De nieuwe Iraanse president Hassan Rohani voert deze week een charmeoffensief bij de Verenigde Naties. Het geeft de Perzisch-Nederlandse schrijver Kader Abdolah eindelijk hoop. ‘Rohani is een compromis tussen het volk en de ayatollahs.’

De hele wereld moet het weten. Een nieuw Iran is opgestaan: pragmatisch, en bereid tot onderhandelen met het Westen. Dat is de boodschap die Hassan Rohani, sinds 4 augustus de nieuwe president, verkondigt aan wie het wil horen. Rohani is dezer dagen in New York, voor de algemene vergadering van de Verenigde Naties. Het contrast met de provocaties van zijn voorganger Mahmoud Ahmadinejad kan niet groter zijn. Rohani is bereid om een compromis te zoeken over het Iraanse nucleaire programma, en heeft daarvoor ook de zegen van ayatollah Ali Khamenei, nog steeds de opperste geestelijke leider van Iran. Rohani wil de wereld verzekeren dat zijn land niet aan een atoombom werkt, benadrukte hij in een gesprek met NBC en in een opiniestuk in TheWashington Post. ‘Het tijdperk van de bloedwraak is voorbij’, aldus Rohani. ‘En bij een Koude Oorlogmentaliteit verliest iedereen.’ Mooie woorden en gebaren, maar komen er ook daden? Kader Abdolah gelooft van wel. De populaire Perzische schrijver vluchtte in 1988 naar Nederland als politiek vluchteling, en toonde zich de voorbije jaren erg somber over de toekomst van zijn geboorteland. Maar vandaag treffen we in Delft een goedgeluimde Abdolah. ‘Mijn blijheid is voorzichtig en kwetsbaar’, zegt de trotse Iraanse nationalist. ‘Maar als ík al vrolijk word, dan is er echt iets aan de hand.’

Was u verrast toen Rohani op 14 juni de presidentsverkiezingen won?

KaderAbdolah: Het was een verrassing voor iedereen. Voor mij, voor 76 miljoen Iraniërs, en zeker voor Khamenei. Ook de westerse media hebben zich compleet verkeken op het complexe politieke spel dat zich in de coulissen van de campagne afspeelde om die man president te laten worden. Er was eigenlijk maar één echt belangrijke partij, en dat waren de talibanachtige fanatiekelingen die alle kansen kregen van Khamenei. Daartegenover stonden de hervormers, maar die maakten geen kans. De gematigde Rohani presenteerde zich tussen die twee. Dat hardliner Saeed Jalili meedeed, een heel gevaarlijke man die de Iraniërs bang maakte, was uiteindelijk een geluk bij een ongeluk. Veel mensen hadden eigenlijk geen zin om te gaan stemmen, maar ze zijn toch gegaan om te vermijden dat Jalili zou winnen. De oppositie voelde dat ze geen kans maakte, en dus heeft ze haar kandidaten teruggetrokken en steun uitgesproken voor Rohani.

Wat voor een man is hij?

Abdolah: (lacht) Dat wisten we niet, zo simpel is het. Het enige wat we weten is dat hij de afgelopen dertig jaar grijs is geworden in de Iraanse politiek. En dat hij het Westen erg goed kent, van binnenuit. Hij heeft in het Verenigd Koninkrijk gewoond en gestudeerd, en droeg in die tijd geen tulband. Dat is toch een groot contrast met Khamenei, die behalve naar Mekka nooit buiten Iran is gereisd, en die daarom een fobie heeft van het Westen maar het niet kent. Hij spreekt over de ontblote vrouwen hier, maar weet niet waarover hij het heeft. Rohani wel. En toch is hij ook een vertrouweling van Khamenei, en zat hij de voorbije jaren op alle gevoelige plekken van de Iraanse politiek – van de geheime politie tot de kernenergie -, maar zonder zijn handen vuil te maken. Dat is belangrijk. En met één bewuste opmerking heeft hij de verkiezingen gewonnen. Hij zei: ‘Ik ben geen generaal. Ik ben een diplomaat.’ Daarmee heeft hij de Iraanse bevolking duidelijk gemaakt met wie ze te maken hadden. Ik zou ook op hem gestemd hebben. Rohani staat nochtans duizenden kilometers af van mijn idealen. In vrije, democratische tijden zou ik nooit voor hem kiezen, maar op dit moment is dit het beste wat we kunnen krijgen. Zijn komst betekent niet één stapje vooruit, maar vier, vijf grote stappen.

Zelfs al is hij een man van het systeem, geen oppositieleider zoals Mir Houssein Moussavi en Mehdi Karroubi, de leiders van de Groene Beweging die in 2009 massaprotesten organiseerde? Is proberen te bewegen binnen het systeem een beter idee?

Abdolah: Dat is het. De Groene Beweging vroeg om meer vrije meningsuiting, vrije media, en vrije universiteiten, en dat moeten ze blijven doen. Maar we moeten niet proberen op straat het regime omver te werpen. Het is afgelopen met de grote revoluties. Niemand wordt daar beter van, en vandaag bereik je zo geen democratie meer. Wat we nu nodig hebben, is een lang proces waarmee het volk mee kan groeien. Waarin ook mijn moeder, ooms en tantes mee evolueren. Door een revolutie geef je de straat het woord, zoals in Egypte. Misschien is het niet goed wat ik zeg, maar het is mijn eigen ervaring. In een land zonder democratisch systeem gebruikt de straat haar onderbuik en niet haar verstand. Ik leef nooit met spijt, en ik ben blij dat ik meedeed aan de Iraanse revolutie van 1979, die de sjah verdreef. Ik kon toen niet anders. Maar nu heb ik een leeftijd bereikt waarop ik denk dat het anders kon. We hadden aan politiek moeten doen, en onderhandelen met de sjah. We hadden genoeg partijen, en we hadden vrijheid moeten eisen voor hen en voor de media. Zo had het volk volwassen kunnen worden, om te kunnen kiezen. Maar het lot van het land overlaten aan analfabeten, reli-gieuzen, en mensen die nooit van democratie gehoord hebben, dat resulteerde in de komst van ayatollah Khomeini. Daar betalen we nu nog de prijs voor. Er kwam een enorme oorlog met Irak, met duizenden doden en alle vrijdenkers en opposanten in de gevangenis.

Wat heeft Rohani de aanhang van de Groene Beweging te bieden?

Abdolah: Deze voorzichtige, gematigde president is zowel voor de ayatollahs als voor het volk aanvaardbaar, omdat beiden op een doodlopend spoor zaten en daarom erg realistisch zijn geworden. Rohani is een compromis tussen beide, om verder te kunnen. Het belangrijkste is dat de hardliners met een harde klap opzijgeschoven zijn. Het volk moet hen niet. En de grootayatollah aanvaardt dat en omarmt de nieuwe president. Omdat zijn politiek niet meer werkt. De ayatollahs zijn er na dertig jaar achter dat het niet helpt om een grote bek op te zetten tegen Israël en de VS, of je nu gelijk hebt of niet. En ze zijn erachter dat de wereld nooit zal toelaten dat ze een kernwapen maken. Ze hebben jarenlang geroepen dat het hun recht is, en dat mogen ze van mij vinden. Maar het zal niet gebeuren! Ook de binnenlandse repressie zit op een eindpunt. Ze hebben veel opposanten in de gevangenis gezet, maar je kunt moeilijk iedereen opsluiten. Daarom zoeken ze nu een andere weg. Veel van hun idealen zijn bereikt, en onder Ahmadinejad hebben ze hun aantal centrifuges om uranium mee te verrijken enorm uitgebreid. Maar verder rekt het niet meer.

Rohani wil opnieuw onderhandelen met het Westen over het nucleaire programma. Gelooft u dat de opening die hij maakt tot een deal zal leiden?

Abdolah: Ja, er komt een deal. Vergeet niet dat Rohani en de mensen rond hem heel ervaren pragmatische diplomaten zijn, met tien keer meer ervaring dan Barack Obama. Ik verwacht mooie ontwikkelingen. Ze hebben elkaar nodig. Het compromis zal inhouden dat er rust komt. Ze zullen de VS meer helpen in Irak en in Afghanistan, rust brengen aan de grenzen van Israël, met minder harde toon over Israël praten, en minder hard Palestina en Hezbollah verdedigen. En in het kernenergiedebat zullen ze alle deuren openzetten. De VS krijgen de garantie dat de inspecteurs overal binnen mogen. De kennis om een bom te maken is er toch niet, en de mogelijkheid ook niet – en het Westen weet dat heel goed. Het volk wil wel dat ze erop blijven hameren dat Iran het recht heeft om kernenergie te maken, maar de Iraniërs zijn ook een vredelievend volk. Het past niet bij ons om geweld te gebruiken. Ook niet om ons te verdedigen. Het zit niet in ons.

Sommigen vrezen dat het Iraanse regime maar heel even wil onderhandelen om tijd te rekken.

Abdolah: Nee, dat is de taal van de fanatici in de VS en Israël. Rohani heeft geen tijd meer om vals te spelen. Iran is failliet, en het regime heeft de versoepeling van de economische sancties van de VS en de EU hard nodig. Maar net omdat die hardliners dat zullen blijven zeggen, zal Rohani volledig open kaart spelen. Ik beschouw hem als de Gorbatsjov van Iran, maar dan met ook de fouten die de hervormer van de Sovjet-Unie heeft gemaakt in zijn achterhoofd.

Minder drastisch dus.

Abdolah: Voorzichtiger, rustiger, en meer op de lange termijn gericht.

Obama verwelkomde de verzoenende taal van Rohani, maar blijft ook dreigen met geweld als Rohani niet wil luisteren. Is dat de goede manier om het Iraanse regime aan te pakken?

Abdolah: Ik zie in Obama’s woorden meer positieve noten dan dreigende. Hij staat natuurlijk ook onder druk van de Republikeinen en de Israëlische lobby, en ook die wil hij tevreden houden. Maar het allerbelangrijkste is dat hij een respectvolle brief heeft geschreven aan de Iraanse president. Daarin praat hij over hoop. Ook Rohani noemde het een constructieve brief, en zegt nu in New York salaam aan de wereld: vrede zij met u. Het is duidelijk dat hij de wereld wil geruststellen.

Hoe snel moeten de EU en de VS de economische sancties tegen Iran versoepelen?

Abdolah: Het belangrijkste is dat er geen nieuwe sancties bij komen. Er staan miljarden euro’s van Iran geblokkeerd in de omringende landen. Als Iran zich tolerant opstelt, zal dat de komende jaren beetje bij beetje vrijkomen. En ze zullen vast ook niet alle sancties opheffen, wat goed is. Het Westen heeft Iran in de tang, en het zal niet zomaar loslaten na wat mooie woorden. Daarvoor moeten er nog meer daden komen. Het zal nog een half jaar duren voor de inspecteurs van het Atoomagentschap in de kerncentrales binnen mogen. Denk vooral niet dat Rohani alles in de eerste vier jaar meteen kan oplossen, niet in het binnenland en niet in het buitenland.

Rohani is intussen begonnen met het vrijlaten van politieke gevangenen.

Abdolah: En er zullen er vast nog meer volgen. Er zitten gewoon te veel gewaardeerde en zelfs gelovige mensen in de gevangenis. Ze hebben de leiders van de Groene Beweging opgesloten, en de beweging met de wortel uit de grond getrokken. Het verzet is gebroken, dus mogen ze naar huis, misschien zelfs allemaal. Rohani was bij die beslissingen betrokken als adviseur.

De president wenste ook de Joden gelukkig nieuwjaar, en zijn minister van Buitenlandse Zaken erkende de Holocaust, wat Ahmadinejad jarenlang weigerde te doen. Een goede zaak?

Abdolah: Dat is mooi en erg bijzonder. Iran heeft niets met de Holocaust te maken, en weet er ook niets over. De gelukwensen van Rohani voor alle Joden over de hele wereld, dat past erg goed bij de Iraanse nationale geest. Ik wens de Joden ook alle geluk van de wereld toe. Zelf heb ik vele Joodse vrienden, en dat heeft niets met politiek te maken, maar alles met mensen. Politieke contacten met Israël zullen er wel niet komen, maar de situatie tussen de twee zal normaliseren. Een slimme zet en een duidelijk contrast met Ahmadinejad, die zei: ‘Israël moet van de kaart geveegd worden.’ Rohani groet hen. Een wereld van verschil, en met die paar woorden zou hij misschien wel de Israëlische politiek kunnen veranderen.

De bevolking krijgt vooralsnog niet meer persoonlijke en sociale vrijheid van de moraalpolitie.

Abdolah: Maar ook daar komt er absoluut meer ruimte. Als je al die opposanten toch weer vrijlaat, dan kun je de mensen ook net zo goed Facebook, Twitter en YouTube laten gebruiken. Het regime is niet meer zo bang dat de bevolking zich daar zou organiseren. De meerderheid van het volk is wel tegen het regime, maar de mensen zijn ook slim. Men wil geen Irak, geen Afghanistan, maar ook geen Egypte. Bovendien ligt er in het Westen al lang een Joegoslavië-scenario klaar voor Iran. Iran kan gemakkelijk in vier à vijf staten uiteenvallen. Als het Westen klaar is met Syrië, komt dat plan weer boven. Het blijft het ultieme doel om Iran in zijn huidige vorm te verwijderen uit het Midden-Oosten.

Waarom gelooft u dat? Is in Syrië niet gebleken dat er in het Westen nog weinig animo is om zich te bemoeien in het Midden-Oosten?

Abdolah: Het enige wat hen interesseert, is controle over de olierijke provincie in het zuiden van Iran, aan de grens met Irak. Dat weten wij Iraniërs allemaal. Daarom willen we bij elkaar blijven, en moeten we de ayatollahs niet te hard aanpakken. We moeten ook aan onze kinderen en hun toekomst denken, geen gekke dingen doen, en geduld hebben. Het is zelfs een soort polderpolitiek, zoals hier in Nederland. (lacht) Het Iraanse volk en de ayatollahs zijn daarom tot elkaar veroordeeld. En voor de echte grote democratie, vrijheid en mensenrechten zal het volk geduld moeten hebben, tot er nog een stuk of zes presidenten gepasseerd zijn. Misschien duurt dat nog vijftig jaar, maar Iran zal wel nog bij elkaar zijn. Kijk naar Syrië, daar is het intussen ook gebeurd. Het Westen heeft zijn doel bereikt: chaos. President Bashar al-Assad wordt nooit meer de Assad die hij was. Misschien zullen ze Assad niet verwijderen, maar wordt hij gewoon een stammenleider. De enige reden dat hij niet is opgeknoopt zoals Saddam Hoessein is dat het Westen met een grote crisis zit na Irak en Afghanistan. En Iran heeft volgens mij achter de schermen al lang aan de VS beloofd dat het Assad niet meer steunt. Rohani weet dat de rug van Assad gebroken is, dat dit Syrië geen sterke bondgenoot meer is. Dus werkt hij samen met de Amerikanen in Syrië – dat doet Iran trouwens al jaren in het Midden-Oosten.

Denkt u dat Rohani lang kan blijven, of is het een tussenpaus?

Abdolah: Als hij op deze weg doorgaat, en de angst weet weg te werken, zal hij heel veel steun krijgen van de bevolking. Als hij ook in het regime iedereen te vriend houdt, zoals nu het geval lijkt, dan kan hij mooie dingen doen.

U was de afgelopen jaren zelden zo positief over uw thuisland. Keert u ooit terug?

Abdolah: Ik dacht dat het nooit meer zou kunnen. Ik had het uit mijn hoofd gezet. Onder deze president kan het nog niet, maar de tweede termijn zal veel verduidelijken. Of de oude ayatollah dan nog leeft, mag God bepalen. Maar Khamenei zal niet aan de macht kunnen blijven. Ik heb op mijn 58e besloten dat ik nog vijf boeken ga schrijven in het Nederlands. Dan zal ik de 70 voorbij zijn, en ga ik definitief terug naar Iran. Mijn laatste fase wil ik in Iran doorbrengen, en dan schrijf ik alleen nog in het Perzisch.

DOOR THOMAS VERBEKE

‘We moeten niet proberen op straat het regime omver te werpen. Het is afgelopen met de grote revoluties, daar wordt niemand beter van.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content