De bezeten cineast Oliver Stone over het mysterie Nixon : ?Wanneer je in Nixons troebele ogen keek, zag je de duisternis.”

OLIVER Stone (49) kan het kennelijk niet helpen. Wat hij ook doet, het lokt controverse uit, stuit op weerstand en jaagt establishment, zedenprekers en officiële geschiedschrijvers op stang. Het begon al met zijn scenario’s voor de drugdrama’s ?Midnight Express” en ?Scarface”, maar sinds hij zelf regisseert is Stone net een bulldozer die als een bezetene door de Amerikaanse zelfgenoegzaamheid raast.

In de afgelopen tien jaar maakte deze Vietnamveteraan furore met zijn trilogie over Zuid-Oost Azië (?Platoon”, ?Born on the Fourth of July” en ?Heaven and Earth”), maakte hij films over de hebzucht van de Reagan-jaren (?Wall Street” opgedragen aan zijn vader, een effectenmakelaar), de betrokkenheid van de Amerikanen bij Zuid-Amerika (?Salvador”), anti-semitisme en verrechtsing (?Talk Radio”), de demonische geweldcultuur van de mediamaatschappij (?Natural Born Killers”).

De ultieme Oliver Stone-films zijn echter zijn beide presidentenfilms. Eerst ?JFK” waarin hij zijn land laat verdrinken in één grote samenzwering en nu ?Nixon” (vanaf deze week in de bioscoop). Zoals te verwachten is ook ?Nixon” een anti-docudrama. Het is een zelfverklaarde gedramatiseerde interpretatie van het leven van de 37ste president van de Verenigde Staten tot aan zijn gedwongen aftreden in 1974, twee jaar na de Watergate-inbraak. Stone delft zowel in het persoonlijke als in het politieke leven van Nixon. We krijgen zowel een inzicht in zijn emotioneel ontredderde jeugd in Zuid-Californië de dood zijn twee broers (tuberculose) zadelt hem met een levenslang schuldgevoel op als in zijn moeizame, vaak vernederende klim naar het presidentschap. En altijd is er de schaduw van John F. Kennedy van wie hij in 1960, na een desastreus tv-debat, de presidentsverkiezingen verloor. Nixon is ook onze gids door vele belangrijke gebeurtenissen in de tweede helft van de twintigste eeuw : de Koude Oorlog, de opkomst en val van senator Joseph McCarthy, de oorlog in Vietnam en Cambodja, de Watergate-affaire.

SPOOKHUIS.

Stone gooit de feiten en de chronologie door elkaar, maakt er een versplinterende vertelling van vol taferelen met Shakespeariaanse tragiek en met menige allusie naar het raadselachtig labyrint van ?Citizen Kane”. Uit zijn heen en weer schieten tussen heden en verleden, het door elkaar halen van kleur en zwart-wit, gestroomlijnde dramatische scènes en ruwe journaalbeelden, ontstaat een briljant multimediaspektakel dat ook een analyse en kritiek inhoudt op de bedrieglijkheid en sensatiezucht van de flitsende beeldcultuur van deze tijd.

Zoals de gespleten protagonist aan wie Anthony Hopkins aangrijpend gestalte geeft, kan je ook de film vanuit verschillende hoeken benaderen. De meest fascinerende lectuur zeker cinematografisch is de interpretatie van ?Nixon” als een horrorverhaal. Stone filmt het Witte Huis vaak als een spookhuis, waar Nixon vooral in de laatste fase van het presidentschap overgeleverd is aan zijn demonen. Het wemelt van de referenties aan huivermythes het uit de hand lopen van de anti-Castro-actie wordt vergeleken met het creëren van het monster van Frankenstein.

In de scène waarin Pat Nixon ( Joan Allen) de scheiding aankondigt, loopt Nixon haar als een gekwelde bultenaar achterna. Voor CIA-man Howard Hunt ( Ed Harris) is zijn baas ?the darknessreaching out for the darkness”. In het licht daarvan wordt het concept van ?het Beest” dat Nixon niet in bedwang kan houden ook veel ruimer dan het systeem of het militair-industrieel complex. Het wordt een metafoor voor alle boosaardige elementen in de Amerikaanse samenleving, maar ook voor de autodestructieve krachten die in Nixon zelf schuilen.

?Nixon” duurt welgeteld 192 minuten, en dat is er geen één teveel. Stone heeft trouwens in eigen vlees moeten snijden om deze complexe studie tot een min of meer redelijke lengte te herleiden. Voor wie niet genoeg kan krijgen van Stones Nixon, is er straks de vier uur durende laserdisk-versie waarin een aantal gesneuvelde scènes weer ingelast worden.

Ook nu weer werd Stone zwaar onder vuur genomen ; niet alleen was de familie van de overleden president geschokt door de scènes waarin Nixon, mede door de invloed van alcohol, alle contact met de werkelijkheid verliest, ook Henry Kissinger ( Paul Sorvino in de film) was ziedend omdat hij afgeschilderd wordt als paranoïde en rancuneus. Maar Stone kreeg ook lof onder meer van Norman Mailer voor zijn portrettering die, rekening gehouden met de reputatie van de regisseur, tamelijk zachtaardig is voor de gehate president.

Had u al van bij de voorbereiding zo’n mededogen voor Nixon, of ging u pas tijdens het maken van de film de man met andere ogen bekijken ?

OLIVER STONE : Nee, zo stond het al in het script. Ik wilde er geen vernietigende aanval van maken, zoals die documentaires uit de jaren zestig en zeventig die Nixon met de grond gelijk maakten. Wat me interesseerde was een film zoals Eisenstein een portret over de tsaar zou maken, of Orson Welles een portret van Kane maakte. Ik probeerde een man te doorgronden die uiteindelijk misschien leeg was, maar die barstte van de contradicties. Je weet nooit welke Nixon je in de volgende scène gaat zien. Soms is hij aarzelend, soms agressief, een heel rare combinatie in éénzelfde man. De film is een karakter-mysterie. We proberen de stukjes van de puzzel in elkaar te leggen en zodoende een totaalbeeld van de man te krijgen.

Ik hield niet van Nixon, maar dat was ook niet nodig. Ik denk niet dat Welles van Kane hield. Als dramaturg kun je een fascinerend portret van iemand opbouwen puur door empathie met hem te ontwikkelen, door in zijn schoenen te staan.

Het is veel interessanter om je over iemand te buigen die je niet mag, want dan moet je je ook de vraag stellen, waarom ben ik zo gefascineerd ?

STONE : Inderdaad. Daarom heb ik ook mijn eigen vader als voorbeeld genomen. Hij was een tijdgenoot van Nixon, zelfde type man, pro-Republikein, nuchter. Hij was altijd overtuigd van zijn gelijk, en net als Nixon verdrong hij zijn gevoelens en was hij niet bij machte om de waarheid onder ogen te zien.

Nixon was een typische vaderfiguur van de jaren vijftig. Het beeld van de used car salesman, Willy Lohman uit ?Death of a Salesman”. Als je Nixons leven onderzoekt, stuit je op de ene mislukking na de andere. De Amerikaanse droom is succes hebben. Het wordt je met de paplepel ingegeven : je moet veel geld verdienen om iemand van aanzien te worden. De realiteit is dat de meeste Amerikanen falen, daarom raakte Arthur Miller ook de gevoelige snaar met dat stuk over Willy Lohman. En Nixon had de grootste droom die je kan hebben : president worden, op gelijke voet staan met Churchill, De Gaulle, Adenauer. Hij was een mislukkeling als staatsman én als mens. Dàt is de Amerikaanse waarheid.

Hij wordt natuurlijk ook veel menselijker en aangrijpender dankzij de portrettering van Anthony Hopkins ?

STONE :Tony Hopkins geeft ons een afgerond portret en geeft zijn personage een warmte mee die bij de echte Nixon niet te bespeuren viel. Als je in Nixons troebele ogen keek, zag je de duisternis, als je Hopkins in de ogen kijkt, kijk je in zijn ziel, daarom is hij ook een van de grootste acteurs ter wereld.

Hopkins heeft diepblauwe ogen, we hebben ze met bruine contactlenzen donkerder gemaakt, maar ze blijven expressief. Ten behoeve van de rol heeft hij ook kunsttanden, draagt hij een pruik en heeft hij wallen onder zijn ogen, maar voorts hebben we hem zeker niet onder de make-up bedolven, omdat dit de film had geschaad. Hadden we hem die rare Cyrano de Bergerac-neus gegeven die Nixon had, dan was het een ramp geweest, dan zat iedereen in de zaal naar zijn fucking neus te staren in plaats van naar de film. Denk maar aan ?Hoffa”, je zat verdomme voortdurend naar die neus te kijken in plaats van naar Jack Nicholson.

Was Hopkins uw eerste keuze ?

STONE : Hij stond vooraan op een korte lijst. De anderen waren Tom Hanks en Nicholson. Natuurlijk speelden box office overwegingen een rol. Dit was geen makkelijke film om gefinancierd te krijgen. De oorspronkelijke studio, Warner, eiste een box office ster. Voor hen was Tony een Britse karakterspeler, geen ster. Uiteindelijk veranderde ik van studio ( Hollywood Pictures, een afdeling van Disney, P.D.) en kreeg ik de acteur die ik wilde. Maar ik heb de film moeten maken met een krap budget voor dit type film.

De caleidoscopische technieken die u al in ?JFK” en ?Natural Born Killers” gebruikte snelle montage, handcamera, journaalbeelden, zwart-wit en kleur door elkaar gemonteerd worden hier nog op de spits gedreven ?

STONE : Ik bezig graag die technieken omdat ik de toeschouwer bewust wil maken dat hij naar een film zit te kijken, een deconstructie van de realiteit. Het voortdurend wisselen van point of view heeft te maken met de vragen : wat is echt, wie bepaalt wat echt is ? En specifiek voor deze film is er ook de vraag wat er zich in het hoofd van Nixon afspeelt. Het is alsof Nixon vele persoonlijkheden heeft. Wat hij zegt is lang niet altijd wat hij denkt. Via de tegenstrijdigheid van de beelden probeer ik die kloof te dichten. Je ziet, bijvoorbeeld, een lachende Nixon, maar tezelfdertijd zie je een luguber beeld dat zijn innerlijk suggereert, wat er werkelijk in hem omgaat. De stijl van de film stelt de film zelf in vraag, peilt naar de ware toedracht van de zaak.

Bij elk onderzoek in de geschiedenis stuit je onvermijdelijk op diverse vertelperspectieven. Voor de ene historicus was Nixon een held, voor de andere een klootzak. Hij bouwde zelf heel bewust zijn imago op. Hij probeerde op alle mogelijke manieren te controleren hoe hij de geschiedenis zou ingaan. Wat alle politici en bewindslieden voortdurend doen.

Ondanks al die diverse standpunten verwijten ze u nog altijd dat u de toeschouwer uw mening opdringt ?

STONE : Vindt u dat dit het geval is in ?Nixon” ? Ik ben het daar helemaal niet mee eens. Ik schrijf geen geschiedenisboeken, ik dramatiseer geschiedenis. Zoals Alexandre Dumas dat deed in ?De Drie Musketiers”, waarin kardinaal Richelieu de schurk was. Of neem nu ?Lawrence of Arabia” of ?A Man For All Seasons” ? Wie is de echte Lawrence, wie is de echte Thomas More ? Of recent ?Schindler’s List”. Spielberg maakt er zowaar een heilige van, maar voor sommigen blijft hij een nazi.

Ik denk dat Hopkins het voldoende dubbelzinnig speelt opdat je heel veel scènes op een verschillende manier kunt interpreteren. Ik nodig iedereen uit om er zelf over na te denken. Aan het eind van de film word je niet met één boodschap naar huis gestuurd. Als je de bioscoop uitwandelt, ben je getuige geweest van de complexiteit van een mensenleven. Het gaat niet langer om goed en kwaad maar om de waarden die daar tussen liggen.

Misschien weet de toeschouwer graag of wat hij ziet waarheid of verzinsel is ?

STONE : Sommigen willen dat onderscheid zien. Als kind ging ik naar ?Lawrence of Arabia” kijken en voor mij was Peter O’Toole Lawrence. Omdat die figuur me interesseerde, ging ik in de bibliotheek ?Seven Pillars of Wisdom” lezen. Het staat iedereen vrij om zich te verdiepen in de materie die ik in ?Nixon” behandel.

Ik denk dat mijn film dermate provocerend is, vooral in de verstrengeling van feiten en fictie, dat je naderhand zoveel mogelijk wilt lezen over Nixon. Je kan toch niet eisen van mij dat ik onderaan het beeld nog eens asterisken en voetnoten plaats om te zeggen waar ik mijn bronnen heb gehaald.

Het was zeker niet onze bedoeling om de toeschouwer op een slinkse manier te misleiden. Maar de film steunt nu eenmaal op een combinatie van gekende feiten en wat ik de ?zwarte geschiedenis achter gesloten deuren” zou noemen. Zaken die gezegd werden, maar waar niet iedereen het over eens is. Kissinger zal je natuurlijk iets anders vertellen dan Nixon. En Hoover zal het weer anders zien. Waarom zou Oliver Stone zijn mening niet mogen geven ?

Kunt u iets vertellen over die scène waarin Nixon ’s nachts de demonstranten ontmoet aan Lincoln Memorial ? Ik veronderstel dat dit niet echt is gebeurd ?

STONE : Het is wél echt gebeurd, ik begrijp niet waarom je dit zegt. Kijk dit is nu wat de pers voortdurend doet. Die confrontatie had wel degelijk plaats, in mei 1970 om vier uur ’s nachts. Nixon is bezopen en gaat met zijn lijfwacht naar Lincoln Memorial dat omringd is door honderden slapende demonstranten tegen de oorlog. Hij is in een heel kwetsbare bui, hij probeert zijn hand uit te steken naar zijn tegenstanders, probeert te begrijpen wie de vijand is. Het is een cruciale scène in de film.

We hebben de dialoog verzonnen, omdat wat er toen werd gezegd nergens werd opgetekend. We weten alleen dat ze wat gepraat hebben over rugby, surfing en een klein beetje over de oorlog in Vietnam. Ik heb er een discussie aan toegevoegd om het idee door te drukken van ?the beast”, het systeem dat Nixon niet onder controle heeft. Nixon weet niet wat zeggen als een meisje vraagt waarom een oorlog waartegen iedereen toch gekant is, toch blijft doorgaan. Plotseling beseft ze dat Nixon er geen eind kan aan maken omdat het systeem, het militair-industrieel complex, hem dat niet toelaat. Nixon beseft op dat moment zijn machteloosheid, maar loochent dit natuurlijk. Hij zegt dat hij wel degelijk het systeem begrijpt, maar het meisje zegt verschrikt : ?It sounds like you’re talking about a wild animal.”

Hebt u het gevoel dat u de echte Nixon gevonden hebt, dat u hem eindelijk hebt begrepen ? Of hebt u zelf ook maar een fragment gezien van Nixon ?

STONE : Uiteindelijk blijft hij een mysterie, zoals Kane. Hij is een leeg man, een beetje zoals ?The Hollow Men” van T.S. Eliot. Hij was dol op macht, maar eens hij die had, draaide alles rond Richard Nixon zelf in plaats van het goede wat je met die macht kunt doen. Hij was geobsedeerd door zichzelf, hij gebruikte het presidentschap om zichzelf te psychoanalyseren.

Ziet u hem ook als een symbool van zijn tijd ?

STONE : Hij staat symbool voor de corruptie van Amerika sinds de Tweede Wereldoorlog. Hij kwam uit de oorlog tevoorschijn met een rabiaat anti-communisme, een mentaliteit die de VS heeft gecorrumpeerd.

Waarom toont u aan het eind de echte Nixon ?

STONE : Als een hommage aan Tony Hopkins voor de geweldige job die hij deed. Om er het publiek op te wijzen : vergeet niet dat u naar een vertolking zit te kijken. In de journaalbeelden zie je ook die wezenloze blik in de ogen van Nixon. Ik had dit afscheid aan het Witte Huis met de helicopter ook gedraaid met Tony, maar ik verkoos de originele versie.

Had u die film kunnen maken toen Nixon nog leefde ?

STONE : Had gekund, hij zou natuurlijk woest geweest zijn. Ik mag er niet aan denken hoe wild hij tekeer zou gegaan zijn. Als iemand sterft, is daarmee een hoofdstuk afgesloten. Het is het goede moment voor een biografie. Nixon stierf in april 1994 en we zijn aan de film begonnen in mei 1995.

Ik was verbaasd dat u in de komedie ?Dave” opgevoerd wordt als een samenzweringsfanaat, dat u zelf bereid gevonden werd om met uw imago te spotten ?

STONE : Mijn imago van conspiracy nut is een ridicuul beeld, een flauwe grap. Natuurlijk kan ik daar afstand van nemen. Je denkt toch niet dat ik dit ook maar één moment zelf geloof. Wat me wel verbaast is hoe simplistisch ze zijn in Amerika. Ik denk dat ze in Europa de essentie van politieke samenzweringen veel beter begrijpen. Dat Amerika een land is van samenzweringen is gewoon een vaststaand feit. Ik werd ermee grootgebracht. Dé grote samenzwering van mijn jeugd was dat de Russen en Chinezen Amerika zouden veroveren. Dat werd me van kindsbeen af in het oor gefluisterd. En Nixon maakte daar deel van uit. Dus begrijp ik niet goed als ze beginnen te zeuren dat ik overal samenzweringen zie. Het gaat ten slotte om een endemisch Amerikaans verschijnsel.

Het is veiliger om een ?Schindler’s List” over Duitsland te maken dan een ?Schindler’s List” over Amerika, als u begrijpt wat ik bedoel. Als ik naar Duitsland, Frankrijk en Japan kijk, krijg ik toch het gevoel dat in die landen de leugens van de geschiedenis ten dele gecorrigeerd worden. Iets wat hier helemaal niet gebeurt. Wij vertikken het onszelf te zien als die Romeinse oorlogsmachine die we werkelijk zijn.

U ziet de tien jaar tussen 1963 en 1973 als een cruciale periode in de Amerikaanse politiek ?

STONE : Ik zie die periode als een interregnum. Die drie moorden op een rijtje John F. Kennedy, Martin Luther King en Robert Kennedy en het afzetten van Nixon hebben het concept van het leiderschap zwaar ondermijnd. In die periode pleegden de Verenigde Staten ook politieke moorden in het buitenland, bijvoorbeeld in Chili.

Net als de beide broers Kennedy werd Nixon slachtoffer van een macht die groter was dan hem en die ik in de film ?het Beest” noem. De analogie met ?The Wizard of Oz” is heel pertinent. Op het eind zie je wie werkelijk aan de touwtjes trekt, die openbaring toont dat de macht van het presidentschap gewoon camouflage was.

U geeft Nixon toch ook krediet : hij opende de weg naar China.

STONE : Ja, dat was een goede zet. Jammer genoeg hebben de Chinezen zich nooit gedragen, noch onder Nixon, noch onder Reagan. Ze hebben Tibet verpletterd en aan iedereen kernwapens geleverd. Die Chinese leiders zijn een echte bandietenbende.

Het grootste iniatief van Nixon was de toenadering tot de Sovjetunie. En dat werd hem betaald gezet. Was hij president gebleven dan had hij waarschijnlijk veel sneller de detente doorgevoerd, wat het einde van de Koude Oorlog had betekend, jaren voor Gorbatsjov. Dan waren we ook gespaard gebleven van Reagan en zijn grootscheepse militarisering. Het droevigste van de hele zaak is dat Nixon een groot staatsman had kunnen zijn.

Hoe slaagt u er in om zo snel een film te maken die zo complex is ? Trouwens, uw filmografie van de jongste tien jaar is hoogst indrukwekkend, met naast eigen films ook nog producties van andere regisseurs en van de cult tv-serie ?Wild Palms” ?

STONE : Dank u. Ik moet toegeven dat ik zoetjes aan moe word. Het is nu welletjes geweest. ?Nixon” heeft me uitgeput, het is alsof ik twee films tegelijk maakte. Om een film te draaien moet er een vuur in je buik branden, anders kan je de energie niet opbrengen. Ik heb inderdaad in tien jaar tijd een berg werk verzet. Ik maakte twee zware politieke films, wat niet evident is in Hollywood.

Is dit uw laatste politieke film ?

STONE : Voorlopig wel, ja. Ik kan zo niet doorgaan. De Amerikaanse politieke pers is pisnijdig op mij, ze gunnen me niet dat ik op hun terrein kom. They’re full of shit.

Ondervindt u daar zoveel hinder van ?

STONE : Natuurlijk. Als je een historisch drama maakt, moet je soms de zwarte bladzijden uit de geschiedenis interpreteren, wat de officiële historici weigeren te doen. Ze hebben het te druk met elkaar prijzen te geven en hebben helemaal geen zin zich te verbranden in het debat over Lee Harvard Oswald of Richard Nixon in Cuba.

U bent het dus beu om tegen uw critici te vechten ?

STONE : Wie zou het niet beu zijn om jarenlang zo’n vloed van kritiek te moeten incasseren ? Ik heb twee films gemaakt over de twee figuren die mijn leven en mijn politiek denken hebben bepaald : Nixon en Kennedy. Ik heb mijn doel bereikt. Ik ben voldaan en gelukkig. Nu kan ik sterven. ( lacht)

Patrick Duynslaegher

Oliver Stone : Ik schrijf geen geschiedenisboeken, ik dramatiseer geschiedenis.

Amerika is een land van samenzweringen.

Anthony Hopkins als Nixon : The darkness reaching out for the darkness.

Nixon was geobsedeerd door zichzelf.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content