Google wil zijn eigen Facebook

google+ Een klein concurrentieel voordeel op concurrenten als Facebook. © image globe
Ronald Meeus

Wie durft er vandaag, in een wereld met 750 miljoen Facebookaccounts, nog een nieuw sociaal netwerk te lanceren? Alleen Google geeft het niet op.

Sinds social networking vijf jaar geleden aan zijn opmars begon, liet Google al een waarachtig knekelveld van mislukte en vroegtijdig geaborteerde pogingen achter zich. Orkut, Lively, Wave en Buzz slaagden er niet in om de liefde van de gebruiker voor zich te winnen, en Google moest lijdzaam toezien terwijl Facebook het terrein volledig voor zichzelf opeiste, met nichespelers als Twitter en LinkedIn in zijn zog.

Maar Google geeft het niet op. Ook al omdat Facebook een steeds groter stuk van de online advertentiemarkt weghapt, en die staat centraal in de manier waarop Google geld verdient. Het bedrijf levert al zijn diensten gratis, maar beschouwt discreet opgestelde advertenties gebaseerd op ingevoerde zoektermen als een soort ‘belasting’. Om die te blijven innen, moet het dus overal zijn waar de gebruiker zich online begeeft.

Vorige week werd het sociale netwerk Google+ ge- lanceerd. Het is nu de bedoeling om internetgebruikers die toch al bepaalde diensten van het bedrijf gebruiken, zoals GMail, YouTube en Google Maps, via die weg rechtstreeks bij Google+ binnen te rijven. ‘Google+ is Google zelf’, oppert Googles productdirecteur Bradley Horowitz in het Amerikaanse technologieblad Wired.

Het geeft Google, dat vandaag in de meeste internetbrowsers zit ingebakken via het zoekbalkje aan de rechterkant, een klein concurrentieel voordeel op concurrenten als Facebook, die door de gebruikers zelf moeten worden ingesteld als thuispagina. Bovendien heeft Google+ zeker zijn kwaliteiten: met de Circles-functie, waarbij vrienden via een soort Venndiagrammen kunnen worden gegroepeerd, slaagt het er bijvoorbeeld in om een functie die bij Facebook grotendeels wordt genegeerd eindelijk toegankelijk genoeg te maken.

De vraag blijft echter hoe Google+, dat dankzij een lange testperiode een gebruikersbestand van on-geveer 20 miljoen mensen heeft opgebouwd, het kan opnemen tegen de 750 miljoen Facebookaccounts die vandaag al zijn aangemaakt. ‘Ik schat hun kansen erg klein in’, zegt analist Steven Van Belleghem van het Gentse studiebureau InSites. ‘Een onderzoek dat we onlangs uitvoerden, wees uit dat de meeste internetgebruikers precies anderhalve sociaalnetwerksite bezoeken: bijna iedereen heeft een recreatieve account op een site als Facebook, en sommigen voegen daar nog een aanwezigheid op Twitter of LinkedIn bij. De massa heeft zijn keuze dus al gemaakt, en nieuwe gebruikers gaan automatisch naar sites waarop al hun vrienden al zitten. Met Google heeft men eerder een functionele relatie: men gaat ernaartoe omdat men er iets nodig heeft.’

Ronald Meeus

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content