Het huidige indexmechanisme is niet echt geschikt als instrument om onze welvaart te beschermen.

Men moet in dit land al van goeden huize zijn – of gouverneur van de Nationale Bank – om de woorden ‘index’ en ‘aanpassen’ in één zin te gebruiken. Vriend en vijand lijken het erover eens dat de manier waarop wij onze inkomens tegen koopkrachtverlies beschermen, de laatste buffer vormt tussen onze beschaving en de totale barbarij. Dat het Belgische systeem een unicum in de wereld is – en de rest van de wereld in dit perspectief kennelijk dus als barbaars dient te worden beschouwd – heeft onze nationale zelfverzekerdheid nog nooit aan het wankelen gebracht. Een land dat bedreigd wordt door B-H-V’s en onbenoemde burgemeesters zal nooit uiteenvallen zolang zijn bevolking zich collectief kan optrekken aan de index.

Ik heb twee problemen met deze aan godsdienstfanatisme grenzende onwil om zelfs maar een gedachteoefening te doen. Het eerste probleem is economisch van aard. De indexkoppeling is het instrument van een sociaaleconomische politiek die erop gericht is onze welvaart te beschermen. Op zich is er met dat doel helemaal niets mis. In een moderne samenleving hoort de opbrengst van de nationale economie op een redelijke manier verdeeld te worden, niet alleen onder wie bijdraagt aan die opbrengst maar zelfs onder wie daar om een goede reden niet toe kán bijdragen. Niet elk instrument is evenwel geschikt om dat eerbare doel te bereiken.

Het huidige indexmechanisme beschermt ons niet alleen tegen inflatie: het is ook een belangrijke oorzaak van die inflatie. De Nationale Bank herinnert ons er trouwens aan dat niet alleen lonen voor inflatie gecorrigeerd worden, maar ook allerlei prijzen, zoals huur of energie. Inflatie holt onze welvaart uit, dat klopt. Maar om dat probleem te bestrijden, is traagheid de allerbelangrijkste deugd: het komt erop aan de helling van de glijbaan – van prijsstijging naar meer prijsstijgingen – zo klein mogelijk te houden. Door de snelheid waarmee we in dit land de energieprijzen aanpassen aan de stijging van de kosten, schieten we in eigen voet. Hetzelfde geldt voor andere prijzen én voor de loonaanpassingen. Lonen en prijzen slechts één keer per jaar aan de levensduurte aanpassen, zou aan het sociale principe niets veranderen. Het zou er wel voor zorgen dat het instrument van dit principe ons economisch niet wurgt.

Mijn tweede probleem is sociaal van aard. Dat uitgerekend ‘de index’ – of beter: de aanpassing van de lonen aan die index – tot dé fetisj van ons sociaalvoelend zijn wordt, illustreert voor mij op pijnlijke wijze hoe onze heilige huisjes steeds weer dezelfde (weliswaar grote) groep mensen beschermen die al behoorlijk beschermd zijn. In een echt penibele situatie zitten vooral mensen voor wie de indexkoppeling niet bestaat. De manier waarop de pensioenen berekend worden, is het bekendste voorbeeld. De overdreven aandacht voor de index staat ook in schril contrast met de verwaarlozing van wie een behoorlijke internaatsopvang zoekt voor zijn mentaal gehandicapt kind of voor wie dringend behoefte heeft aan jeugdpsychiatrie.

door Luc Baltussen

In een echt penibele situatie zitten vooral mensen voor wie de indexkoppeling niet bestaat.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content