van haar kwamen ze in dat appartement terecht. Die vriendin wist eerst niet wie ze onderdak bood, maar de nicht heeft haar in vertrouwen genomen en blijkbaar heeft Abaaoud toen vol trots bevestigd dat hij verantwoordelijk was voor de aanslagen. Dat meisje heeft de autoriteiten gewaarschuwd. Wat daarna gebeurd is, weet iedereen.

Weet u wat de precieze rol van uw zoon is geweest bij de aanslagen? De media omschreven hem als Abaaouds luitenant.

VADER: Dat is mogelijk, maar ik weet het niet. Niemand van de autoriteiten heeft dat bevestigd of ontkend. Wij hebben via-via wel gehoord dat Chakib zich niet heeft opgeblazen, maar dat hij door de politie is doodgeschoten. Nadien is in het appartement maar één oud pistool gevonden met een lader voor amper vijftien kogels. Ik vraag me nog altijd af waarom ze niet levend zijn gearresteerd? Ze waren maar met drie, ze hadden maar één wapen én ze zouden uiteindelijk nog nuttige informatie hebben kunnen geven. De buurman van dat appartement, een oude Egyptische man die de Zesdaagse Oorlog nog heeft meegemaakt, zei dat wat hij die dag heeft gehoord en gezien alles overtrof wat hij in zijn jeugd had meegemaakt. Drie uur lang is er geschoten.

Hoe voelt u zich nu?

ZUS: Heel slecht, natuurlijk. Sommige dagen gaat het wat beter, maar dan val ik toch weer terug in dat zwarte gat.

MOEDER: Ik denk voortdurend dat ik mijn zoon zie. Dat ik hem op straat zie lopen of ergens zie zitten. Ik denk voortdurend aan hem.

VADER: We voelen alles tegelijk: woede, verdriet, onbegrip.

Hoe moet het nu verder? Krijgt u hulp van de overheid?

VADER: Ze hebben ons voorgesteld om met psychologen te praten. Wij zijn slachtoffers van de omstandigheden. We hebben onze zoon verloren en krijgen overal vuile blikken. Gelukkig zijn er ook mensen, zoals onze buurvrouw, die Chakib gekend hebben voor hij radicaliseerde. Van hen krijgen we wel veel steun. Iedereen van de familie heeft verdriet en probeert te vatten wat er is gebeurd. Wij begrijpen nog altijd niet dat hij in Parijs zat, zonder ons op de hoogte te brengen. Wij zijn toch zijn ouders?

Waar wilt u hem begraven?

VADER: In België, want in Marokko mogen we hem niet meer begraven. Toen ik daarover inlichtingen vroeg op het Marokkaans consulaat in Parijs, werd me meteen gezegd dat het uitgesloten was. Marokko heeft geen behoefte aan lijken van terroristen. Ze zeiden dat het niet wenselijk was om iemand in Marokko te begraven die als jihadi in Syrië heeft gevochten. Ze wilden niet dat andere Marokkaanse jongens daarover zouden nadenken.

Wat verwacht u van de Franse overheid?

VADER: Dat zijn lichaam zo snel mogelijk wordt vrijgegeven. We willen hem zo snel mogelijk begraven. Dan kunnen wij ook verder met ons leven, en vinden wij misschien nog een beetje rust.

‘Als je zoon naar een oorlogsgebied vertrekt, weet je dat je slecht nieuws kunt krijgen. Maar ik was helemaal verrast dat hij in Frankrijk zat.’

‘Toen de ambtenaar vroeg waar hij naartoe was verhuisd, ben ik in tranen uitgebarsten. Ik kreeg het niet over mijn lippen dat hij naar Syrië was vertrokken.’

‘Op de beelden van de bewakingscamera’s in de Parijse metro herkende ik hem aan zijn stap en aan de grijze pluk in zijn haar.’

‘Hij mag niet begraven worden in Marokko. Ze hebben geen behoefte aan lijken van terroristen.’

‘We voelen alles tegelijk. Woede. Verdriet. Onbegrip.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content