Peter Vandeweerdt

Wie Zingend brons leest, weet beslist waar de klepel hangt.

Het woord ‘beiaard’ zindert bijna vanzelf van nostalgie en valse romantiek over de middeleeuwen. Zingend brons is evenwel géén boek vol gemeenplaatsen of verheerlijking van het verleden, maar gewoon het ultieme boek over klokken en beiaardmuziek. Het levenswerk van een bezetene, maar dan wel een uit-stekend gedocumenteerde bezetene die de lezer pagina na pagina bestookt met even onbekende als merkwaardige feiten. Wist u bijvoorbeeld dat de slagtoon – de toon van een klok die we waarnemen – helemaal niet door die klok wordt geproduceerd? We maken hem in onze hersenen.

Hoe een klok wordt gestemd (dat wisten ze pas echt in de 16e eeuw, voordien klonken alle klokken vals), waarom de beiaard uitgerekend in de Lage Landen ontstond, waar hij voor het eerst schriftelijk wordt vermeld (in de Reynaert, nota bene), welke bizarre functies klokken hadden: al die vragen leveren verhalen op die je ook los van het klokkenthema zou lezen. Omdat ze moeiteloos allerlei technische, geschiedkundige, culturele inzichten brengen. Het gezichtsveld is altijd breed – af en toe misschien iets té: het klokkenverhaal met de oerknal beginnen of over de basis van de klok, de granaatappel, ook nog vertellen waarom hij zijn naam aan de hand-granaat heeft gegeven, is er wat over. Maar langdradig wordt het nooit.

Rombouts bespreekt onder meer de grote figuren – klokkengieters, technici, beiaardiers – die in de Lage Landen de beiaard groot hebben gemaakt. Maar hij komt ook ver onder de klokkentoren vandaan: hij onderzoekt onder meer hoe de beiaard vanaf het einde van de 18e eeuw de Nieuwe Wereld veroverde. In de VS was men geboeid door het instrument, in die mate zelfs dat het een Amerikaan was die er na de vernietiging van de Leuvense bibliotheek in de Eerste Wereldoorlog voor zorgde dat het nieuwe gebouw een beiaard mét Liberty Bell kreeg. Een verhaal dat Luc Rombouts met enige autoriteit mag vertellen, want hij is er de beiaardier.

Hoewel de ondertitel laat vermoeden dat Zingend brons in de eerste plaats over muziek gaat, is dat toch niet de kern, al staan er wel heel wat teksten van gedichten en liederen in. Bij het bekende Blijheidslied van Karel Mestdagh over de Guldensporenslag (‘De beiaard speelt zo schoon hij kan, en vreugde heerst alom’) merkt Rombouts nuchter op dat er in 1302 nog geen beiaard bestond.

Deze erg leesbare maar toch uitstekend gedocumenteerde turf behandelt een weinig trendy, ‘klein’ onderwerp – maar toch ook het grootste muziekinstrument ter wereld – op zo’n manier dat het bijna cool wordt.

LUC ROMBOUTS, ZINGEND BRONS, DAVIDSFONDS LEUVEN, 463 BLZ., 39,95 EURO.

Peter Vandeweerdt

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content