Karl van den Broeck
Karl van den Broeck Karl van den Broeck is hoofdredacteur van nieuwswebsite Apache.

Het zou te cynisch zijn te beweren dat Walter De Bock (1947-2007) de Vlaamse onderzoeksjournalistiek heeft overleefd.

In de woelige jaren zestig studeerde Walter De Bock filosofie in Leuven. Samen met Paul Goossens, Kris Merckx, Ludo Martens en Piet Piryns was hij een welbespraakte voorman van de (extreem)linkse tak van de mei ’68-beweging. Hij deed eerst zijn legerdienst op het kabinet van Paul Vanden Boeynants (waar toen ook huidig Roulartabaas Rik De Nolf het land diende). Daarna ging hij aan de slag bij Vrijdag en bij Knack en zou hij van VDB zijn favoriete schietschijf maken. In 1979 haalde Paul Goossens hem binnen bij De Morgen. De Bock zou er tot 2002 blijven werken. En twee keer heeft hij, bijna geruisloos, die krant gered.

In 1986, vlak voor het faillissement van De Morgen, beraamde een aantal logeleden op de redactie een putsch om Paul Goossens opzij te schuiven. De Bock, zelf lid van de loge, ging het complot verraden aan zijn boezemvriend. Tijdens een woelige redactievergadering kreeg hij de legendarische zin ‘Walter, gij zijt het maçonnieke licht niet waardig’ naar zijn hoofd geslingerd. Goossens won het pleit, de SP liet de krant failliet gaan. Na een historische lezersactie werd de krant gered.

Tussen 1986 en 1992 zou De Morgen zijn hoogdagen beleven en de dossiers die Walter De Bock uitspitte, zetten daarbij de toon. Na minutieus speurwerk, dat soms maanden in beslag nam, leverde hij paginalange artikels af waarin hij schandaal na schandaal blootlegde. Soms waren zijn stukken op tijd, soms ook niet: De Bock was een held voor zijn lezers, een kwelduivel voor zijn eindredacteurs.

Op 13 juni 1992 publiceert hij een artikel onder de kop ‘Kabinet-Van der Biest betaalde moordenaars’ over de moord op PS-kopstuk André Cools. Hij wordt weggelachen. Pas in 2003 zouden de mensen die in het artikel werden genoemd ook werkelijk worden veroordeeld.

Enkele maanden na de primeur van zijn leven wordt De Bock interim-hoofdredacteur van De Morgen. Hij vervangt Piet Piryns, die na een verscheurende ruzie met uitgever Christian Van Thillo was opgestapt. Van Thillo gaf op dat moment geen frank meer voor De Morgen. De redactie, uitgedund tot een veertigtal journalisten, blijft koppig kranten maken. De Bock trekt jonge journalisten aan en geeft hen de vrije hand. De krantenverkoop trekt weer aan en De Bock kan Van Thillo overtuigen om toch te investeren in zijn zorgenkind. Zelf ruimt hij de baan voor Yves Desmet. Daarna zou hij zich minder en minder thuis voelen in de krant die volgens hem te veel een product en te weinig een project was geworden. Voor De Bock was De Morgen in de eerste plaats een krachtig wapen in de ontzuiling van Vlaanderen én de strijd tegen extreemrechts en het neoliberalisme. De maatschappelijke relevantie van de krant moest blijven primeren op de commerciële rentabiliteit ervan.

Vorig jaar schonk De Bock zijn enorme archief – 1300 archiefdozen – aan de K.U. Leuven. Daarin zit een schat aan informatie over zowat alle belangrijke zaken sinds 1974: Front de la Jeunesse, WNP, Cepic (waar De Bock zich liet manipuleren door de Staatsveiligheid, wat hij later zelf toegaf), Paul Vanden Boeynants (De Bock boorde hem in 1990 de benoeming tot secretaris-generaal van de NAVO door de neus, zij het met informatie die wellicht van de CIA kwam), de Bende van Nijvel, Frans Reyniers, Don Felix Przedborski, de onfrisse zaakjes van Tractebel in Kazachstan, Johan Demol, de zaak-Agusta, maar ook historische dossiers over het Congolese uranium voor de Amerikaanse atoombom, de oprichting van de Société Générale, de collaboratie. Zijn archief over het Belgische vorstenhuis is immens. De monarchie was dan ook zijn eeuwige obsessie.

Ter gelegenheid van de overdracht van zijn archief toonde De Bock zich bezorgd over de toekomst van de journalistiek. ‘Trivia halen het van gebeurtenissen met verstrekkende betekenis. Verbanden die de machthebbers niet zinnen, worden als complottheorieën belachelijk gemaakt’, schreef hij. ‘Ook historici beginnen te vrezen dat de jongeren nu opgroeien in un présent permanent, een hic et nunc zonder context en historisch bewustzijn. Die bijziendheid is niet goed voor de democratie.’

De Bock leed de laatste jaren van zijn leven aan de ziekte van Alzheimer. Eind 2006 gaf hij een laatste interview. Daarna was zijn geheugen gewist. Onherroepelijk.

Familie, vrienden en collega’s nemen zaterdag afscheid van Walter De Bock. Ze herinneren hem ook als een joviale, onweerstaanbaar grappige levensgenieter. Zijn journalistieke erfenis verdient blijvend te worden gekoesterd. Paul Goossens pleitte vorige week voor de oprichting van een Walter De Bockstichting of -prijs.

Karl van den Broeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content