Bonn en Parijs bereiden een nieuwe machts- greep van de ministers van Financiën voor. Fons Verplaetse, de gouverneur van de Nati- onale Bank van België, kijkt welwillend toe.

DE SUGGESTIE VAN de Nederlandse premier Wim Kok om de Europese Muntunie (EMU) toch maar te verdagen, verbaasde vele mensen. Uitgerekend op het ogenblik dat Bonn en Parijs de rangen rond de euro sluiten, zorgde Kok voor een weinig gewaardeerd dissonant geluid. Over de datum van de EMU, zo kwamen Frankrijk en Duitsland overeen, kan niet meer onderhandeld worden. Brussel keurt deze stellingname goed. Europees commissaris Yves-Thibault de Silguy, verantwoordelijk voor monetaire kwesties, beschouwt de discussie als gesloten. ?De datum is taboe, anders wordt het hele verdrag opgebroken.?

Over de normen van Maastricht kan nog wel gepraat worden. Die criteria gelden natuurlijk als heilig, maar omdat ze arbitrair zijn, blijft er ruimte voor interpretatie. Niemand minder dan het orakel van de Belgische financiële orthodoxie, gouverneur van de Nationale Bank Fons Verplaetse, gaf vorige week toe dat de convergentiecriteria geen wetenschappelijke waarde hebben. ?Ze zijn behoorlijk arbitrair, zeker wat de staatsschuld betreft. De 60-procent-norm is volkomen willekeurig, want slaat op het gemiddelde van de Europese schuld in 1991. Nu bedraagt dat gemiddelde zelfs 75 procent. Voorts wordt in de criteria het aandeel van de overheid in de economie overschat en het belang van de betalingsbalans onderschat.?

Voor Verplaetse is dat echter geen reden om niet koste wat het kost de realisatie van de EMU-criteria na te streven. ?We hebben het verdrag getekend en België stevent op een catastrofe af, indien het niet met de eersten tot de EMU toetreedt.?

Samen met De Silguy, kwam Verplaetse in het Europees parlement het omstreden EMU-dossier toelichten. Zoals gebruikelijk verduidelijkte Verplaetse dat hij slechts een technocraat is, geen politicus. Toch bleef hij over de Belgische begrotingscijfers niet op de vlakte. Voor de gouverneur bestaat er niet de minste twijfel dat we tijdig de 3 procent halen. ?We hebben al meer dan 60 procent van de weg afgelegd. De nog te leveren inspanning is niet gemakkelijk, maar wel marginaal.? Een slip of the tongue of was het meer ? over de haalbaarheid van de 3 procent in 1996 van premier Jean-Luc Dehaene tijdens een Europese studiedag van de CVP, veroorzaakte in hoge Wetstraatkringen een begin van paniek. Alle zeilen werden bijgezet om de buitenlandse persbureaus in te tomen. Ook Verplaetse spande zich terdege in om de gemoederen en de wisselmarkten te bedaren. Niet zonder succes : de Belgische frank gaf in die dagen geen krimp.

Als men de gouverneur mag geloven, wordt niet de 3 procent het grote probleem, wel de publieke opinie. Die moet van het nut van de euro, de Europese eenheidsmunt, overtuigd worden. Een moeilijke opdracht, vermoedt Verplaetse. ?België is namelijk een arme staat met rijke mensen, die sinds de Gutt-operatie, onmiddellijk na de Tweede Wereldoorlog, soortgelijke ingrepen wantrouwt.?

MACHTSGREEP.

Ook bij De Silguy veroorzaakt de campagne naar de publieke opinie kopbrekens. ?In elk land moet je een ander verhaal vertellen. De Fransen associëren de euro met rationalisaties en werkloosheid, terwijl de Duitsers vrezen dat de euro een variante van de ecu wordt, die voortdurend aan waarde verloor.?

Eén van de drijfveren voor het streven naar een eenheidsmunt, is dat Europa zich beter wil wapenen tegen de andere muntblokken, vooral tegen de dollar. Zowel De Silguy als Verplaetse schitterden op dat punt door vaagheid. Met moeite krijgen ze over hun lippen dat de Amerikaanse munt op dit ogenblik ondergewaardeerd is en zo veel Europees banenverlies veroorzaakt. De gouverneur van de Nationale Bank wil geen potten breken : ?Het is verre van simpel om de juiste waarde van een munt te bepalen. Alleen van de lire durf ik zeggen dat die momenteel met ongeveer twintig procent beneden zijn waarde geprijsd staat. Ik zou de dollar liever hoger noteren. De vraag rijst echter hoe je dat voor elkaar moet krijgen. Het is een zeer ingewikkeld spel, want de dollar is nu eenmaal de dollar en de VS zijn nog altijd het machtigste land van de wereld. Met de euro hebben we waarschijnlijk meer mogelijkheden om op de koers te wegen. We zijn namelijk op weg naar een wereld met drie muntblokken : de dollar, de euro en de yen.?

Ondanks Kok en het Duits begrotingstekort lijken de promotoren van de euro aan de winnende hand. In Frankrijk en Duitsland wijzen de neuzen opnieuw in dezelfde richting. Vorige week maakten beide landen in de Franse stad Laval erg concrete afspraken hoe het na 1 januari 1999 moet. De Europese landen die niet meedoen (de outs) en zich aan concurrentiële devaluaties wagen, worden gesanctioneerd. Er komt bovendien een nieuw Europees monetair systeem, waarin bepaald wordt hoeveel de munten van de euro mogen afwijken. Ook geraakten de Duitse minister van Financiën Theo Waigel en zijn Franse collega Jean Arthuis het eens over het stabiliteitspact. Daarover lekte tot dusver weinig uit, tenzij dat er een stabiliteitsraad zal moeten toezien of de EMU-landen de strikte regels van het zuinig begrotingsbeleid niet overtreden. Over de samenstelling van die raad denken Waigel en Arthuis hetzelfde : dat wordt een klus voor de ministers van Financiën. Nog een machtsgreep want, zei Arthuis, ?dit wordt een soort economische regering van Europa.?

Verplaetse zelf is het eens met een stabiliteitspact. ?Het heeft geen zin om het examen te lukken en nadien opnieuw te beginnen feesten. Dan ook moeten er normen gerespecteerd worden. Welke die moeten zijn, moet ik niet bepalen. Dat is politiek.?

P.G.

Fons Verplaetse zet de naambordjes goed, Jean-Luc Dehaene kijkt toe : het verschil tussen technocraat en politicus.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content