Marnix Verplancke

‘Het laat me niet meer los: de gedachte dat mijn eerste boek het beste was en dat ik het nooit meer zal kunnen evenaren.’ Een gesprek met Hanif Kureishi.

Schrijvers die het internationaal maken met verhalenbundels zijn zeldzaam. Harold Brodkey en Raymond Carver hebben bewezen dat het mogelijk is, maar beiden zijn inmiddels wel al een tijdje dood. Onder de levenden springt één naam eruit: Hanif Kureishi, de Londense levensgenieter die filmscenario’s schreef met ronkende titels als My Beautiful Laundrette en Sammie and Rosie get laid, de romans De boeddha van de buitenwijk en The Black Album op zijn naam heeft, maar de laatste jaren toch vooral als een schrijver van verhalen naar buiten trad.

In zijn nieuwste bundel Middernachtblues toont hij zich weer als een meester van de korte baan. In een uitgepuurde stijl zoomt hij in op de emotionele crisismomenten van zijn personages: huwelijken die stuk lopen, het gevecht om de kinderen, de rancune en het verlangen.

Middernachtblues is inderdaad geen opgewekte bundel geworden’, zegt hij, wanneer ik hem bij hem thuis in Hammersmith ontmoet. ‘Als schrijver ben ik geïnteresseerd in een dramatisch moment, wanneer er een crisis ontstaat, wanneer je niet meer weet wie je bent, wat je gelooft of wat er je nu verder te doen staat. Pas op zulke momenten besef je werkelijk te leven, ook al zul je je dan meestal verschrikkelijk voelen. Dat wil dus niet zeggen dat ik niet geloof in gelukkige relaties, ik wil gewoon over spannende zaken schrijven.’

Opvallend is dat u steeds abstracter begint te schrijven. Uw personages hebben bijvoorbeeld geen gezicht meer. Ze zouden om het even wie kunnen zijn.

Hanif Kureishi: Ik ben daar niet goed in. Het zijn moeilijke dingen om te beschrijven. Je kan wel zeggen dat iemand wijd staande ogen en een baard heeft, maar dat doet eigenlijk toch niet ter zake. Tegenwoordig schrijf ik wat ik wil schrijven en alles wat me niet interessant genoeg lijkt laat ik gewoon weg. Vroeger moest ik ook al die beschrijvingen in mijn verhalen verwerken, tegen mijn zin. Het gebeurt wel eens dat een redacteur mijn werk leest en opmerkt dat het gewoon kant noch wal raakt, dat mijn personages eerst dit doen en een pagina later dat, zonder dat ik uitleg wat er in tussentijd is gebeurd. Maar dat interesseert me nu precies niet, dus laat ik het gewoon weg. Van een groot verhaal blijft er op die manier maar weinig over, zodra het geschreven is.

Vandaar dat we de laatste jaren vooral verhalen van uw hand hebben mogen lezen en geen romans?

Kureishi: Ik ben bezig aan een roman, Gabriel’s Gift. Ik vind het tegenwoordig zo moeilijk om me lang te concentreren. Een roman slokt jaren op. Ik hou ervan als dingen snel gebeuren en ik hang graag zomaar wat rond.

Kazuo Ishiguro, de auteur van The Remains of the Day, werkt vijf jaar aan een roman. Naar mijn ervaring vertaald lijkt dat wel een decennium. Om zolang over dezelfde personages en dezelfde gebeurtenissen na te denken lijkt me stilaan ondoenbaar. Want een roman schrijven betekent je gedachten stil houden, niets nieuws binnenlaten gedurende het hele schrijfproces. Gabriel’s Gift zal daarom geen echte roman worden. Zo heb ik er maar eentje geschreven: De boeddha van de buitenwijk. Zo goed kan ik nu niet meer schrijven. Het is om depressief van te worden, bedenken dat je beste boek je eerste was en dat je het nooit zal kunnen evenaren. Maar het laat me niet los.

Wat ik nu schrijf is ook niet zo interessant meer als hetgeen ik vroeger schreef. Hoe meer succes je krijgt, hoe minder ambitie er rest. Als je jong bent wil je een groot schrijver worden. Nu komt het me voor alsof dat geen enkele rol meer speelt in mijn leven. De ambitie is weg. Dat is niet bij iedereen zo. Salman Rushdie heeft nog steeds de ambitie om de beste te zijn. Ik wou dat ik ook zo was. Hoe ouder ik word, hoe excentrieker ook. Het vergt steeds meer moeite om me aan de anderen aan te passen. Ik wil gewoon mezelf zijn.

Vorig jaar schreef u nog het scenario voor de film ‘My son, the Fanatic’. Is het combineren van genres niet moeilijk?

Kureishi: Toen ik begon te schrijven wou ik het een en ander proberen en kijken waar ik goed in was. Eerst wou ik romancier worden. Daarna schreef ik toneel omdat ik van actrices en de hele sfeer rond het theater hield. Ik werk graag samen met andere mensen. Toen begon Channel 4 uit te zenden en schreef ik films. Ik heb dus nooit beslist om het een of het ander te doen, en zo gaat het nog steeds. Iedere vorm heeft zijn eigen beloning. Een verhaal heb je in een week af, maar het geeft niet dezelfde voldoening als het schrijven van een roman. Er zit een andere strijd achter. Een roman schrijven is als worstelen met een alligator of neuken met een olifant. Een roman is iets kolossaals om te omvatten. Er steekt enorm veel energie en emotie in. Een verhaal daarentegen is als een foto, de beschrijving van een moment. Werk je aan een scenario, dan ontmoet je interessante mensen als Stephen Frears of zo. Ik denk er dus niet meer over na. Ik geloof niet dat ik ooit zal ontdekken waar ik echt goed in ben.

Waarom bent u eigenlijk beginnen schrijven?

Kureishi: Omdat mijn vader schrijver wou worden. Hij had als journalist gewerkt en hij had een paar nooit gepubliceerde romans geschreven. Hij dacht dat de literatuur een goede job zou zijn en hij gaf dit denkbeeld door aan mij. Gelukkig is het ook echt een leuke job. Onlangs was ik nog aan het nadenken over de criteria waaraan een schrijver moet voldoen en het belangrijkste lijkt me de mogelijkheid om eenzaamheid te dragen, meer zelfs, om ervan te houden. Wellicht wen je aan die eenzaamheid als kind. Ik las veel en was graag op mijn eentje.

Wat is er zo fascinerend aan het theater en de film?

Kureishi: De samenwerking, denk ik. Als schrijver ken je die normaal niet, je hebt niet met de verbeelding van anderen te maken. Acteurs zeggen de woorden die anderen opgeschreven hebben, terwijl ik natuurlijk altijd mijn eigen woorden gebruik. Een schrijver is altijd trouw aan zichzelf. Hij kan niet anders. Ieder karakter dat je bedenkt is een facet van jezelf. Misschien houden acteurs ervan in hun rol te verdwijnen, als schrijver lukt je dat nooit. Je staat er alleen voor en kan je nooit achter iemand anders verstoppen.

In die zin is alle literatuur autobiografisch?

Kureishi: Dat moét wel, ja. Het is het persoonlijke wat de lezer aanspreekt. Het is alsof je een oude plaat van The Beatles draait. Waarom hou je ervan? Omdat het precies als The Beatles klinkt.

U krijgt wel eens de kritiek dat u in feite geen fictie schrijft. U zou gewoon neerschrijven wat er met u gebeurt.

Kureishi: Was het maar zo gemakkelijk. Alsof talent en verbeelding geen rol spelen in het creatieve proces. Ieder kunstenaar gebruikt zijn omgeving. Kijk naar Picasso’s werk en je ziet duizenden schilderijen van vrouwen: vrouwen waarmee hij getrouwd was en vrouwen waarmee hij alleen maar naar bed ging. Veel meer heeft hij in feite niet geschilderd. Okee, hij deed ook wel eens een duif of zo, maar het waren toch vooral vrouwen. Kunst heeft trouwens alleen maar kracht als die vanuit het binnenste van de kunstenaar komt. Dat brengt haar niet terug tot naakte feiten. Zo ook is mijn werk autobiografisch in de diepste betekenis en niet in de feiten. Hoe zou het trouwens ook anders kunnen. Lees een roman van Graham Greene en je weet iets over zijn leven, en dat zal verschillen van het leven van Evelyn Waugh. Wanneer je een boek schrijft wil je dat de lezer zich ermee amuseert. Dat is alles wat ik wil doen. Maar dat is dan ook heel moeilijk: iets schrijven wat leeft wanneer een ander het leest. Ik schrijf over huwelijken die op de klippen open en kinderen die moeten kiezen tussen hun ouders omdat dit mij overkomen is en deel uitmaakt van de ervaringen van mijn generatie.

Word je de liefde als onderwerp nooit beu?

Kureishi: Wat is er anders om over te schrijven? Je kan ook over je werk schrijven, neem ik aan, maar ik heb geen job, dus ik weet niet wat het is om te werken. Het is nochtans een schitterend onderwerp om over te schrijven. De meeste mensen doen het het grootste deel van de tijd. Ik schrijf wel over schrijven. Dat interesseert me. Iedereen is wel op de een of andere manier creatief, waardoor een verhaal over het maken van iets altijd wel aanslaat, of het nu over een schilderij, een essay of een goede maaltijd gaat. Iedereen wil weten hoe je een bevredigend creatief leven leidt. Schrijven is daar een metafoor voor.

Ooit gehoord van de midlifecrisis?

Kureishi: Iedere leeftijd heeft zijn crises. Leren praten is een crisis, de eerste keer naar school is er een en in zekere zin brengt iedere dag een nieuwe crisis met zich mee. Natuurlijk bestaat er wel zoiets als een midlifecrisis. Je bent dan in de veertig en word je bewust van de dood. Het leven lijkt niet langer onbegrensd. Over vijftien jaar ben ik zestig, en het voelt aan alsof ik nog maar pas van de universiteit kom. Het is niet makkelijk om dat te verwerken. Het grootste deel van mijn leven ligt achter me. Wat kan ik nog doen? Een paar boeken schrijven, dat is het. Een alternatief leven heb ik niet meer. Wanneer je jong bent denk je: eerst ga ik dit doen, en dan een paar jaar dat, en dan zien we wel. Eenmaal in de veertig is dat voorbij. De toekomst lijkt vast te liggen. De meeste grote beslissingen zijn dan genomen: je bent getrouwd, hebt kinderen, een carrière opgebouwd. Maar ik wil het ook weer niet overdrijven en zeggen dat de midlifecrisis de beste crisis van het leven is.

Vandaar dat psychoanalyse een paar keer terugkomt in uw verhalen. Veertigers beginnen zich nu eenmaal zorgen te maken over zichzelf.

Kureishi: Ik wist niet dat ik erover geschreven had. Ik ben wel zelf in analyse geweest en ik denk eraan een roman te schrijven over een analyticus. Analytici en schrijvers hebben zoveel gemeen. Ze proberen beiden een beeld te krijgen van de anderen. De schrijver probeert zich in te beelden hoe het zou voelen om een ander te zijn, terwijl de analyticus de ander zich van zichzelf bewust wil laten worden. Het fascineert me, ook omdat de psychoanalyse het individu als een echt individu beschouwt en niet als het product van sociale factoren.

Een analyticus moet eerst zelf geanalyseerd worden alvorens analyticus te kunnen worden. En de schrijver?

Kureishi: Net zo, maar als schrijver doe je het alleen zelf. En dat is waarschijnlijk ook zwaarder, aangezien er niemand is om je te helpen. Freud zei al dat zijn theorie niets bevatte wat hij niet bij anderen gelezen had. Hij had heel veel op met de klassieken uit de wereldliteratuur en was stikjaloers op Shakespeare. Hij dacht dat die alles al voor hem gezegd had. Er lijkt me dus inderdaad wel een relatie tussen literatuur en psychoanalyse te bestaan, met dit verschil dat schrijven niet therapeutisch is.

En ‘Intimacy’ dan, het boek dat u over de breuk met uw vroegere vrouw schreef?

Kureishi: Okee, misschien schreef ik het wel om de breuk te verwerken. Zo kon ik naar mezelf kijken, van buitenaf. Misschien schrijf ik inderdaad wel om de zaken die ik van mezelf niet begrijp te analyseren. Maar dat geldt voor iedereen die creatief bezig is, of het nu om schrijven, schilderen of bouwen gaat.

Een van uw personages stelt: ‘Cultuur is datgene wat eer betoont aan het leven, een verklaring van liefde voor alles om je heen.’ Hoe ziet u dan multiculturaliteit?

Kureishi: Cultuur is inderdaad een feest. Waarschijnlijk dacht ik aan Samuel Beckett toen ik dat schreef, iemand die heel depressief was en het grootste deel van zijn leven op de rand van de dood laveerde, maar toch boeken schreef. Als hij echt depressief geweest zou zijn, had hij die boeken niet geschreven. En dat is voor mij inderdaad een liefdesverklaring aan de wereld. Hij dacht niet alleen na over de wereld, maar nam zich de moeite om er iets over op te schrijven. Hij wou iets aan de anderen geven. Ik zie cultuur als iets actiefs. Het is meer dan een mannetje dat voor een reusachtig beeld van Michelangelo staat. Wanneer betekent een cultuur iets? Wanneer ze me laat nadenken over mijn wereld, over de vraag of ik mijn vrouw moet verlaten bijvoorbeeld, over wat ik met mezelf moet doen. En zo zie ik ook multiculturaliteit. Het is meer dan respect opbrengen voor de cultuur van de ander – dat is veel te vrijblijvend en te saai. De centrale vraag moet zijn: wat heeft die cultuur mij te bieden? Multiculturalisme is de muzikant die een oude plaat uit de jaren zestig sampelt, er een afroritme opzet en er vervolgens een elektronische beat aan toevoegt. Hij gebruikt die culturen.

Nogal wat van uw personages blijken voormalige linksen te zijn die er nu warmpjes bij zitten en hun vroegere ideologie vergeten schijnen te zijn. Een allusie op New Labour?

Kureishi: Goddank hebben we nu, na al die jaren thatcherisme, waarbij je je tv niet kon aanzetten zonder door dat vreselijke mens toegeschreeuwd te worden, de brave Blair. Hij wil het hele systeem niet veranderen. Hij wil het gewoon verbeteren en ik hou daar wel van. Waar ik in mijn verhalen op doel zijn mijn vroegere vrienden die nu in het House of Lords zitten, baas zijn van de BBC of aan de top staan van grote multinationals. We moeten ons aan het systeem aanpassen om het nadien van binnenuit te veranderen, stelden zij in de jaren zestig. Alleen heeft het systeem hen in zoverre veranderd dat ze zelfs niet meer weten waar ze vroeger voor stonden. Maar terzelfdertijd moet ik ook zeggen dat het huidige Engeland een stuk verdraagzamer is geworden en heel wat aangenamer om in te leven. Er heerst veel meer tolerantie en openheid dan een paar decennia geleden. Alleen is het internationaal kapitalisme de oorzaak daarvan, en niet een paar politici als Thatcher of Blair. Een veel belangrijker figuur is Rupert Murdoch gebleken. Hij heeft meer invloed op de Britse cultuur gehad dan om het even wie. Hij heeft de media fundamenteel veranderd, en daarmee de manier waarop wij de wereld zien. Op zijn eentje vernietigde hij de ernst. En die zal nooit meer terugkeren.

Hanif Kureishi, ‘Middernachtblues’, Anthos, Amsterdam, 192 blz., 698 fr.

Marnix Verplancke

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content