‘Het is moeilijk om niet uit je rol van verslaggever te vallen’

STEVEN DECRAENE: 'De vluchtelingen willen hun kinderen niet in kampen zien opgroeien.' © VRT
Jan Lippens
Jan Lippens Freelancejournalist

Verschillende politieke partijen pleiten voor een tijdelijk statuut voor de Syrische vluchtelingen. Steven Decraene: ‘Ik betwijfel of ze hun vlucht als een tijdelijke oplossing zien.’

Donderdag 10 september staat de vluchtelingencrisis centraal op alle VRT-zenders. Journalist Steven Decraene volgt de vluchtelingenkaravaan al ruim een maand letterlijk op de voet: van Griekenland en Turkije naar Macedonië, Servië en Hongarije, tot in Oostenrijk en Duitsland. Het brengt hem soms in een moeilijke positie. Aan de Hongaarse grens vroegen vluchtelingen hem bijvoorbeeld om een taxi voor hen te regelen. In de trein naar München vroegen ze hem op de man af zijn advies over België. Of dat wel een goede bestemming was voor asielzoekers? ‘Het is moeilijk om dan niet uit je rol van verslaggever te vallen, maar ik verwijs naar publiek bekende informatie over ons land en de wettelijke asielprocedure. Ik kan hen enkel zeggen dat de EU-landen op dit moment zelf ook niet goed weten hoe ze de crisis het best moeten aanpakken, en hen erop wijzen dat ze hun regels soms snel veranderen. In Denemarken werd de financiële steun plots teruggeschroefd.’

Vooral de manier waarop de vluchtelingen in Hongarije werden aangepakt hakte erin, zegt Decraene. ‘Ze dachten dat ze eindelijk in een gastvrij EU-land waren gearriveerd, maar de ontvangst was een schok. Het onthaal was vijandig, zelfs bijna racistisch. Ze voelden er zich totaal niet welkom. Een man vertelde dat hij iets wilde eten in een restaurantje in Boedapest, maar te horen kreeg dat ze geen vluchtelingen bedienden. Sommige Syrische vluchtelingen wilden hun paspoort verscheuren of weggooien. Anderen overwogen zelfs hun vingertoppen te verbranden zodat hun afdrukken niet zouden worden geregistreerd. Ik heb ze dat afgeraden, want hun registratie kan net helpen als ze asiel vragen in Oostenrijk of Duitsland. In Hongarije waren ze echt bang. Er waren wel Hongaren die eten, kleding of speelgoed brachten, maar in de trein heerste toch vooral de ongerustheid dat ze naar een kamp zouden worden afgevoerd en teruggestuurd. Die onrust verdween pas toen ze de Oostenrijkse grens naderden.’

In België pleiten verschillende partijen van meerderheid en oppositie voor een tijdelijk statuut voor Syrische vluchtelingen. Het achterliggende idee is dat de Syrische vluchtelingen naar hun land zullen terugkeren zodra de oorlog voorbij is. Maar dat lijkt Decraene allesbehalve evident. ‘De Syrische vluchtelingen zien de vrede in hun land niet snel terugkeren. Sommigen hebben het zelfs over een vijftigjarige oorlog. Het eerste jaar wachtten ze nog af wat de zogenaamde revolutie in hun land zou brengen. Het tweede jaar brak de burgeroorlog uit. Het volgende jaar kwamen allerlei radicale groeperingen opzetten en daarna stichtte de IS zijn kalifaat. Na vijf jaar was het voor veel mensen zonder meer duidelijk dat ze daar geen toekomst hadden en zijn ze vertrokken. Of ze hun vlucht als een tijdelijke oplossing zien, betwijfel ik dus. We vergeten ook dat veel van die mensen vaak al een jaar of langer in een vluchtelingenkamp in Jordanië of Turkije hebben geleefd in de hoop dat de toestand in Syrië zou verbeteren. Dat ze nu naar Europa komen, betekent dat ze die hoop hebben opgegeven en hier een nieuw leven willen beginnen. Ze willen niet blijven wachten en hun kinderen in een vluchtelingenkamp zien opgroeien. “Ik blijf Syriër, maar ik zal me inzetten voor het land dat me onderdak biedt”, hoor je geregeld.’

Jan Lippens

‘Het onthaal in Hongarije was vijandig, zelfs bijna racistisch.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content