Het kruim van de politiek en de industrie praatte in het Zwitserse Davos over Rusland en nog meer over Europa. De kans op een open politieke krisis in de Europese Unie stijgt. Een reportage.

EEN BERICHT UIT DAVOS

DE voormalige Britse minister van Buitenlandse Zaken, de altijd nette Douglas Hurd, is niet de meest objektieve waarnemer van de internationale politiek. Daarvoor is hij te Brits en heeft hij een te lange staat van dienst in het Foreign Office. Hij is echter een vakman die weet waarover hij praat. In een opgemerkt artikel over de Europese prioriteiten schreef hij vorige week dat ?de chaos in Rusland allicht het belangrijkste probleem wordt waarmee de Europese staatsmannen het volgend decennium gekonfronteerd worden.” Die voorspelling werd een paar dagen later in het Zwitserse Davos niet ontkracht. Op het World Economic Forum, dat als een geigerteller de hot issues van de planeet aftast, werd een antwoord op de vraag gezocht hoe bang we nu van Rusland en de terugkeer van de oude kommunisten moeten zijn.

De Russen zelf vonden het Zwitsers rendez-vous belangrijk genoeg om de machtsstrijd in het koude Moskou even te laten voor wat ze was. Met veel en bekend volk streken ze in Davos neer en probeerden ze er met mooie woorden de big business van hun goede bedoelingen te overtuigen. De man die het meest aan de tand werd gevoeld, was ongetwijfeld Gennadi Zjoeganov, de leider van de Russische kommunisten en de waarschijnlijke opvolger van president Boris Jeltsin. Zjoeganov, die er heel saai uitziet en ook zo praat, wou vooral aardig zijn, de investeerders charmeren en zichzelf een bewijs van goed gedrag en zeden uitreiken. Nadat hij iets te nadrukkelijk zei dat ?hij de meest vredelievende man ter wereld is,” waarschuwde hij voor een uitbreiding van de Navo naar het oosten. Het kan de goede relaties tussen Europa en Rusland in gevaar brengen.

MUNTUNIE.

Behalve Zjoeganov waren er tientallen andere namen in Davos die een hoofdrol in de grote dossiers van de jaren negentig spelen. Shimon Peres en Yasser Arafat, bijvoorbeeld, maar ook de Amerikaanse topdiplomaat Richard Holbrooke, de boeman van de wisselmarkten George Soros, de rijkste man ter wereld Bill Gates, de Franse vakbondsleider Marc Blondel en de voorzitter van het Internationaal Olympisch Komitee Juan Antonio Samaranch. Afgezien daarvan waren er de Nobelprijswinnaars Nadine Gordimer en Elie Wiesel en geprivilegieerde waarnemers zoals Ben Okri en Francis Fukuyama, de recentste uitvinder van het einde van de geschiedenis.

De direkteurs van de centrale banken ontbraken natuurlijk niet. De Duitser Hans Tietmeyer en de Fransman Jean-Claude Trichet verheugden zich over de herontdekking van de ekonomische deugden en meenden dat de financiële markten in de toekomst nog veel meer als waakhond van de politiek zullen en moeten optreden. Ze hielden genuanceerde pleidooien voor de Europese monetaire unie. In Davos werd nog eens duidelijk dat de toekomst van Europa niet meer van de realizatie van de eenheidsmunt kan worden losgekoppeld. Premier Jean-Luc Dehaene (CVP) liet zich daarbij opmerken met enkele sterke uitspraken. ?De eenheidsmarkt zal niet standhouden als we er niet in slagen om de muntunie te realizeren.”

Kommissievoorzitter Jacques Santer en de fraktieleider van de kristen-demokratische CDU in het Duitse parlement Wolfgang Schaüble, volgens velen de kroonprins van kanselier Helmut Kohl, volgden Dehaene en hamerden op hun beurt op de noodzaak om tijdig op 1 januari 1999 met de muntunie te beginnen. Het was geen overbodig pleidooi. Uit een rondvraag bij de meer dan 1.000 topindustriëlen, bankiers en financiers bleek dat de overgrote meerderheid niet gelooft dat de euro over drie jaar een realiteit zal zijn. Deze keer heeft de politiek het moeilijk om de internationale zakenwereld in de pas te doen lopen.

600.000 FRANK LIDMAATSCHAP.

Al 26 jaar wordt Davos gedurende een week door de selekte top van het multinationale bedrijfsleven overspoeld. Op 1.550 meter hoogte komen ze er over de uitdagingen van deze tijd debatteren en van de sneeuw genieten. Op dat punt viel de editie van 1996 tegen, want al meer dan vijf weken was er nauwelijks wat wits uit de hemel gevallen. De belangstelling leed er echter niet onder.

?Het Forum beantwoordt aan een permanente noodzaak,” zegt Klaus Schwab, de man die de formule bedacht en sindsdien een heel welstellend burger is. ?We slaan een brug tussen de politieke en de zakelijke besluitvormers. In een wereld met steeds meer beslissingscentra, en waarin iedereen onder geweldige tijdsdruk staat, brengen we de mensen bij elkaar en maken we persoonlijke kontakten mogelijk.”

De behoefte is blijkbaar reëel. Op dit ogenblik zijn duizend bedrijven uit 75 landen lid van het Forum. Dat is niet weinig, want het verblijf in Davos is niet gratis en het lidmaatschap ver van goedkoop. Voor 20.000 dollar (ruim 600.000 frank) behoor je echter tot de klub en krijgt je bedrijf de badge die de voorzitter van de raad van bestuur of het direktiekomitee toegang tot het kongrescentrum verleent. Daar wordt veel vergaderd, worden zaakjes geregeld en geschillen bijgelegd. Bij een (gratis) kopje koffie kun je er François Narmon van het Gemeentekrediet, de nieuwe sponsor van Club Brugge, en Vlaams minister-president Luc Van den Brande (CVP) hun meningsverschillen over Belgische bankfusies horen gladstrijken. Dat is subtiel werk, want geen van beide kan zeggen wat hij echt denkt. Voor de Vlaamse KMO is Davos te hoog gegrepen, maar de minister-president staat er op om zich ook hier te laten zien en horen.

Dat vergt enig zelfvertrouwen en doorzettingsvermogen, want fora als die van Davos zweren bij de global world. De aandacht gaat er naar kontinenten, veeleer dan naar nationale staten. Als er over regio’s wordt gepraat, is het terloops, als voetnoot. Ook België is hier nauwelijks een gespreksonderwerp, maar toch wordt de komst van Dehaene op prijs gesteld, omwille van Europa. Sinds Korfoe en zijn mislukte gooi naar het kommissievoorzitterschap is Dehaene meer dan zomaar een Belgisch eerste-minister. Hij heeft zich nu opgewerkt tot woordvoerder van de harde Europese kern. Veel meer dan de Nederlanders profileren de Belgen zich als meest entoesiaste Europese militanten. Omdat België een klein land is, kan het sommige standpunten ook explicieter formuleren. Dat roept minder vragen op dan wanneer Frankrijk of Duitsland zich daaraan wagen.

SPELREGELS.

Ook in de Europese kommissie is dat merkbaar. In een paneldiskussie in Davos over het nieuwe Europese verdrag onderscheidde Europees kommissaris Karel Van Miert zich als de meest gedreven pleitbezorger van een Europese verdieping.

Van Miert somde de vele problemen op waarmee een verruimde Europese Unie gekonfronteerd zal worden. Zowel de besluitvorming, het landbouwbeleid als het budget dreigen kompleet te ontsporen als een nieuw verdrag de spelregels niet grondig verandert. De Fransen, zo signaleerde Van Miert, spelen zelfs met de idee om de Unie door een kleine groep van grote landen, een soort veiligheidsraad, te laten leiden. Volgens Van Miert zou dat een negatie van het Europees projekt zijn. De kommissaris vreesde vooral een gebrek aan politieke wil. ?Als iedereen zijn vinger in de lucht steekt om te zien van waar de wind komt, kunnen we het vergeten.”

Van Miert zat in een panel met alleen voorstanders van meer Europese integratie. Onder hen de nieuwe socialistische premier van Portugal, Antonio Guterres, voorzitter Klaus Hänsch van het Europees parlement en twee vertegenwoordigers van de grootste Europese concerns. Zowel de algemeen direkteur van Mercedes-Benz, Helmut Werner, als de voorzitter van Olivetti, Carlo De Benedetti, waren gewonnen voor de eenheidsmunt. Volgens Werner is het een absolute must, onder meer om ons beter tegen de dollar te wapenen, zodat de Europese auto-industrie een faire kans op de belangrijke Amerikaanse markt zou behouden.

Ondanks de grote eensgezindheid achter de tafel was een belangrijke minderheid van het selekte publiek uitermate kritisch tegenover nog meer Europa. De Euro-sceptici waren sterk vertegenwoordigd en manifesteerden zich. Waarop de wrevel juist sloeg, was minder duidelijk. Het leek iets op een vaag gevoel van onbehagen. Nog maar eens een kloof, maar dan één tussen de politiek en de industriële en financiële upper-class.

In Davos is het geloof in de vrije markt groot, zoniet totaal. Hooguit is er de bereidheid om (betaalbare) sociale korrekties aan te brengen. Dat de overheid zelf veel initiatief moet nemen om de groei te stimuleren, wordt alleen door een minuskule, dissidente minderheid verdedigd. De Benedetti waagde zich even op dit terrein en vond het nodig dat de Unie zelf een ambitieus relanceprogramma opstart. In navolging van de ontslagnemende Italiaanse premier Lamberto Dini meende De Benedetti dat een samenleving waar bij de 11 procent van de beroepsbevolking werkloos is, niet stand houdt. Dat Maastricht en de criteria mee aan de basis van de hoge werkloosheid zouden liggen, noemde hij echter stupide. Zijn pleidooi voor een relance werd evenwel genegeerd. De mensen achter de tafel vonden het de plaats niet om er op in te gaan, terwijl de zaal andere prioriteiten had. Ook CDU-fraktieleiderSchäuble, die al weken met werkgevers en vakbonden over een aktieplan voor werkgelegenheid onderhandelt, vond het niet opportuun om daarover in Davos meer klaarheid te scheppen. Dehaene was daar nog minder toe geneigd. Zijn ?toekomstkontrakt” is op dit ogenblik slechts een vaag idee waarover hij niet veel kan of wil vertellen. Eerst moeten de sociale partners uit hun bunker komen en ook daarom is het wenselijk dat hij zo lang mogelijk zwijgt.

VITAMINEKUUR.

Als er iets van dat Belgisch toekomstkontrakt in Davos duidelijk werd, is het dat Dehaene geen valse of te ambitieuze verwachtingen wil wekken. Een belofte zoals die van Kohl, dat hij tegen 2000 de werkloosheid zal halveren, komt er zeker niet. Volgens de premier wekt ze de valse illuzie dat het uiteindelijk de regeringen zijn die over banen kunnen beslissen. Dehaene wil daar niet van weten en vindt het onverantwoord om de bevolking en de kiezers zoiets voor te houden. Vorig jaar al zei hij dat met zoveel woorden tegen Van den Brande, toen die in het Vlaams regeerakkoord de verbintenis wou inschrijven om de werkloosheid tegen het eind van de eeuw in Vlaanderen met de helft te verminderen. Samen met Louis Tobback (SP) maande hij de minister-president aan om dat zinnetje vooral niet op te nemen. Het is niet omdat Kohl zich nu ?versprak” dat Dehaene zijn ongelijk tegenover Van den Brande wil toegeven.

Toen hij op 16 december vorig jaar van de Europese top van Madrid terug naar België vloog, minimalizeerde Dehaene de ekonomische terugslag nog. Er was geen sprake van een recessie, slechts een groeipauze. Vragen of het soberbeidsbeleid, nodig om de normen van Maastricht te halen, de vertraging niet versterkte, werden weggebromd. Helemaal ongenietbaar werd de premier als hij met de vraag werd gekonfronteerd of de deflatoire politiek niet door een stimuleringsbeleid moest vervangen worden. De gids leek zeker van zijn stuk, weigerde te twijfelen en ontkende de noodzaak van een koerskorrektie.

Twee dagen nadat Duitsland en Frankrijk een krisisplan bekendmaakten en één dag nadat kommissievoorzitter Jacques Santer een oproep deed om een ?Europees vertrouwenspakt voor werkgelegenheid” te sluiten, kondigde Dehaene een ?toekomstkontrakt voor de werkgelegenheid” aan. Daarmee verdwijnt de fameuze modernizering van de sociale zekerheid verder naar de achtergrond en hoopt de regering nieuwe impulsen voor een aktiever werkgelegenheidsbeleid te geven. Of het een echt relancebeleid wordt, is echter heel onwaarschijnlijk. Dehaene gelooft er niet in en heeft er bovendien het geld niet voor.

Toch geven de regering en Dehaene met hun ?bocht” in feite toe dat ze de groeivertraging van de ekonomie hebben onderschat. Het geloof dat de lage rentevoeten de motor vlug op gang zou trekken, was onverantwoord groot. De foute beoordeling wordt niet graag erkend, want het zou de reputatie van de gids kunnen schaden. Zoveel simpeler is het om zich achter de brede ruggen van Kohl en van de Franse president Jacques Chirac te verstoppen. Als Duitsland en Frankrijk hun sociaal-ekonomisch beleid bijsturen, heeft België nauwelijks een keuze. Het moet wel volgen. In een eerste kommentaar zei Dehaene dat hij zich vooral op het Duitse 50-puntenprogramma zal inspireren. Het wordt dus een vitaminekuur, zoals de Duitse minister van Ekonomische Zaken Günter Rexrodt aankondigde. Van een grootschalig keynesiaans relanceplan, waar sommige vakbondsleiders van dromen, zal bijgevolg geen sprake zijn.

OVERMOEDIG.

Het duurde ook lang voor de Duitse regering aan haar aktieplan begon. Zoals de Belgische, hoopte ze dat de sombere voorspellingen niet zouden bewaarheid worden en dat de ekonomische groei vlug zou hervatten. Ook Bonn weigert nog altijd over een recessie te praten en houdt het bij het gekanonizeerd verhaal over de groeipauze. Toen duidelijk werd dat die zich ook in de eerste helft van 1996 zou doorzetten en het aantal werklozen boven de vier miljoen zou uitstijgen, begreep Kohl dat hij moest optreden. ?Tegen het jaar 2000 zullen we de werkloosheid halveren,” kondigde de kanselier overmoedig aan. Daarom het 50-puntenprogramma, dat vooral ?aanbodekonomische maatregelen” bevat. De regering wil dat de bedrijven de volgende jaren goedkoper kunnen produceren en hoopt dat te bewerkstelligen middels diverse belastingverlagingen, vermindering van de sociale uitgaven, een versoepeling van de arbeidswetgeving en een versnelde privatizering van de overheidsbedrijven.

Op korte termijn zal het Duitse aktieplan geen sensationele ommekeer veroorzaken. Vele maatregelen moeten immers eerst door de molen van het Duitse overlegmodel en die maalt langzaam. Voorts kondigt zich een uiterst moeilijke diskussie met de oppositie en de Länder aan. Bonn wil een groot deel van de kosten, onder meer de daling van de solidariteitstoeslag, waarmee de saneringskosten van de voormalige DDR worden gefinancierd, op de deelstaten afwentelen. En dat veroorzaakt bij de respektieve minister-presidenten, ook die van de regeringspartijen, groot ongenoegen. Er zal veel en lang gepraat worden, vooraleer het plan op kruissnelheid is en ook om die reden is het geen relanceplan. In feite is het een Duitse versie van het globaal plan dat de konkurrentiekracht van Standort Deutschland wil verbeteren. Het ontbreken van het relanceluik is geen toeval. Duitsland heeft er evenmin de middelen voor, want het zit op zijn beurt met een begrotingstekort van om en bij de 3,5 procent van het bruto binnenlands produkt. Zonder muntunie was er waarschijnlijk wel ruimte om ook de vraag te stimuleren.

FRONTALE BOTSING.

De Fransen is het daarentegen vooral om de vraag te doen. Bovendien mikken zij op de korte termijn. In essentie komt het erop neer dat men het overdadige sparen van de bange burger wil ontmoedigen. Zo wordt de intrest op het heel populaire Livret A 46 miljoen Fransen bezitten zo’n spaarboekje met één procentpunt verminderd en op 3,5 procent gebracht. Intresten op verbruikskrediet worden gedeeltelijk aftrekbaar, investeringen in uitrustingsgoederen mogen versneld worden afgeschreven en er komen fiskale snoepjes voor wie huurwoningen bouwt. De overheid zelf doet ook een geste en zal 20 procent meer dan gepland uittrekken voor de aanleg van wegen en autowegen.

De regering van Alain Juppé wil snel scoren. Volgend jaar zijn er parlementsverkiezingen en de cijfers zijn verontrustend. In november en december kwamen er 57.600 werklozen bij, zodat Frankrijk momenteel iets meer dan drie miljoen werklozen telt. Dat is 11,7 procent van de beroepsbevolking. Ondanks de hoge spaarquote van de Belgische bevolking is het zeer onwaarschijnlijk dat de regering-Dehaene zich door de Franse aanpak zal laten inspireren. Volgens de officiële diagnose zal de verbruiker niet ophouden met overdadig sparen omdat de rentevoet nog een beetje daalt. Alleen als hij voldoende vertrouwen heeft, zal hij opnieuw beginnen konsumeren. Op de vraag hoe dat vertrouwen bevorderd moet worden, weet Dehaene niet onmiddellijk een antwoord. Meestal verwijst hij dan naar Europa.

Het is echter twijfelachtig of de Unie de burger de volgende maanden geruststellende signalen zal kunnen geven. De polemiek rond de eenheidsmunt zal niet stoppen en steeds meer politici en partijen zullen de kant van de sceptici kiezen. Zeker als de wisselmarkten, die zich de vorige maanden opmerkelijk rustig gedroegen, enkele Europese munten zouden belegeren.

Op korte termijn zouden de politici zelf echter de grootste moelijkheden kunnen veroorzaken. Volgende maand begint in Turijn de intergoevernementele konferentie, die tegen midden 1997 een nieuw Unie-verdrag op papier moet hebben. Door de Italiaanse regeringskrisis dreigt de start van de konferentie echter te floppen, want in Rome woedt de slag om de portefeuilles. Nochtans moeten er dringend beslissingen worden genomen om te bepalen wat wel en wat niet in het nieuwe verdrag veranderd kan worden. Einde maart, in Turijn bij de plechtige opening van de konferentie, dreigt al een frontale botsing tussen maximalisten en minimalisten.

Sinds kort, ook in de salons van Davos, wordt veel over de waarschijnlijke, want onvermijdelijke Europese krisis gepraat. Soms lijkt het erop dat enkelen op een vlugge en harde konfrontatie aansturen. In het kamp van de maximalisten groeit de overtuiging dat een openlijke krisis de enige manier is om de patsituatie te doorbreken. In Europa gelden immers andere wetten dan in België, waar alles via wegen van geleidelijkheid moet verlopen.

Paul Goossens

Wereldbankvoorzitter James Wolfensohn voert het woord. De financiële markten worden nog nadrukkelijker de waakhond van de politiek.

Dehaene gelooft niet in een relanceplan. Hij heeft er trouwens het geld niet voor.

Rusland wordt de belangrijkste uitdaging voor Europa. In beeld : Jabloko-aanvoerder Javlinski luistert naar een toespraak van kommunistenaanvoerder Zjoeganov, de kandidaat-opvolger van president Jeltsin.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content