‘Het is hoog tijd dat iedereen zijn stoere verklaringen voor zichzelf houdt en stopt met zeuren over de verkiezingsuitslagen.’ Norbert De Batselier is de communautaire borstklopperij zat en hoopt dat iedereen nu doet wat hij moet doen: een regering vormen.

Norbert De Batselier (SP.A) is een voorzichtig man. Niet uit vrees voor de toorn van Steve Big Brother Stevaert of om koste wat het kost Vlaams parlementsvoorzitter te mogen blijven, maar omdat hij niet gelooft in de eigentijdse openconflictcultuur. Voor hem liever geen hoogoplopende discussies waarbij iedereen elkaar probeert te overtroeven en uiteindelijk niemand wint. Beschaafd debatteren, compromissen zoeken en met engelengeduld teksten bijschaven, dát is meer zijn ding. Dat het Vlaams parlement daardoor vooral in de ogen van de media niet meteen de aantrekkelijkste assemblee is, houdt hem niet uit zijn slaap.

Want het is wel zijn assemblee. Terwijl de heraangelegde markt van Dendermonde wordt opgesmukt voor de plechtige inhuldiging, pendelt burgemeester De Batselier dan ook tussen zijn stad en de formatiebesprekingen in Brussel. ‘Ik houd me bezig met de werkgroep economie, maar ik ben natuurlijk ook op de hoogte van alles wat in de centrale werkgroep gebeurt’, zegt hij.

Daar hebben de federale SP.A-ministers het voor het zeggen.

NORBERT DE BATSELIER: Het klopt dat Frank Vandenbroucke de inhoudelijke onderhandelingen voor ons leidt, maar hij gaat dan ook naar de Vlaamse regering. De aanwezigheid van Steve Stevaert ligt voor de hand, want hij is naast partijvoorzitter ook Vlaams parlementslid.

Federaal minister van Begroting Johan Vande Lanotte…

DE BATSELIER: … laat zich niet vaak zien op de formatiebesprekingen. Alleen als er over de Vlaamse begroting wordt gepraat, komt hij luisteren of stuurt hij zijn kabinetschef. Hij voert echt geen financieel-tactische onderhandelingen in naam van de SP.A.

Dan is er toch nog iemand die in de federale regering wil blijven.

DE BATSELIER: (grijnst) Dat leid ik daar ook uit af.

Waarom vinden federale excellenties het Vlaamse niveau plots zo belangrijk?

DE BATSELIER: Omdat de jongste verkiezing tegenwoordig altijd de belangrijkste is. Vorig jaar kozen haast alle politieke kanonnen voor het federale niveau, maar in de aanloop naar 13 juni vonden de meesten Vlaanderen plots heel erg belangrijk. Dat schept natuurlijk niet bepaald een positief beeld van de politiek. De federale en Vlaamse verkiezingen moeten dan ook dringend weer op dezelfde dag worden georganiseerd, op voorwaarde dat de kandidaten maar op één lijst mogen staan.

Hoe verder de formatiebesprekingen vorderen, hoe langer het communautaire verlanglijstje wordt. Hebben de onderhandelaars zin om de Franstaligen eens goed de kast op te jagen?

DE BATSELIER: In de eerste plaats is de overheveling van een aantal nieuwe bevoegdheden naar de regio’s noodzakelijk als we een efficiënter beleid willen voeren. Zelf heb ik vorig jaar in mijn boek Dynamiek of dynamiet? voorspeld dat onder meer de splitsing van het werkgelegenheidsbeleid en de verkeersreglementering ter discussie zouden worden gesteld. Dat heb ik net voor de verkiezingen trouwens nog eens herhaald in de nota die ik samen met Vlaams minister-president Bart Somers (VLD) heb geschreven.

Die tekst was wel héél voorzichtig geformuleerd.

DE BATSELIER: Ronkende verklaringen hebben nog nooit iemand vooruitgeholpen. Het is hoog tijd dat iedereen al die stoere uitspraken voor zichzelf houdt. Alle partijen die nu aan de onderhandelingstafel zitten, lijken dat in te zien en stellen zich de laatste tijd gematigder op.

Behalve Frank Vandenbroucke dan. Zijn voorstel om het budget van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA) te regionaliseren, sloeg zowel bij de Franstaligen als in uw eigen partij in als een bom.

DE BATSELIER: Ik wil daar niet veel woorden meer aan vuil maken; binnen de partij weten ze hoe ik erover denk. Wel hoop ik dat iedereen nu beseft dat communautaire thema’s in élke partij gevoeligheden opwekken. Wie stappen vooruit wil zetten in de staatshervorming, moet ervoor zorgen dat elk lid van zijn partij en van zijn beweging kan volgen. Op zich is er niets mis mee om een deel van je achterban met lichte dwang mee te sleuren, maar het mag niet zo ver gaan dat je hen de arm moet omwringen.

Dat is wat Vandenbroucke heeft gedaan?

DE BATSELIER: Vandenbroucke heeft aanvankelijk de indruk gewekt dat hij ook de uitkeringen wilde regionaliseren. En over de splitsing van de vervangingsinkomens valt in dit land geen akkoord te krijgen. Nooit. Dat zou het begin betekenen van de ontmanteling van onze sociale zekerheid. Omdat de vervangingsinkomens een verzekering vormen, moet de gemeenschappelijke pot zo groot mogelijk zijn. Verkleint de pot, dan vergroten de risico’s en zijn er maar twee mogelijkheden: de bijdragen optrekken of de uitkeringen verlagen. Als socialist zie ik geen van beide zitten, en ik ben niet de enige.

Het openlijke geruzie binnen de SP.A heeft amper vierentwintig uur geduurd, daarna werden de rangen op bevel van de voorzitter gesloten.

DE BATSELIER: Had u ons graag vechtend over straat zien rollen, zoals de liberalen een paar maanden geleden? Wij discussiëren veel en soms heftig, maar wel achter gesloten deuren. Ik hoop dat geen enkele socialist vergeet wat interne twisten met de VLD hebben gedaan.

De afgelopen week kregen we van de onderhandelaars op het formatieberaad te horen dat het Vlaamse kasboek er goed uitziet, maar toch moet er zwaar bespaard worden. Kunt u nog volgen?

DE BATSELIER: (lacht) Zo moeilijk is dat toch niet? De beleidsruimte is inderdaad krapper dan we dachten, maar de noodzakelijke besparingen zijn relatief klein in verhouding tot de totale begroting.

Nog niet zo lang geleden gilde CD&V zich schor op de oppositiebanken, omdat paars-groen Vlaanderen in de financiële chaos zou storten. Maar na amper een paar dagen formatiebesprekingen besluit Yves Leterme (CD&V) dat het goed gaat met de regio.

DE BATSELIER: The duty of the opposition is to oppose. En het is nu eenmaal zo dat meerderheid en oppositie veel met elkaar praten, maar amper naar elkaar luisteren. Nu we samen een regering moeten vormen, horen we plots wél wat de ander zegt en proberen we de feiten te objectiveren. We praten nu op een andere manier met elkaar dan de voorbije vijf jaar in het parlement en de besprekingen lopen dan ook goed.

Alle partijen willen er duidelijk iets van maken. De kiezer en Groen! hebben de drie kartels tot elkaar veroordeeld, en dat wekte aanvankelijk niet veel enthousiasme op. Maar een klassieke tripartiete heeft ook voordelen. Iedereen wil toch altijd zo graag een groot maatschappelijk draagvlak? Wel, dat hebben we nu. Laten we dus ophouden met dat gezeur over hoe moeilijk de kaarten geschud zijn.

Veel keuze is er niet: wie de onderhandelingen opblaast, veroordeelt Vlaanderen tot het Vlaams Blok.

DE BATSELIER: Dat klopt, en dat voel je ook aan de constructieve sfeer tijdens de onderhandelingen. Al moeten de CD&V’ers na jaren in de oppositie wel aan hun nieuwe positie wennen. Voor sommigen, die regeringservaring hebben, is dat niet zo moeilijk. Ik vind het zelf trouwens heel aangenaam met mensen te onderhandelen die het klappen van de zweep kennen. In de werkgroep economie zit ik bijvoorbeeld met Luc Van den Brande (CD&V), die ik door en door ken, en Dirk Van Mechelen (VLD), met wie ik ondertussen vijf jaar heb samengewerkt. Andere onderhandelaars, die elkaar minder goed kennen, hebben de neiging drastischere uitspraken te doen of in oppositietaal te spreken. Vergeet niet dat sommige CD&V’ers pas een belangrijke rol in hun partij zijn gaan spelen toen die al in de oppositie zat.

Hoopt u straks weer het Vlaams parlement te mogen voorzitten?

DE BATSELIER: U weet wat mijn partijvoorzitter zegt: wie zich kandidaat stelt voor een functie, wordt het alvast niet. Ik heb mijn job met plezier gedaan, en het zou me dan ook niet tegenstaan om er nog een regeerperiode mee door te gaan. Maar daar beslis ik niet over: het voorzitterschap van het Vlaams parlement ligt mee in de weegschaal van de regeringsonderhandelingen.

Kan een parlementsvoorzitter voldoende zijn stempel drukken op een regeerperiode?

DE BATSELIER: Je kunt bijvoorbeeld de discussie op gang brengen of afremmen, de mogelijkheden van een parlementslid vergroten of verkleinen. Wel kun je je eigen mening veel minder verkondigen – en op dat vlak ben ik zelf tot aan het plafond gegaan – omdat je de steun moet genieten van het hele parlement, en niet alleen van je eigen fractie. Met andere woorden: een parlementsvoorzitter komt veel minder in het nieuws dan een minister.

U wilt graag opnieuw minister van Wonen worden?

DE BATSELIER: (lacht) Ik pas voor deze vraag.

DE BATSELIER: Wonen is voor de Vlamingen een cruciaal thema. Problemen met ons huis, met de manier waarop we wonen, maken ons erg onzeker. Toen het Vlaams Blok in 1991 voor het eerst een grote sprong maakte, bleek uit studies dat onder meer huisvestingsproblemen mensen naar die partij hadden gedreven. Is het dan toeval dat het Blok nu weer zo goed scoort, op een moment dat Vlaanderen met allerlei woonproblemen kampt?

Ook in uw thuisbasis Dendermonde en het hele Waasland ging het Vlaams Blok er op 13 juni enorm op vooruit. Had u dat zien aankomen?

DE BATSELIER: Ik ben er toch van geschrokken. Ik kan maar niet begrijpen waarom 25 procent van de mensen hier voor het Vlaams Blok stemt: veel migranten wonen hier niet, Dendermonde is een propere stad en de grootste criminaliteit bestaat uit fietsdiefstallen en af en toe een bende op doorreis, die een paar inbraken pleegt. Ik begrijp het niet, echt niet.

Volgens uw Lokerse collega Filip Anthuenis (VLD) hebben de gemeenten meer middelen nodig om het Blok met goed bestuur te kunnen bekampen.

DE BATSELIER: Dat lijkt me te eenvoudig. Natuurlijk kunnen de gemeenten beter op de behoeften van de burgers inspelen als ze meer centen krijgen. Maar waar moeten we dat geld dan weghalen? Bij welzijn? Onderwijs? Economie? Natuurlijk helpt het als we de gemeenten allemaal heel goed besturen, alleen moeten de burgers dat dan ook nog zien. Weet u wanneer mensen ermee dreigen voor het Blok te stemmen? Als ze me komen vragen of ik een bouwvergunning kan regelen voor een huis dat niet in een woonzone staat. Dat doe ik natuurlijk niet, want dat is onwettelijk. En dus smijten ze met de deur en stappen ze naar het Blok. Zo zijn er duizend en een redenen om op het Blok te stemmen.

Hebt u een strijdplan klaar tegen 2006?

DE BATSELIER: Ik heb er genoeg van dat het Vlaams Blok altijd overal ‘neen’ op zegt zonder zich daar ooit voor te moeten verantwoorden. Dat pik ik niet langer. Ik wil alle oppositiepartijen in Dendermonde meer bij het beleid betrekken. Ik sta open voor hun voorstellen en reacties. En als het Blok volhoudt om alles af te schieten zonder argument of tegenvoorstel, zal ik dat aan de kaak stellen. Het is genoeg geweest.

Door Ann Peuteman

‘Er is niets mis mee om je achterban met lichte dwang mee te sleuren in de staatshervorming, maar je mag hen de arm niet omwringen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content