Jan Delvaux
Jan Delvaux Belpopkenner

Het radiodossier staat dezer dagen in tal van agenda’s in het rood omcirkeld. Tussen de communautaire twisten en rechtszaken door zijn de eerste grote troepenbewegingen van de vrije radio’s begonnen.

Vanaf zaterdag worden de dagen aan de Medialaan in Vilvoorde ook met radio gekleurd. Een veeleer bescheiden maar goed uitgeruste studio op de eerste verdieping van het VTM-gebouw wordt vanaf 21 november de vaste uitzendbasis voor Topradio. Het netwerk van een twintigtal lokale radio’s dat zich met snelle ritmes en potige rock tot een erg jong publiek richt, wordt het eerste project van de radiovisie.

Topradio moet vooral als een signaal gezien worden. De aftrap gebeurt enigszins in mineur omdat een landelijk commercieel radiostation tot nader order wettelijk niet kan. Toch heeft de stap een grote symbolische en strategische waarde. Men heeft er de bedrijfsnaam zelfs voor veranderd. Het nieuwbakken letterwoord VMM(Vlaamse Media Maatschappij) is een verzamelterm die de diversificatie moet overkoepelen en verwarring moet vermijden. De VMM bundelt VTM, Kanaal 2 en Topradio. Even waart de pioniersgeest weer. Een decennium geleden was VMM al de werknaam voor de commerciële televisiezender waarover enkele Vlaamse uitgevers brainstormden.

Dat het menens is met dat radioproject mag ook blijken uit het feit dat VMM in zee wil gaan met een aartsrivaal. Noodgedwongen belandt het met de herlancering van Topradio op de klantenlijst van VT4. Om ervoor te zorgen dat de programma’s simultaan op de verschillende lokale stations te horen zijn, gebruikt de keten sinds vorig jaar het satellietkanaal van de zender uit Nossegem. Zo tekenend kan het toeval dus zijn. De reclamepot die VTM naar VT4 zag drijven, is net een belangrijke drijfveer geweest om de radioplannen eindelijk te concretiseren. De televisiezender is zijn reclamemonopolie immers de facto kwijt en zoekt naar een uitbreiding van haar inkomsten. Die verbreding is dubbel interessant omdat gebleken is dat men op radio vaak andere adverteerders vindt dan op televisie. VTM stelt bovendien dat het concurrentieel achterhinkt op de VRT omdat het zijn programma’s niet met een eigen radiozender kan promoten.

VOOR VTM IS RADIO ESSENTIEEL

De stap van intentie naar actie kwam er toen gedelegeerd bestuurder Christian Van Thillo in februari in de Commissie voor Mediabeleid van het Vlaams parlement aankondigde dat landelijke commerciële radio een essentieel dossier is voor VTM. Een officiële aanvraag voor zo’n station werd door mediaminister Eric Van Rompuy (CVP) op een njet onthaald. Waarop VTM een verzoekschrift indiende bij de Raad van State om het verbod op landelijke commerciële zenders in Vlaanderen nietig te verklaren. De uitspraak wordt binnen afzienbare tijd verwacht.

“We putten dus al onze juridische middelen uit om nadien zeker het verwijt niet te krijgen dat we hadden moeten protesteren of in beroep gaan”, zegt Dirk Vanhegen die in februari werd binnengehaald als projectmanager radio. De dertiger is voorzitter van de regionale televisie WTV en werkte eerder als reclamecoördinator voor KBC en hoofd communicatie van de CVP. Een ideaal bruggenhoofd dus tussen het lobbywerk, de adverteerdersmarkt en het mediagewemel. Wat meer dan bruikbaar is nu het radiodossier in verschillende agenda’s in het rood omcirkeld staat. Het gaat nu al van dampen naar stomen en we zitten nog maar aan het aperitief. Een ingewikkeld bordspel met politieke mijnenvelden, economische belangen, juridische bommen en twisten over spelregels ligt open.

Centraal in de arena staat een technische discussie waaraan het hele dossier met dikke kabels vastzit. Om radio te maken, heb je namelijk frequenties nodig en die zijn een schaars goed. In Vlaanderen worden de frequenties tussen 87.7 en 102.2 FM voorbehouden aan de openbare omroep die met een groot zendvermogen mag opereren. Op de rest van de band zitten zo’n 330 lokale stations met een beperkte uitzendkracht. Met zo’n beperkt wervingsterrein voor inkomsten uit reclame en sponsoring is de uitval de jongste jaren dan ook groot geweest. Binnen haar veld heeft de VRT ondertussen zes openbare netten uitgebouwd waarmee men zo’n 80 procent van het publiek bereikt en 90 procent van de reclamebestedingen binnenhaalt.

DONNA: EEN DOORN IN HET OOR

In het achterland werd ondertussen met hoop en honger op betere tijden gewacht. Men zag er hoe men in Nederland de discussie van voren af begon en probeerde om zoveel mogelijk zenders een kans te geven op de FM-band. Hoe de privé-zenders Contact en Bel RTL zich als marktleiders opwierpen in het zuiden van het land. En vooral de start van Radio Donna in 1992 was er een doorn in het oog. “We waren met radioreclame begonnen op vraag van de overheid en dat bleek te werken”, zegt Frans Ieven, directeur programmatie van de VRT Radio, “De vraag van de reclamewereld werd zodanig groot dat wij binnen de beschikbare netten nauwelijks aan die vraag konden beantwoorden. Radio Donna moest enerzijds die druk opvangen, anderzijds het gigantische Radio 2 tot normale proporties herleiden. Hadden wij toen die vraag niet kunnen opvangen, was er waarschijnlijk een commercieel radionet ontstaan.”

Het andere kamp komt op zo’n moment meteen aanzetten met termen als algemeen belang en dienstverlening. De VRT heeft een beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid waarin haar opdracht en financiering worden bepaald. Ze moet een zo groot mogelijk aantal luisteraars bereiken met een kwalitatief hoogstaand aanbod. Met 80 procent van de markt is die opdracht ook uitstekend volbracht. Er wordt ook nergens ontkend dat er aan de Reyerslaan goede radio wordt gemaakt. “Is het echter de taak van de openbare omroep om producten op de markt te brengen die dienen om commerciële producten te beconcurreren?” stelt Dirk Vanhegen. Waarna automatisch de vraag volgt of de belastingbetaler moet betalen voor een station als Radio Donna?

Het grote bereik van de VRT is voor minister Van Rompuy ook altijd een argument geweest in de discussie over de noodzaak aan een landelijke privézender. De VRT doet haar taak en doet dat goed. Dat brak hem redelijk zwaar op toen in september gewag werd gemaakt van plannen voor een zevende VRT-net, de softpopzender Mona Lisa. Had men dan toch niet iedereen bereikt? “Zoals Mona Lisa hebben we nog denkpistes klaarliggen”, zegt Frans Ieven. “We weten dat de concurrentie er staat aan te komen en dat we voorbereid moeten zijn. Nogmaals, wij moeten de middelen van de gemeenschap maximaal gebruiken. Dus we moeten klaar staan. Als we klappen krijgen, zal iedereen zeggen dat we ons hebben laten doen. En als we ons voorbereiden, heeft men het meteen over imperialisten. We hebben een aantal scenario’s klaarliggen om onze dienst aan de gemeenschap te verzekeren met de middelen waarover we beschikken.”

ER IS PLAATS MAAR TE WEINIG

Tot die middelen behoren ook frequenties. De consternatie over Mona Lisa had dan ook vooral te maken met het feit dat er plotseling toch nog plaats bleek te zijn voor een nieuwe zender. En dat terwijl minister Van Rompuy een landelijk commercieel station vooral had tegengehouden wegens een gebrek aan frequenties. De opdeling op de FM-band tussen de VRT en de lokale zenders moet altijd gezien worden vanuit een technische beperking. “Het gaat hier om een technische en een politieke beslissing”, zei de minister in april op het VRT-Radioforum. “Technisch gezien heeft de overheid een aantal beperkte mogelijkheden. De beschikbare bandruimte is immers beperkt. Daardoor is het onmogelijk om én een openbare ruimte met vijf netten te handhaven én lokale radio’s ruimte te geven én landelijke commerciële stations toe te staan. Slechts twee van deze opties zijn mogelijk.”

Wie zich aan technische twisten wil wagen, kan maar beter de veiligheidsriemen vastsnoeren. Er wordt met studies en cijfers gegoocheld dat het mooi om horen is. “Het is uitgesloten dat je tussen 87.7 en 102.2 FM nog een nationaal netwerk kunt opzetten”, zegt Frans Ieven. “Wij hebben indertijd alles uit de kast moeten halen om met Donna te beginnen. Iedereen moest opschuiven om plaats te maken. En dan nog is het niet compleet. In het zuiden van West-Vlaanderen en boven Antwerpen zitten we met problemen.”

Op het kabinet van minister Van Rompuy beweert perswoordvoerder Walter Aertsens dat er hooguit plaats is voor één of twee stations. Te weinig om het concurrentiespel te laten spelen. Bij de privé-zenders is men er dan weer van overtuigd dat het schaarsteprobleem relatief is. Daar wordt geschermd met het onderzoek naar een nieuw frequentieplan door het Nederlandse Broadcast Partners. Het bedrijf kreeg spreekverbod over de ruimte onder 102.2 FM. “Uit een summiere studie die Broadcoast Partners op vraag van een lokale zender heeft uitgevoerd, bleek dat er nog een aantal onbenutte frequenties openliggen”, zegt Dirk Vanhegen. “De VRT heeft ervoor gezorgd dat die hele strook gebetonneerd is. Het heeft zelfs frequenties onbenut gelaten die door de buurlanden geclaimd zijn. De vraag is dan ook wie bepaalt wat er gebeurt met de frequenties die Vlaanderen krijgt? En op dit moment is dat niet de Vlaamse overheid maar de VRT. Ze heeft altijd zelf bepaald wat ze daarmee ging doen. Ik weet ook wel dat er geen ruimte is voor ettelijke landelijke stations. Maar er is wel degelijk plaats.”

Die veronderstelling heeft ondertussen ook het Vlaams parlement en het Europese niveau bereikt. Zo is er op bepaalde politieke banken deining ontstaan over een persoonlijke brief van Europees commissaris Karel Van Miert aan Eric Van Rompuy de dato 3 maart 1997. Daarin zegt de commissaris dat een monopolie niet verder mag gaan dan wat echt noodzakelijk is voor het algemeen belang. Mocht dat in het geval van de VRT toch zo zijn, dan is het de vraag of het huidige concept verder tegen de tand des tijds bestand zal zijn. Bij de VMM beroept men zich ook op de rechtspraak in landen waar de overheid haar openbare zenders afschermde en uiteindelijk moest inbinden.

HET SCHAAMLAPJE VAN HET BELEID

Binnen het beleid van Van Rompuy weegt ook het lokale accent zwaar. “We beschermen dat lokale karakter omdat het belangrijk is. Ook al gezien de geschiedenis van de lokale radio’s”, zegt Walter Aertsens. Sinds 18 juli is een nieuw radiodecreet van kracht dat die lokale zenders een verhoogde leefbaarheid moet garanderen. Daarin worden een aantal fenomenen geregulariseerd die feitelijk al bestonden. Zo is ketenvorming voortaan toegelaten en mag er ook landelijke reclame gevoerd worden op lokale zenders. Hoog in de FM-band komt er plaats voor agglomeratiezenders in Antwerpen, Gent en Brussel. En ook kabelradio’s zijn toegelaten. Een optie waarin niet volmondig geloofd wordt. Het is meestal toch een verkapt opstapje naar de FM-band en die is zoals gezegd al schaars.

De concrete uitwerking van het decreet hangt echter samen met een nieuw frequentieplan dat normaal gesproken vanaf 1 januari 1999 moet ingaan. Dat kan echter alleen maar als er een akkoord is met de Franse Gemeenschap en die heeft behoorlijk wat bemerkingen over de agglomeratieradio’s. Omgekeerd zijn er dan weer problemen met de hoge zendvermogens die in het zuiden van het land zijn toegelaten en die in Brussel en rond de taalgrens voor problemen zorgen. De vrees bestaat dan dat de nieuwe datum niet gehaald wordt en de bestaande vergunningen gewoon blijven doorlopen.

In dat nieuwe frequentieplan wordt het aantal radio’s normaal teruggevoerd van 325 naar iets meer dan 200. De dossiers zullen geëvalueerd worden door het Vlaams Commissariaat voor de Media. “Een typisch voorbeeld van de objectivering van het beleid”, zegt Nico Carpentier van Radio Centraal in Antwerpen. “Men depolitiseert zogezegd, maar het zijn wel de politici die de normen opleggen.”

Door de zenders te onderwerpen aan strenge bedrijfscriteria, wordt het lokale karakter volgens hem sterk ondergraven. Waar moeten kleinschalige initiatieven hun middelen halen? En zal er nog plaats zijn voor alternatieve projecten die cultureel en maatschappelijk relevante radio willen maken? Daarom pleit Carpentier voor een soort van intrasectoriële bijdrage. Een fonds dat zijn geld haalt uit de frequenties die de overheid verkoopt aan de commerciële zenders. “Die frequenties zijn een economisch goed. Waarom zou de overheid die dan zomaar wegschenken?”

Bij Radio Centraal vreest men zeker niet uit de boot te zullen vallen. Al was het maar omdat het als schaamlapje van het beleid kan dienen. Samen met een handvol vrijbuiters van het eerste uur tracht de zender het zonder reclame te rooien. Er wordt een lage drempel gehanteerd en de besluitvorming gebeurt door de programmamakers zelf. Het is een concept dat door momenten van broosheid moet gaan maar dat nog steeds aanloop vindt. Samen met het tegen bierkaaien vechtende Radio Scorpio (Leuven) maakt Centraal deel uit van een internationale vereniging van community radio’s. Het zijn niet echt gemeenschapsradio’s maar veeleer zenders die starten vanuit een gemeenschappelijke interesse. En die ook openstaan voor de breedste mogelijkheden van het medium. Zo werd enkele jaren geleden 24 uur op rij uitgezonden vanuit een toilet waar vijf mensen zich bij wijze van sociaal experiment hadden laten opsluiten.

WACHTEND OP DE CONCURRENTIE

Met uitzondering van de mediaminister lijkt iedereen het er ondertussen roerend over eens dat de FM-band ooit zal worden opengegooid. “Is het leuk en spannend? Ja”, zegt Frans Ieven. “Het doet mij soms denken aan een allegorisch verhaal van de Italiaanse schrijver Italo Calvino over een stad die aangevallen ging worden. Gedurende honderden jaren hield men de poorten dicht en stond men klaar om de aanval af te slaan. Uiteindelijk viel dat toch slap en stonden ze daar. Wij zijn al tien jaar alert. De concurrentie komt er nog niet echt aan, maar ik hoop dat we niet in slaap liggen als ze komt. Want het laat geen twijfel dat ze er ooit in volle kracht en duidelijkheid zal staan.”

Opmerkelijk in dat verband is ook de uitspraak van Guido De Moor in het blad Media & Marketing. De man is de directeur-generaal van de VAR die de reclameregie van de VRT verzorgt. “Volgend jaar moeten we tegen concurrenten opboksen aangezien het monopolie van de VRT tenietgedaan zal worden. We moeten ons beleid dus herzien en onze tarieven aanpassen.” Volgend jaar staat synoniem voor de volgende legislatuur. Uit vrees voor misstappen wordt verwacht dat tot dan zal gewacht worden met de nieuwe vergunningen.

Het is ondertussen trouwens amusant om te luisteren naar de gissingen over de diepere beweegredenen van minister Van Rompuy. Het argument van de vrije jongens dat er bijgepast moest worden wanneer het reclamedeel van de VRT zou slinken, wordt door zijn eigen kabinet sterk betwijfeld. “De groei van de markt en de bedragen die nu worden gerealiseerd, zijn zo groot dat ook bij een eventuele terugval de dotatie niet zal moeten verhoogd worden”, zegt Walter Aertsens. Anderen houden het op een persoonlijk standpunt. “In zijn boekje ‘Vlaamse raadsels’ vraagt Eric Van Rompuy zich af of hij jaren een privé-gevecht met Contact heeft moeten leveren om dat soort van radio met Donna te krijgen. Als je dat interpreteert, lijkt het vooral een cultureel gevecht”, zegt Steven Van Den Audenaerde, directeur communicatie van IP, de reclameregie die onder meer voor Contact en Topradio werkt.

WORDT STUDIO BRUSSEL BEDREIGD?

In de lacune tussen het decreet en het nieuwe frequentieplan worden ondertussen in versneld tempo stellingen ingenomen. Het zijn vooral troepenbewegingen met het oog op D-Day. Alleen ketenradio Contact heeft het zelfvertrouwen om rechtstreeks in de clinch te gaan met de VRT. Met Family Radio wil het een stuk inpikken van het grote marktaandeel (36 à 38 procent) van Radio 2. De anderen maken vooral de vingers los. Zo experimenteerde VT4 op de middengolf en bezet NRJ, telg van een voornaam buitenlands geslacht, een uitkijkpost in Antwerpen. En wat zijn de intenties van Lex Harding die met Radio 538 tot de grotere Nederlandse zenders behoort en hier zopas met het televisiestation TMF is gestart? Dralen is niet langer gepast. Zelfs als er openingen komen, zullen de plaatsen nog beperkt zijn.

Bij VMM zoekt men in afwachting niches op. Naast Topradio komt er in maart 1999 ook nog een softpopzender naar het model van het Nederlandse Sky Radio. Er werd aanvankelijk wel gepraat met Radio Contact maar die piste werd verlaten. “De optie die zij nemen, past niet binnen de strategie van VTM. Wij willen op dit moment geen vedettenradio. Die komt er pas wanneer we een landelijke vergunning hebben en dat moet dan onze Radio 2 worden.”

Met Topradio hoopt men de actuele 2 procent te verdubbelen. De groei wordt vooral gezocht bij de luisteraars tussen twaalf en achttien jaar. De groep die in de reclamewereld als de achillespees van de VRT wordt beschouwd. Zit men dan toch niet aan Studio Brussel te knabbelen? Volgens nieuwbakken netmanager Jan Hautekiet ligt die groep echter grotendeels buiten het profiel van zijn station. “Ik denk dat men met Topradio jonger aan het mikken is. Ik zie de eerste bewegingen ook niet onze richting uitgaan. We zijn een geprofileerde zender. Waarmee ik niet wil zeggen dat we een soort van getto of marge huldigen. Het is veeleer de vraag of de groep die wij bespelen interessant genoeg is om daar een hele investering aan op te hangen? Er is natuurlijk altijd een zwaard van Damocles. Maar er zijn zeker geen signalen dat het platter of anders moet. Alleen wat coherenter misschien.”

HET LAND VAN HOOGLAND

Met Topradio wil men bij VMM vooral de stiel leren. Alleen Kurt Rogiers (Wittekerke) werd uit het pakket van bekende televisiegezichten gelicht. Er zijn hoge verwachtingen rond “Het land van Hoogland”. “Het is het enige programma van een lokale radio dat in bredere kring bekendheid geniet. Zelfs als men het nog nooit beluisterd heeft, kent men het wel”, zegt Dirk Vanhegen. Over de absolute luistercijfers kan geredetwist worden. Maar sinds de jongste editie van Marktrock in Leuven lijdt het geen twijfel meer dat Peter Hoogland zijn aanhang in beweging kan brengen. Hij had hen opgeroepen om samen naar de Nederlandse zangeres Anouk te gaan kijken. Zwarte kledij was het herkenningspunt. De menigte op het Fochplein was zo groot dat de politie er een verboden betoging in zag.

De laatavondtalkshow van de man draait rond emoties en wordt naar eigen zeggen vanuit de buik gemaakt. Externe waarnemers spreken van een Phil Bosmans voor de jaren negentig. “Mensen trachten altijd hun zwakheden en gevoelens te verbergen”, zegt de maker. “Maar hoe meer je ze verbergt, hoe harder je gekwetst kunt worden.” Het programma is een forum voor wie iets te vertellen heeft en loopt van grote levensvragen tot schuine moppen. Volgens Hoogland deelt hij het publiek van “Hallo Hautekiet” op Studio Brussel. Een verlengde waaruit een kietelgevecht groeide. Hoogland had zijn hooglanders gevraagd om naar andere zenders te bellen en er zijn programma aan te prijzen. “Dat is zeker niet bedelen. Dat is een creatieve oplossing voor het gebrek aan centen.” Even was er een plan om de man Hautekiet te laten vervangen tijdens een weekje vakantie. Maar dat werd ingetrokken toen de toekomst van Topradio duidelijk werd. Simultaan werden ook reportages over het fenomeen in “Piazza” (Radio 1) en “De wereld is klein” (TV 1) afgeblazen. “Dit gaat niet over informatie. Met het oog op de nakende concurrentie is het zeker niet aan ons om de man dat extra platform te geven”, zegt Frans Ieven. Een spannende tijd meldt zich aan.

Jan Delvaux

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content