De Belgische film, met voorop “Manneken Pis” van Frank Van Passel, liep serieus in de kijker.

Zijn volgende film kondigt zich aan als misschien wel de moeilijkste uit de carrière van Frank Van Passel. Die schreeuwt namelijk om bevestiging, nu hij met zijn debuut “Manneken Pis” overvloedig in de prijzen viel. In eigen land draaide dat zelfs uit op een licht gênante scène, toen hij op het filmfestival van Gent alle vier de Joseph Plateau-prijzen in ontvangst moest nemen. Maar zo slecht bleek dat nog niet bekeken : de waardering voor Manneken Pis, waarin ook de akteerprestaties van Antje De Boeck en nieuweling Frank Vercruyssen opvielen, trok zich immers door tot ver over de grenzen. De prent kaapte prijzen weg op een rist festivals tot in Chicago, bijvoorbeeld en was met de “Internationale prijs van de kritiek” en “Prix de la Jeunesse” opvallend aanwezig op het festival van Cannes. Daar scoorde ook de Belgische Marion Hänsel met haar “Between the devil and the deep blue sea”. Internationale erkenning oogstte voorts Gérard Corbiau. Zijn “Farinelli” tikte zowel in Frankrijk aan twee Césars (voor decor en geluid) als in de Verenigde Staten. De uitreiking in Los Angeles van de Golden Globe voor de beste buitenlandse film vertaalde zich naar een Oscar-nominatie. “Forrest Gump” van Robert Zmeckis en met Tom Hanks in een glansrol als suksesvolle domoor pikte bij de Oscaruitreiking zes prijzen in.

De Europese film boerde ook dit jaar fel achteruit en werd zonder een zweem van diskussie voorbijgestoken door Aziatische produkties. De hoop op een revival vanuit Oost-Europa vertolkte Emir Kusturica, van wie het monumentale “Underground” over de oorlog in ex-Joegoslavië aansloeg en in Cannes met de Gouden Palm bekroond werd.

Ook in 1995 gehoorzaamde de filmwereld aan de wetten van Hollywood, dat geregeld de kassa kraakte, onder meer met de tearjerker “The Bridges of Madison County” met Meryl Streep en Clint Eastwood als tegenpolen, ook op het gebied van akteertechniek.

In het najaar dreef het miljoenen dollars verslindende waterepos “Waterworld” van Kevin Costner naar de filmzalen en werd nogal voorbarig en alleszins ongenuanceerd tot mega-flop gebombardeerd. Op de valreep meldde ook Disney prezent met de tekenfilm “Pocahontas”, een ode aan de kulturele identiteit van de Indianen : als tema bepaald niet kinderachtig.

– In het najaar liet Hollywood de kolossaal dure produktie “Waterworld” van Kevin Costner (grote) op de filmzalen los en bracht Disney met Pocahontas (hiernaast) een volwassen boodschap. Maar het filmjaar leverde vooral prijzen op voor Belgische prenten en voor (van boven naar onder) Frank Van Passel, Antje De Boeck, Marion Hänsel en Gerard Corbiau.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content