Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Bij het vijfentwintigjarig jubileum van Knack, past het een woord van dank te richten tot Frans Verleyen, de man die dit blad gemaakt heeft tot wat het is. Over dat laatste lopen de meningen dan wel uiteen, maar het is niet het moment om daar nader op in te gaan.

Als mannen als Verleyen zich achter iets zetten, gaat het ook vooruit. Zoals ze onlangs in Palestina ondervonden, waar onze directeur op vraag van de Europese regeringsleiders de eerste democratische verkiezingen ging controleren. Aanvankelijk in het spoor van senator Guy Verhofstadt, die het lezen van boeken en het bijwonen van buitenlandse dansfestivals enigszins beu was geworden, en een werkbezoek aan het Heilig Land best zag zitten. Bijzonderlijk nadat de beide heren met de auto vertrokken in Brugge bij het krieken van de dag al even buiten Venlo twee Hollandse meiden hadden opgepikt. Het was dus een erg opgewekt gezelschap dat opstoomde naar de poorten van Jeruzalem.

Was aanvankelijk Verhofstadt de internationale waarnemer en Verleyen de toerist, dan waren de rollen algauw omgedraaid. Na één dag ter plaatse was het onze directeur die niet alleen de functie van internationaal controleur met verve op zich nam, maar gaandeweg ook steeds meer invloed begon uit te oefenen op de verkiezingen zelf. Uiteindelijk werd hij door de Palestijnen verzocht om de telling van de stemmen te superviseren, aangezien hij de enige eerlijke mens in het hele gebied was. Het weinige bedrog dat nadien werd gesignaleerd situeerde zich in Gaza. Onze directeur had de Westbank voor zijn rekening genomen, en daar verliep alles vlekkeloos.

De vier vrolijke waarnemers hadden zich eerst een dagje geamuseerd in Jeruzalem en de mensen daar aangemaand allemaal op Yasser Arafat te stemmen. Dat eindigde bijna in de cel want onze directeur was, teneinde de menigte toe te spreken, op een muurtje geklommen dat bij nader inzien een gedeelte van de heilige tempelmuur bleek te zijn. En bovendien tot het joodse grondgebied behoorde. Dat het sabbat was en het gebed verstoord werd, had men eventueel nog kunnen tolereren. Maar toen onze directeur ook nog begon te fulmineren tegen de drukkingsgroepen en pleitte voor een privatisering van de sociale zekerheid, werd hij gearresteerd. De zaak werd pas rechtgetrokken toen Verhofstadt ermee dreigde om Godelieve Houtekins-Kets op te bellen en Mark Eyskens in te schakelen.

BEKOMEN VAN DEZE emotie besloot het viertal om door te rijden naar de stad van David, Betlehem geheten, en zich daar te laten inschrijven in een herberg. Nergens plaats, overal werden ze doorgestuurd. Toen onze directeur enkele herbergiers probeerde om te praten door hen toe te fluisteren dat de twee vrouwen zwanger waren en dringend een kind ter wereld moesten brengen, werd hij vierkant uitgelachen. ?Maar man, die smoes is hier zo oud als de straat,” sneerde een kastelein. Een half uur later lagen de vier waarnemers in een kribbe in de stal, vanwaar ze konden waarnemen dat er gezang weerklonk in de lucht.

De volgende ochtend, zeer vroeg, ging onze directeur over tot de orde van de dag, stormde het eerste het beste kieslokaal binnen, toonde het blauwe hemd dat hij zich op kosten van de Europese Unie bij Pecotex had aangeschaft, en gaf een eenvoudige soldaat de opdracht zijn chef te halen. Een vlaag van paniek ging door het bureau toen de stembus aan een grondig onderzoek werd onderworpen. Het betrof een kartonnen doos waar melkpoeder had ingezeten en die, afgaande op de EU-subsidiestempel op het deksel, aanvankelijk had toebehoord aan de familie Van Waeyenberghe.

?Ge gaat me toch niet vertellen dat ge in deze bucht uw geheime kiesbrieven wilt bewaren ?” riep onze directeur boos. ?Als dat doorgaat verklaar ik de verkiezingen ongeldig.” Daar zaten de Palestijnen lelijk mee in hun maag, en er moesten hoge PLO-diplomaten worden opgetrommeld om de zaak in der minne te regelen. ?’t Is goed voor één keer, maar onthoud voor de volgende verkiezingen dat ge een houten koffer moet hebben, voorzien van een hangslot met cijfercode, en verzegeld met rode lak.”

OMDAT ALLE AANWEZIGEN begrepen dat ze te maken hadden met een echte professional op het gebied van verkiezingen, werd na korte beraadslaging aan onze directeur gevraagd of hij de hele operatie in handen wou nemen. Daar groeide weinig gras over. Enkele bevelen links en rechts, een paar tafels die van plaats werden verwisseld, wat geschaaf en getimmer, en een kwartiertje later zag het kieslokaal er helemaal anders uit. Achteraan tegen de muur lagen torenhoge stapels witte formulieren, bestemd voor wie voor Yasser Arafat wou kiezen, en twee of drie rode formulieren voor wie een stem meende te moeten uitbrengen op zijn tegenstandster : Samiha Khalil, een simpele vrouw van 72 zonder enige politieke ervaring.

De eerste kiezers die binnenkwamen, keken zich de ogen uit het hoofd. Op een verhoogje, met rood fluweel bekleed, zat in een met goud versierde fauteuil een man die door velen voor een rabbi werd aangezien, maar bij beter toekijken de directeur van Knack bleek te zijn. Aan zijn voeten : twee Hollandse vrouwen in suggestieve pose. Toen de eerste Arabier kwam voorbijgeschuifeld, schraapte onze directeur de keel en sprak : ?Salam alaikum, de vrede zij met u. Op wie gaat gij stemmen ?” Het bleek op Arafat te zijn. Onze directeur knikte goedkeurend en riep met luide stem naar achteren, waar Verhofstadt bij de kiesbrieven stond : ?Een wit formulier voor Arafat voor die mijnheer op zijn sandalen hier.” Hierna wenkte hij de tweede kiezer dichterbij. Ook voor Arafat.

Het duurde meer dan drie kwartier vooraleer de eerste verscheen die op Khalil wenste te stemmen. Een vrouw ! Een Samaritaanse. Onze directeur veerde verbolgen overeind : ?Wat ! ? Op Khalil ? Die ouwe moe ? Zijt gij niet beschaamd, ondankbaar mens. Wie heeft er Oslo II gesloten ? Wie heeft ervoor gezorgd dat ge Nabloes en Hebron hebt teruggekregen ? Aan wie is het te danken dat ge u door uw eigen politie kunt laten opsluiten in plaats van door de smouzen ? Dat krijgt ge er nu van als ge vrouwen laat meestemmen zie. Als ’t niet was dat Jimmy Carter hier rondliep, ‘k liet u stenigen. Scheer u weg.”

En terwijl de vrouw verschrikt het kieslokaal uitstormde, hoorde ze nog net onze directeur naar achteren roepen : ?Een wit formulier voor Arafat, zelf invullen en bij de hoop leggen. De volgende.”

Verbaast het u nog dat enkele weken geleden in onze lezersrubriek een brief stond van Yasser Arafat zelf, die Knack wenste te bedanken voor zijn verkiezing ?

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content