Vlaanderen-Wallonië (1)

Waals minister Marie Arena poneert in ‘Nader tot elkaar’ (Knack nr. 15) de stelling dat ik niet goed geïnformeerd ben, naar een simplistische weergave van de feiten tendeer en een staaltje van demagogie heb getoond door mijn pleidooi dat Waalse werklozen in Vlaanderen zouden komen werken. Niets menselijks is mij vreemd, maar in dit geval meen ik recht in de schoenen te staan.

Er is een wereld van verschil tussen de economie en de arbeidsmarkt in het noorden en het zuiden. De werkloosheidsgraad bedroeg eind 2001 in Vlaanderen 6,6 procent tegen 17,6 procent in Wallonië. De arbeidsmarkt in het noorden bevindt zich dicht bij een situatie van volledige werkgelegenheid, die in het zuiden zit met een groot aanbodtekort. Het oude verschil in graad is een verschil in natuur geworden: dé Belgische arbeidsmarkt bestaat niet meer.

Ondanks die grote verschillen is de arbeidsmobiliteit tussen het noorden en het zuiden gering. Tussen Vlaanderen en Wallonië bleef de pendel sinds 1981 grotendeels ongewijzigd op 1 à 1,5 procent van de beroepsbevolking.

Eind oktober 2001 waren bij de VDAB 521 buitenlanders, maar slechts 360 werkzoekenden uit Wallonië ingeschreven. Het gebied met de laagste werkloosheid in België, Zuid-West-Vlaanderen (4,5 procent) grenst aan de regio met de hoogste werkloosheid, Henegouwen (21,4 procent). Toch zijn maar 189 inwoners van de provincie Henegouwen ingeschreven bij de VDAB in Zuid-West-Vlaanderen, terwijl daar enkele duizenden Fransen werken. Het taalverschil geeft dus geen sluitende verklaring.

Idem voor het arrondissement Tongeren (werkloosheidsgraad: 8,5 procent) dat grenst aan het arrondissement Luik (21 procent). Toch zijn maar 91 inwoners van de provincie Luik ingeschreven bij de VDAB.

In een context waarin van interregionale arbeidsmobiliteit nauwelijks sprake is, zijn gedecentraliseerde loononderhandelingen een noodzakelijke voorwaarde voor convergentie. Wat het meest nodig is voor de Waalse economische heropleving, is wat de Waalse politici het meest vrezen: defederalisering van de sociale zekerheid en aparte cao’s.

De federale loyaliteit en solidariteit veronderstellen een eerlijke en volgehouden inspanning om aan een economische heropleving te werken. Dat gebeurt echter niet. De ‘nationale’ lonen en de unitaire sociale zekerheid houden Wallonië arm. Door de kortzichtige en weinig moedige houding van de Waalse politici is België voor Wallonië een gigantische werkloosheids- en armoedeval geworden. Het status-quo biedt geen uitweg. Er is geen enkele reden waarom Wallonië in de toekomst Vlaanderen niet zou kunnen bijbenen of overtreffen. Als het kiest voor de juiste oplossingen.

Johan Sauwens, Vlaams volksvertegenwoordiger CD&V.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content