Het laatste woord

Jan Peumans: Jan Becaus reageert

Jan Peumans: jan becaus reageert

De uitlatingen van Jan Peumans in ‘Een Volksuniebaardje uit Limburg’ (Knack nr. 9) dwingen mij ertoe om te reageren. Peumans is nog altijd razend omdat ik en niet zijn goede vriend Huub Broers gecoöpteerd senator ben geworden. Dat is zijn goed recht, maar toen er over mijn kandidatuur gestemd werd, haalde ik meteen een ruime meerderheid in de partijraad. Ik twijfel niet aan de verdiensten van Huub Broers. Mocht ik geweten hebben wie er allemaal kandidaat was voor de functie, had ik zelfs nooit gekandideerd. Uiteraard had ik nooit een partijafdeling geleid, noch een partijconflict helpen oplossen. Ik was geen lid van de N-VA en had geen enkele binding met die partij. Peumans kan mij dus moeilijk verwijten dat ik de partijraad geen palmares kon voorleggen. Wat mijn activiteiten in de Senaat betreft: ik heb tot nog toe geen enkele commissievergadering of plenaire vergadering gemist, wat van de heer Peumans niet kan worden gezegd. Over wat ik in de commissie institutionele zaken al dan niet verricht, moet Peumans zijn mond houden, want hij zit niet in die commissie. En wat mijn verdiensten voor de Vlaamse gemeenschap betreft, heb ik een gerust geweten. Zowel in het onderwijs als bij de openbare omroep kan ik een onberispelijke staat van dienst voorleggen. Het zegt alles over de ware aard van de heer Peumans dat hij zijn afscheid van de politiek te baat neemt om mensen die hem nooit iets in de weg hebben gelegd op een dergelijke laaghartige wijze aan te vallen.

Jan Becaus

Internationale vrouwendag

In 1999, twintig jaar geleden, werd de eerste Womed Award toegekend (‘Veel te veel interessante vrouwen worden compleet over het hoofd gezien’, Knack nr. 10). CMBV kreeg de nieuwe naam ‘Markant – netwerk van ondernemende vrouwen’ naar aanleiding van vijftig jaar CMBV, en dat was in 2001. Een nieuw logo, een nieuwe huisstijl, website en vernieuwde werking volgden. Toen was Marleen Haemers nog nationaal voorzitster. Tineke Vanden Avenne wordt terecht een zeer verdienstelijke nationaal voorzitster genoemd, maar zij kreeg de titel pas in 2002 en heeft de traditie voortgezet. Ere wie ere toekomt.

Erica De Vlamynck, toenmalig nationaal adjuncte van Marleen Haemers en Tineke Vanden Avenne.

Landbouw

Als ik lees hoe arbeidsintensief en onrendabel de boerenstiel is geworden, dan is het tijd dat de overheid ingrijpt (‘Het is een kunst om boer te blijven’, Knack nr. 9). Financiële steun en de gepaste sociale begeleiding zouden de landbouwer kunnen helpen, wanneer die inziet dat het sop de kool niet meer waard is. Bovendien zal de sector in zijn geheel opnieuw een competitieve marktpositie kunnen verwerven.

Livin Schepers,

Maaseik

Mieke Vogels

Over de betaalbaarheid van de klimaatplannen weigert Mieke Vogels een duidelijk antwoord te geven (‘John Crombez trapt in de val van de multinationals’, Knack nr. 9). Begrijpelijk, want het zal ontiegelijk duur zijn. Wel laat ze doorschemeren dat de staat schulden mag maken, waardoor ze de toekomstige generatie behalve met het klimaatprobleem ook met een nog hogere schuldenlast wil opzadelen. Groen ijvert ook voor betaalbare woningen, maar drijft de prijs voor nieuwbouwwoningen op door steeds hogere normen te eisen. De partij zegt dat groene energie banen schept, maar verzwijgt dat ze ook banen vernietigt. Denk maar aan de petrochemie, de tankstations, de landbouwsector enzovoort.

Landbouw
Landbouw

Marc Haverbeke, Deinze

Tandzorg

De heer Paul Callewaert vergeet in zijn betoog gemakshalve dat de ziekenfondsen een verpletterende verantwoordelijkheid dragen in de stiefmoederlijke behandeling van de Belgische tandheelkunde (‘Wie is bang voor de tandarts(factuur)?’, Knack nr. 9).

Al eind jaren tachtig verscheen de eerste studie door consultancybureau Arthur Young (enkele jaren geleden nog geüpdatet door Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen) waarin onomstotelijk werd aangetoond dat hedendaagse lege artis tandheelkunde niet meer mogelijk is tegen de geldende conventietarieven. Sindsdien heeft letterlijk elke volgende conventie (waarin de ziekenfondsen een doorslaggevende stem hebben) besparingen gekend ‘zonder dat de patiënt het voelde’. Dat wil zeggen: een verdere veroudering van de nomenclatuur en/of het verder verwijderen van de conventietarieven van de economische realiteit.

Na de publicatie van het hygiëneprotocol voor de tandheelkunde (een set basisnormen waar hedendaagse tandheelkunde aan moet voldoen om mee te kunnen met de internationale minimumstandaard) waren het de ziekenfondsen die eenzijdig beslisten dat dit te duur was voor de Belgische tandheelkundige conventie. Men heeft die normen toen afgedaan als ‘slechts een aanbeveling’.

De theorie dat gratis zorg zou leiden tot een beter zorgaanbod voor kinderen is al lang achterhaald. De gratis zorg komt voornamelijk terecht bij kinderen van tweeverdieners, en de kansarmen komen niet of onvoldoende in het zorgcircuit terecht. Toch blijven de ziekenfondsen stug vasthouden aan dit gratisverhaal, waardoor de schaarse beschikbare middelen ondoelmatig worden gebruikt en nieuwe middelen de weg naar de kindertandheelkunde erg moeilijk en veel te traag vinden.

Callewaert zwijgt ook zedig over de voorbijgestreefde en bewezen schadelijke behandelingen die aan de conventie werden toegevoegd. Nog in 2016 werd door de ziekenfondsen een pseudonomenclatuurnummer uitgevonden om geschroefde kanaalstiften een attesteerbaarheid te geven, een behandelmethode waarvan de funeste gevolgen al meer dan tien jaar geleden werden aangetoond.

De plotse knieval van Callewaert om een erg onrealistiche verhoging van het budget met 500 miljoen euro te krijgen, houdt het midden tussen een reclamestunt en een loze verkiezingsbelofte.

Dirk Fierens

De redactie ontving nog 34 soortgelijke brieven van andere praktiserende tandartsen

Burgerparticipatie

In ‘Dit is een wereldprimeur’ (Knack nr. 9) poneert David Van Reybrouck het volgende: ‘Burgers zijn woedend omdat ze niet gehoord worden.’ Is de reden niet eerder dat zij niet het laatste woord hebben? Dat er van alles boven hun hoofden beslist wordt? De deliberatieve democratie is onvoldoende. In een democratie moeten de burgers, per definitie, het laatste woord hebben. Dat kan alleen als de burgers, in principe, een referendum kunnen aanvragen of opstarten. Het brexitreferendum is geen referendum in die betekenis. Het werd door de overheid, die alle macht heeft, geïnitieerd en is daarom een plebisciet.

Bert Penninckx, voorzitter Meer Democratie vzw, Pellenberg

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content