Op maandagochtend 8 januari overleed voormalig president François Mitterrand aan de gevolgen van prostaatkanker.

PARIJS kan soms ijzig koud zijn, in de winter. Maar dat was het niet op die tiende mei 1981 toen François Mitterrand na twintig jaar taaie, kompromisloze oppositie, president van de Franse republiek verkozen werd. ?Het einde van de Vijfde Republiek,” werd voorspeld. ?Het einde van de demokratie in Frankrijk,” verzuchtten anderen. ?Het einde van het gaullisme,” zeiden studenten. Dat de Vijfde Republiek van Charles de Gaulle, net als de demokratie en het gaullisme nog mooie dagen tegemoet ging, en dat heel andere dingen op hun einde liepen, kon in die meidagen nog nauwelijks iemand bevroeden.

We zijn twee mandaten later een presidentieel mandaat duurt zeven jaar in Frankrijk, de socialisten wilden dat inkorten tot vijf jaar, maar onder François Mitterrand (die trouwens ook de andere instellingen van de Vijfde Republiek wou hervormen) is dat er op één of andere manier niet van gekomen , en bijna het laatste wat we hoorden van de oud geworden, doodzieke president, was dat hij ?zijn mandaat zou uitdoen”. En de rest, werd geïmpliceerd, ging hem alleen aan.

Veertien jaar presidentschap : een onafzienbare tijdspanne, een idee dat de illuzie kan voeden dat een staatsman op zoveel tijd in staat zou moeten zijn zijn levenwerk te voltooien, als hij er één heeft. Een illuzie : de piramide van het Louvre is er, de Opera van de Bastille, de Très Grande Bibliothèque, het Arabisch Instituut, de Arche de la Défense en nog andere grote verwezenlijkingen. De president was een bouwer. Maar dàt zijn levenwerk noemen ? Laten we zien wat men dacht, toen, dat hij zou proberen al had hij nooit zoveel beloofd, al had hij zich nooit anders aangediend dan als een gematigd sociaal-demokraat met een penchant voor Europa.

LINKS.

Maar hij was, in 1981, de eerste president van de linkerzijde in meer dan twintig jaar. Hij hoefde niets beloofd te hebben om toch een hoop werk te hebben. En hij wilde wel dingen doen, ter linkerzijde. Hij vond zichzelf waarschijnlijk een republikein. Iemand met een bepaald idee van de staat, van de gemeenschap en de maatschappij niet noodzakelijk een socialist. Een linkse republikein ? Aangezien hij de rechterzijde tijdens de Vierde Republiek al geprobeerd had, in een vorig leven…

Maar dat waren toen nog vreemde ideeën. Niet vreemd leek dit : net als Lenin, die zijn bolsjevieke partij had gesmeed als instrument om er de macht in Rusland mee te veroveren en er het socialisme te installeren, had François Mitterrand de oude, bloedarmoedige Parti Socialiste, onder welke naam die dan ook voortsudderde, opgenomen en hersmeed tot de partij die hem aan de macht zou brengen in Frankrijk, om daar het socialisme te installeren… Of dat dachten toch de linksen in de PS (er zaten heel wat marxisten in de partij, en maatschappijprojekten werden er driftig uitgetekend en uitgewisseld).

De eerste twee jaar van zijn presidentschap, wist Mitterrand, zou hij ?socialistische” hervormingen kunnen doorvoeren in Frankrijk : de doodstraf afschaffen, het minimumloon optrekken, de sociale sektor nieuw leven inblazen, de grote nationalizaties uitvoeren, dingen in die lijn. Daarna zou het te laat zijn : nooit had een linkse regering in Frankrijk het langer dan twee jaar uitgezongen. Het beeld van Mitterrand en de tragiek van het socialisme is dan ook niet dat van de kommunisten van de PCF ( Parti Communiste Français) van Georges Marchais in de regering, samen met de reformisten van de PS die ze steeds uitgespuugd hadden. Maar het is veeleer dat van eerste-minister Pierre Mauroy, de eerlijke, de socialist van Rijsel, die aan zijn arbeiders kon gaan zeggen dat niet alleen de steenkolenmijnen dicht moesten, maar de staalnijverheid ook twee sektoren die de socialisten, volgens hun programma, weer hadden gaan ?uitbouwen”.

Nee, het socialisme zat er niet in. De pauze, in 1983, en de ?wending” onder Jacques Delors, de afbraak van de kommunistische partij tot er geen steen van op de andere bleef, ogenschijnlijk in naam van een zekere ?moderniteit” : er leek een logika in te zitten, die waarnemers ertoe bracht een strategie te veronderstellen achter de ?florentijnse” schijnbewegingen van de president de Europese Eenmaking voor de enen, Europa van de Atlantische Oceaan tot aan de Oeral voor de anderen (en ineens was De Gaulle daar weer : verrassing ?). In naam van dat laatste, dachten anderen, in volle vredesbeweging met miljoenenmanifestaties tegen de plaatsing van Pershing II’s en kruisraketten in Europa, zou Mitterrand de Amerikanen terug naar huis sturen en in plaats daarvan pleitte hij in Duitsland vóór plaatsing.

Dat dus ook niet, en daarbij moest de eigen ?force de frappe”, de onafhankelijke Franse atoommacht, intakt blijven. Men kon de president trachten te begrijpen : als president moest hij, en cas de malheur, op de rode knop duwen. Als hij niet verplicht wou worden dat te doen, moest hij ervoor zorgen dat hij in die rol geloofwaardig bleef. Daarom zat een afbreken van de Franse wapenindustrie er ook niet in de defensiepolitiek en de industrie zijn immers te nauw met elkaar verbonden. Toch : die zaterdag, de zevende mei 1994, toen François Mitterrand het vliegdekschip ?Charles de Gaulle” te water liet, wist hij toen hoeveel daar aan kindertuinen, schooltjes, sociale woningen en ziekenhuizen ingehuldigd werd ? En was daar echt niets aan te doen ?

François Mitterrand, die door de jeugd Tonton werd genoemd, en die bij zijn volk en tot ver daarbuiten in gelijke mate reakties van excessieve liefde en haat opriep, was in de eerste plaats president van alle Fransen, van de Republiek. In de geschiedenisboeken staat nu al dat hij die republiek heeft helpen veranderen. Met het kelderen van de PCF, dat is zeker, en méér nog met het aanvaardbaar maken van een in demokratieën doorgaans gangbaar principe : dat van de afwisseling van politieke partijen aan de macht. De ?alternantie”, en de ?cohabitation” het samenregeren van een president en een regering van verschillende politieke families : dingen die in 1981 ondenkbaar waren in Frankrijk, heeft hij gewoon gemaakt. En weer een ?strategisch” plan, hem toegeschreven, waar niets van in huis kwam : het kweken van een grote centrum-partij, tussen links en rechts, socialisten en liberalen, waarmee een PS zou kunnen regeren zonder de kommunisten nodig te hebben, is nog lang niet gelukt.

In plaats daarvan is aan uiterst rechtse kant het Front National aanhang beginnen winnen, die recht evenredig was met de onmacht van linkse zowel als rechtse partijen om de werkloosheid en de sociale onrechtvaardigheden in Frankrijk niet eens terug te dringen, maar gewoon tot stilstand te brengen.

VRIENDEN.

Is dat dan de afrekening van veertien jaar presidentschap ? Kan men erom heen dat de werking ten goede onzichtbaar blijft ? (De inzet voor de Europese eenmaking, toenadering Frankrijk-Duitsland, de diskrete aktie van de onkreukbare echtgenote Danielle Mitterrand, de uitstraling van die reeks onvoorwaardelijke vrienden als Robert Badinter, Elie Wiesel, en wie nog, en wat koopt het Franse volk daarvoor, dat intussen wel zijn socialisme en zijn rode dageraad heeft moeten inleveren ?) Terwijl de kwade dingen bovendrijven en onontwijkbaar blijken : de schandalen die Parijs en Lyon deden trillen en intieme vrienden van de president zelfmoord plegen, de eenzaamheid van premier Pierre Bérégovoy, in de steek gelaten, met een pistool bij dat kanaal. Of die andere premier, Edith Cresson, geofferd aan het PS-partij-apparaat, tevergeefs wachtend bij de telefoon. En politieke fouten als de onbespreekbare steun aan de Serviërs in het Balkankonflikt, omdat Frankrijk nu eenmaal de Serviërs steunt. En de verdediging van de Franse invloedssfeer in Afrika, over de lijken van een half miljoen Tutsi’s in Ruanda heen.

Kon de oude president hier iets aan doen ? Waarschijnlijk zeer weinig of niets het samenregeren moet zijn rechten hebben en Frankrijk is nu eenmaal een oude natie. Maar als hij aan dit alles niets kon doen, heeft hij dan zijn mandaat wel uitgediend ? Heeft hij zijn beloftes soit dat hij ze nooit gedaan had niet àl te vroeg en te gemakkelijk afgeschud, in ruil voor een roos in de vuist, persoonlijke moed, en een handvol gelukkige formuleringen ? Hij was een gesloten man, we zullen het nooit weten.

Sus van Elzen

François Mitterrand : hoeveel kan een staatsman alleen ?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content