Twaalf dagen lang zijn in Gent weer een record aantal films uit alle windstreken te zien. Een kleine greep uit het rijke aanbod.

ALLE films opnoemen die op het 22-ste Internationaal Filmfestival van Vlaanderen-Gent worden vertoond, is onbegonnen werk. Daarom kiezen we er twintig titels uit. Het zijn meestal maar niet uitsluitend aanbevolen films, gesprokkeld in de verschillende festivalsekties : films in officiële selektie (in of buiten kompetitie) ; het panorama van de wereldcinema, Filmspectrum ; dokumentaires ; focus op Taiwan ; dag van de Belgische film. In dit overzicht ontbreken talloze films die waarschijnlijk nooit meer in ons land zullen te zien zijn. De avontuurlijke filmliefhebber die van dit festival een ontdekkingstocht wil maken, schaft zich daarom best de uitgebreide catalogus aan, kontroleert op de generiek of de film in kwestie een Belgische verdeler heeft ; is dit niet het geval, dan gaat het om een unieke vertoning.

Voor de traditionele voor-opening pakt Gent uit met de meest geruchtmakende produktie van het jaar, voorlopig ook de duurste film aller tijden : tweehonderd miljoen dollar volgens voorzichtige ramingen.

Rekening houdend met de lawine van negatieve publiciteit die over de door rampspoed getroffen produktie neerdaalde, valt “Waterworld” nog best mee. Bondig samengevat is het “Mad Max” op het water (het scenario is een schaamteloze kopie van “The Road Warrior”). Vergeleken met Mel Gibson in zijn jongere jaren, komt het nihilisme van Kevin Costners eenzame anti-held een beetje fake over. Costners “Mariner” personage is een mutant met kieuwen achter zijn oren zodat hij onder water kan ademen en vliezen tussen zijn tenen zodat hij kan zwemmen als een vis. De superieure aktiescènes worden echter door Kevin Reynolds voortreffelijk geregisseerd ; de apocalyptische waterwereld na het smelten van de poolkappen is het decor voor woest, barbaars spektakel. “Waterworld” biedt kortom het wat kinderachtige vermaak van een ouderwetse B-film, wat gezien het prijskaartje natuurlijk tamelijk pervers is. “Waterworld” is daarmee gewoon de apoteose van een trend die zich al jaren doorzet : een superdure blockbusterfilm verhult in wezen een klein sensationeel exploitation filmpje. (Decascoop : maandag 9 oktober, 20 u.)

SIGAREN.

Het is alsof in de in Brooklyn spelende karakterkomedie “Smoke”, geschreven door de Amerikaanse romancier Paul Auster en geregisseerd door de uit Hongkong afkomstige Wayne Wang, een aantal kortverhalen op een ingenieuze manier door elkaar gedraaid werden. Er zijn vijf hoofdpersonages : de baas (Harvey Keitel) van een sigarenwinkel die het centrale decor is van de aktie ; zijn ex-vriendin (Stockard Channing) die hem komt melden dat zijn hoogzwangere dochter in nood verkeert ; een schrijver (William Hurt) die de gewelddadige dood van zijn vrouw maar niet kan verwerken ; een zwarte weesjongen (Harold Perrineau Junior) die voortdurend van identiteit verandert en op zoek is naar zijn vader (Forest Whitaker). Door grappige spelingen van het lot ontstaan tussen deze personages allerlei onverwachte toenaderingen, onthullende relaties en interakties. Het leuke is de ongedwongen toon : het vloeit allemaal moeiteloos in elkaar en nooit worden we ons bewust van een opgelegde struktuur. Zonder ooit belerend te worden, groeit deze opmerkelijke “low key” film uit tot een beschouwing over vriendschap, schrijversschap, kreativiteit, samenhorigheid, ouderschap, gezin en de vergankelijke natuur en kleine vreugden van het leven. (Decascoop : woensdag 11 oktober, 20 u. en donderdag 12 oktober, 15 u.)

In de Canadese film “When Night is Falling” speelt Pascale Bussières een protestantse hoogleraar die net als ze op trouwen staat (met een kollega teoloog) een akrobate ontmoet (Rachel Crawford) die haar leven helemaal overhoop haalt. De avant-garde circusartieste introduceert haar niet alleen in haar nonkomformistische kunstjes maar ook in de gelijkslachtige liefde. Patrica Rozema laat twee werelden met elkaar konstrasteren, en haar heldin moet kiezen tussen vrijblijvende devotie en sidderende lesbische hartstocht. Rozema weet de spelletjes van seksuele attraktie en aarzeling in een betoverend waas te hullen, maar in haar kunstmatige verdediging van de keuzes van haar protagoniste zit ze toch voortdurend open deuren in te trappen. (Decascoop : woensdag 12 oktober, 20 u. en donderdag 13 oktober, 15 u.).

Ook de eerste met redelijke middelen gemaakte film van de guerrillafilmer Gregg Araki is net een tijdbom die recht in het gezicht van de toeschouwer explodeert. Van bij de generiek omschrijft Araki zijn hip nihilistische film als heteroseksueel, maar komend van een van de tenoren van de “New Queer Cinema”, neem je dit best met een korreltje zout. “The Doom Generation” toont de odyssee van een jong Generation X paar dat in hun oude Torino doelloos door Californië scheurt. Ze krijgen ongevraagd het gezelschap van een mysterieuze zwerver, een seksueel polyvalente engel-demon die hen meesleurt in een roekeloze moord- en roofpartij, waarin seks, dood en fast-food provocerend met elkaar zijn verbonden. Deze helse “road movie” vol uitzinnig comic strip geweld is tematisch en stilistisch verwant met “Natural Born Killers” van Oliver Stone. Maar terwijl Stone ons de les spelt, is de toon van Araki bloednuchter en beheerst, zoals ook zijn hallucinatorische pop-art stijl veel koherenter en autentieker is dan Stones duivelse MTV-parodie. (Decascoop : vrijdag 13 oktober, 0 u.30)

NATURALIST.

“Angels and Insects” waarin Philip Haas een aantal parallellen trekt tussen de wereld van de insekten en van de Victoriaanse landadel, lijkt soms op een subversieve versie van een Merchant-Ivory kostuumfilm. De prent heeft zijn bewonderaars ik vond het allemaal erg houterig, stuntelig geakteerd en vooral vervelend. De oersaaie Mark Rylance is een berooide, gereserveerde naturalist die na tien jaar veldwerk in Amazonië een onderkomen vindt bij een predikant die evenzeer gepassioneerd is door entomologie. Hij trouwt met de dochter des huizes, maar voelt zich hoe langer hoe meer geïsoleerd en buitengesloten en vindt alleen soelaas in zijn werk. Tijdens zijn uitgebreide studie van een mierenkolonie ontdekt hij ook de duistere geheimen van de familie die hem adopteerde. (Decascoop : vrijdag 13 oktober, 20 u. en zaterdag 14 oktober, 17 u.30)

Hopelijk is er op de Belgische dag iets interessanter te zien dan “Als Werkelijkheidszin bestaat moet mogelijkheidszin ook bestaan”, een suf literair-teatraal experiment van Franciska Lambrechts, dat aan pseudo-intellektualisme een slechte naam geeft. Konkreet krijgen we amateuristische zwart-wit beelden te zien waarin slechte akteurs in gemaakt Nederlands of potsierlijk Frans krampachtig teksten opdraven van Robert Musil, met als achtergrond banale huiskamers of betonnen bruggen. In het persdossier dat klaarblijkelijk meer heeft gekost dan de film, wordt dit speelfilmdebuut geprezen als een “tragedy of errors”. U hebt er geen idee van in welke mate die definitie ook klopt. (Studio Skoop, zaterdag 14 oktober, 17 u.30)

Wong Kar-wei geldt als het grootste talent van de nieuwe generatie in Hong Kong. Zijn “Ashes of Time” is een bijzonder artistieke exploratie en barokke pastiche van het bekendste genre uit de Hong Kong cinema : de “martial arts” film. De kineast kombineert de ingrediënten van deze hyper-populaire cinema echter met zuiver experimentele verteltechnieken. De westerse toeschouwer die niet altijd de kulturele referenties kan doorgronden, verliest er vaak het noorden bij, maar wordt zeker meegesleept door de visuele verbeelding van een virtuoos filmkunstenaar. Wong werkte twee jaar aan dit historisch fresko over krijgsheren met een troebele en misschien onderling verwisselbare identiteit. Om zich te ontspannen draaide hij tussendoor, in drie maanden tijd, “Chungking Express” dat inmiddels in de Belgische bioskoop draait. (Sphinx : zaterdag 14 oktober, 22 u.30 en zondag 15 oktober, 15 u.)

De revisionistische vervalsing van de recente Amerikaanse geschiedenis in “Forrest Gump”, wordt schaamteloos voortgezet in “Apollo 13”, waarin een destastreuze NASA missie uit 1970 wordt getransformeerd tot een ware triomf van menselijke moed en vindingrijkheid “a successful failure” volgens de NASA. Die tegenstrijdige formule gaat zeker niet op voor de film zelf, die op elk gebied maar vooral cinematografisch een pijnlijke mislukkig is. Ron Howard bestaat het om dit docu-drama rond drie astronauten (onder wie Tom Hanks) die, tegen alle obstakels en falende technologie in, toch ongedeerd terugkeren naar de aarde, om te buigen tot zijn zoveelste kleverig eerbetoon aan de beproefde “all-American” familie. (Decascoop : zondag 15 oktober, 17 u.)

MYSTIEK.

Ron Holloway is al decennia lang een onvermoeibare ontdekker van films uit het voormalige Oostblok. In 1988 maakte hij tijdens het filmfestival van Munchen een urenlang gefilmd interview met de Georgisch-Armeense kineast Sergei Paradjanov. Dit zeldzame dokument minder een gesprek dan een autobiografische monoloog van de regisseur die in 1990 aan kanker overleed heeft hij nu uitgebreid tot een boeiend filmportret. “Paradjanov A Requiem” is zeker niet het definitieve portret van deze wonderlijk ambachtelijke filmkunstenaar, daarvoor is Paradjanov zelf te vaag over de precieze oorzaken waarom hij tijdens het Breznjev tijdperk een genadeloos lange gevangenisstraf opliep. Wel krijgen we een boeiend inzicht in de persoonlijke achtergronden van zijn kunst, terwijl de goedgekozen fragmenten uit zijn fabels vol mystiek en volkse wijsheid (“Schaduw van onze vergeten voorvaderen”, “The Colour of Pomegranates”) ons doen verlangen naar een integrale vizie van zijn films. (Studio Skoop, donderdag 17 oktober, 17 u.30 en donderdag 19 oktober, 22 u.30)

Gus Van Sant doet ons met “To Die For” het fiasko vergeten van “Even Cowgirls Get the Blues”. Het is een zwarte komedie in pastelkleurtjes en opgebouwd als een ersatz-dokumentaire over een jonge vrouw uit een provincienest die voor het lokaal tv-station het weerbericht brengt maar droomt van haar eigen talk-show. Snugger is ze niet, maar om haar doel te bereiken is ze wel bereid om over het lijk van haar echtgenoot (Matt Dillon) te gaan. Om die hinderlijke wederhelft uit de weg te ruimen, manipuleert ze drie amorele tieners die haar verafgoden en van wie ze een portret draait. Nicole Kidman, voor de gelegenheid opgetut als een Ann-Margret uit haar goede jaren, openbaart reëel satirisch talent in haar portrettering van een vrouw die met ijselijke hardnekkigheid haar droom nastreeft. Dit is ook een vriendelijk subversie bijdrage tot de filmcyclus over mediaroem en kriminaliteit in het land van O.J. Simpson. (Decascoop : dinsdag 17 oktober, 20 u. en woensdag 18 oktober, 15 u.)

Wat een filmmaker van extreme low budget films lijden kan, vormt het onderwerp van “Living in Oblivion” van de jonge Amerikaan Tom DiCillo, die zich baseerde op allerlei pech en tegenslag bij het maken van zijn vorige film “Johnny Suede”. Het is een goedgeluimde, ingenieuze film-in-de-film komedie over de nachtmerries van een regisseur figuurlijk maar ook letterlijk, want vaak zitten we zonder het te beseffen in de droom van de betrokkene. Tijdens de opname krijgt DiCillo’s alter ego (knap gespeeld door Steve Buscemi) de perfekte illustratie van de wet van Murphy. Alles maar dan ook werkelijk alles loopt mis, van de melk die zuur is tot de lampen die stukspringen, van de akteurs die over hun dialogen struikelen tot de moeder van de regisseur die plotseling op de set verschijnt. Maar hoe dan ook weet de belaagde filmmaker het hoofd koel te houden en de tegenspoed in zijn voordeel om te buigen. Zijn wanhopige worsteling om zijn visie zo integer mogelijk op het doek te toveren, is afwisselend aandoenlijk en hilarisch. James Le Gros’ prima donna is ook een voortreffelijke parodie op Brad Pitt (de ster uit “Johnny Suede”). (Decascoop : dinsdag 17 oktober, 20 u. en woensdag 18 oktober, 17 u.30)

SNUFF.

De vinnige “exploitation” thriller “Mute Witness” berust op een sluw koncept dat door debuterend regisseur Anthony Waller met opmerkelijke savoir faire tot de laatste druppel wordt uitgemolken. Een filmploeg draait in Moskou een low buget horrorfilm. Het Amerikaans make-up meisje raakt per abuis ’s nachts opgesloten in de studio waar ze onvrijwillig getuige is van de klandestiene opname van een “snuff” film waarin de porno-aktrice ook echt dood gestoken wordt. De politie spreekt geen Engels en het meisje is stom, een kommunikatieprobleem waaruit de jonge regisseur een maximum aan suspens puurt. De boosdoeners proberen op alle mogelijke manieren de hinderlijke getuige uit de weg te ruimen ; de hele film is opgebouwd als één lang kat en muis spelletje. De meest opwindende scène zit vooraan in de film : een lange achtervolging door de leegstaande fabriek die dienst doet als filmstudio. Deze verbazend kinetische tour de force is beslist één van de sensationele scènes van het jaar en reveleert Waller als een superbegaafde leerling van Brian De Palma. (Decascoop : donderdag 19 oktober, 20 u. en vrijdag 20 oktober, 0 u.30)

“The Sum of Us” van Kevin Dowling en Geoff Burton is een Australische komedie over een jonge homo (Russell Crowe) die last heeft van zijn vader nee, niet omdat deze zijn zoon niet zou begrijpen, maar wel integendeel omdat hij hem een beetje te veel aanmoedigt. Deze weduwnaar is dermate geïnteresseerd in de life style van zijn zoon en wil hem zodanig behulpzaam zijn bij het vinden van vriendschap en seks, dat het allemaal een beetje gênant wordt. Dit is een typische “one joke” film, al zorgt de verrassende ouderlijke reaktie wel voor leuke “sitcom” toestanden. In het derde bedrijf van deze vlakke toneelverfilming, verzaken de makers aan de oneerbiedig schalkse toon en gaan ze de zwaartillend tragische toer op. (Decascoop : donderdag 19 oktober, 20 u. en vrijdag 20 oktober, 17 u.30)

Als afsluiter is er de dubieuze winnaar van de Gouden Palm op het jongste festival van Cannes. “Underground” is een hysterisch fresko waarin Emir Kusturica de chaotische geschiedenis van ex-Joegoslavië tot leven wekt in een bedenkelijke stoet van karikaturale sekwenties, waarin vreselijk gechargeerd wordt geakteerd en de nadrukkelijk barokke stijl afwisselend onirisch en grotesk is. Kusturica, die in het verleden al werd betrapt op pro-Servische uitlatingen, scheert hier iedereen over dezelfde kam. Hebben we echt behoefte aan een epos over Joegoslavië waarin niemand met de vinger wordt gewezen en waarin we met de cynische boodschap worden naar huis gestuurd dat het toch allemaal één pot nat is, tot de korrupte blauwhelmen toe ? “Underground” is één lange ophitsende parade van monsters en gedrochten, schurken en smeerlappen. (Decascoop : zaterdag 21 oktober, 14 u.30 en Opera van Gent : zaterdag 21 oktober, 19 u.30).

Patrick Duynslaegher

22 ste Internationaal Filmfestival van Vlaanderen Gent. Van 10 tot 21 oktober in Decascoop, Studio Skoop en Sphinx. Inlichtingen : 09/ 225.19.90.

“The Doom generation” : seks, dood en fast food.

Kidman en Dillon in “To die for” : mediaroem en kriminaliteit.

“Mute Witness” : kommunikatieprobleem.

“Ashes of Time” : virtuoos filmkunstenaar.

“Vive l’Amour” : overbevolkte miljoenenstad.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content