De verlaging van de interest op kasbons en binnenkort ook op spaarboekjes werpt zijn schaduw op het doen en laten van Sinterklaas, de vreemdsoortige heilige bisschop van Myra.

Hoewel deze man in zijn eentje jaarlijks een paar miljoen mirakels voor zijn rekening neemt in de vorm van speelgoed door schouwen te rammen, staat hij onmachtig tegenover het verschijnsel van dalende rentevoeten. En wat heeft deze sint met het reilen en zeilen der ekonomie te maken en de fluktuaties van het slijk der aarde, zult u zich afvragen. Wel, speelgoed en snoepgoed zijn stoffelijke zaken en moeten dan ook betaald worden, soms meteen, soms drie maanden na levering en hiervoor zijn enkele financiële kunstgrepen nodig, doch daarover later.

Laten we eerst en vooral eens bekijken met wat voor een heilige we te doen hebben, want voor een nieuwe benadering moet men eerst en vooral de oude kennen, anders wordt het een warwinkel die zijns gelijke niet heeft, zo ongeveer als die waar dit stukje naar het verglijden is.

Daarom putten wij nu uit bronnen die een eind dichter bij de sint staan en hem dus beter kennen. Hiervoor slaan wij de “Generale legende der heilighen” op “vergadert uit de H. Schrifture, Oude Vaders en de Registers der heylighe Kercke” door P. Heribertus Ros-Weydus en gedrukt ’t Antwerpen door Ioannes Batista Verdussen in de Cammerstraat in den gulden Leeuw Anno MDCLXV. Deze Heribertus put dan weer uit de geschriften van Simeon Mesaphrastes, ende anderen. U ziet, we boren alsom maar dieper en het water wordt dus ook klaarder. Ik ga niet het hele verhaal doen van deze uitzonderlijk gemijterde kerkprins, want het beslaat al meteen 5 bladzijden van 32 x 16 centimeter tekst. Daarom raas ik over zijn curriculum als de vlucht van een hommel, u weet wel het muziekstuk voor virtuozen van Rimsky voor trompet bewerkt door wijlen Harry James. Hij wordt gheboren in Petra en suygt maar eens ’s woensdaegs en de vrijdaegs omtrent den avont. Hij schout het gheselschap ende gesichte van vrouwen. Hij deylt syn goet aan de armen. Een arm edelman wilt syne dochters tot openbaerheyt brengen. Nicolaus werpt gout in sijn camer om de dochters te helpen. Hij doet het selve de tweede reyse en oock de derde reyse. Hij stilt een onweder. Hij wordt Bischop ghemaeckt van Myra. Hij is in ’t Concilie van Nicea. Hij verlost dry onschuldige borgheren van de doot. Hij sterft op den sesten dagh van December in ’t jaer 316.

Welk een palmares ! Met de helft van dit dienstbetoon kan men te lande minister of vakbondsleider worden.

In 1939 is dit mooie verhaal in het volksmisboek en vesperale der abdij Affligem ingekookt tot “deze grote wonderdoener wordt niet alleen in het oosten maar ook bij ons algemeen vereerd. Hij was Bisschop van Myra ten tijde van het concilie van Nicea, dat hij ook waarschijnlijk heeft bijgewoond. “

Weer later zat hij in grootwarenhuizen op een troon in een zilverpapieren hemel en nu een goeie week geleden zag ik hem op een trommel waspoeder zitten voor de rayon “huishouden, toiletpapier, koffiefilters”, schuin tegenover de tijdschriften met de schaamteloze bloteriken van Playboy en Penthouse op nog geen mijterworp afstand.

Ook mijn vriend Guido had deze abominatie gezien en hij is het die een nieuwe benadering van het Sinterklaasfeest op het oog heeft. Hij is zelfs reeds begonnen met wat hij de hernicolaïzering van het gesekularizeerde Westen noemt.

“Man, ” riep hij, de trap naar mijn werkkamer opstijgend, “ook jij hebt het podium gezien ! Klaas op een trommel waspoeder ! Waarom niet op een mesthoop of een vuilnisbelt ? Wij derailleren vriend, wij derailleren. Maar mijn plan zet de kindervriend weer op de troon. Die kinkeltjes kennen enkel nog Donald Duck en Batman en veinzen geloof in de sint terwille van het smeer in de mand. Dit moet veranderen, er moet terug ontzag voor deze bisschop ingeboezemd worden. Het geluk wil dat ik gevraagd ben om de heilige rol op mij te nemen in een tweede studiejaar. De kereltjes zijn nog klein van was maar niet helemaal ongevaarlijk. Ik heb een scenario opgesteld dat hun teevee-geloof overhoop moet gooien. Eerst en vooral mijn intrede. Ik kom achteruit stappend de klas binnen, maar let wel met dezelfde aisance zoals men vooruit stapt, hierdoor worden hun duur verworven zekerheden reeds dooreengeschud. Ze weten niet of de Sint binnenkomt of alweer buiten gaat. Dan volgt een kleine mondelinge ondervraging waarvan ik de vragen van tevoren heb laten ronddelen. Ik hou nogal van doorstoken kaarten. Luister, het kan je iets bijbrengen.

Vraag : Beste Sint, waar haal jij het geld voor de cadeautjes vandaan ?

Antwoord : Wij stelen het van de rijken en geven het terug aan de rijken en stelen het van de armen en geven het ook terug aan de armen, ja kinderen, want eerlijk is eerlijk.

Vraag : Lieve Sint, waarom rij jij met je paard over de daken ?

Antwoord : Omdat er op de daken geen files zijn en zoveel parkeerplaats als je maar wil.

Vraag : En Nobele Baas, wat doe jij heel de zomer in Spanje.

Antwoord : Ik verf mijn baard zwart en ga dansen met de gepensionneerden.

Vraag : Kan je ook goed zwemmen, Sint ?

Antwoord : Natuurlijk kindertjes, hoe zou ik anders van Myra naar Bari geraakt zijn.

Vraag : Hoe is je verhouding naar de Kerstman toe ?

Antwoord : Wij verwissselen wel eens van muts maar nooit van huis. De Noordpool dat zou mijn dood zijn.

Vraag : Sint, besta je echt ?

Antwoord : Het antwoord zal morgen in jullie manden en schoenen liggen.

Vraag : Waar is Zwarte Piet ?

Antwoord : Hij is opgeëist voor klusjesdienst.

Verder wil ik niet in detail treden, het detail ontmaskert het mysterie. Dan treed ik achteruit de klas uit. De verwarring bij de kinderen is nu algemeen en dat wil ik nu juist bereiken. Uit chaos kan men orde scheppen. A propos, ken jij de kollekte uit de mis van de Sint, Saraceen ? ” vroeg hij uit heldere hemel.

“Niet dat ik weet, ” antwoordde ik.

“O God, die den H. Bisschop Niclaas door ontelbare wonderen verheerlijkt hebt, verleen smeken we, dat wij, door zijn verdiensten en gebeden, van de vlammen der hel bevrijd blijven ! ” jubelde hij.

“Goed, ” riep ik hem achterna terwijl hij de trap afdaalde. “Schrijf me maar als je eerste missionaris op. “

Gommaar Timmermans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content