FACTCHECKER

De jaarlijkse Gay Pride in Amsterdam was vorig weekend opnieuw een bont feest voor holebi’s en transgenders. Directeur Irene Hemelaar hield daarom in de Nederlandse krant NRC Handelsblad een dagboek bij, met als titel: ‘Zo’n tien procent kent homoseksuele gevoelens’. Die één op de tien is veruit de meest gehoorde schatting, maar klopt ze ook?

‘Ik wou vooral sensibiliseren’, vertelt Hemelaar. ‘Aangeven dat in elke klas of straat wel iemand homoseksuele gevoelens heeft. Maar ik baseer me ook op officieel onderzoek van vorig jaar van het Sociaal Cultureel Planbureau.’ Voor dat wetenschappelijk overheidsinstituut maakte onderzoekster Jantine van Lisdonk het rapport Niet te ver uit de kast. Daarover zegt Hemelaar: ‘Naar schatting 3 procent van de mannen en 1,4 procent van de vrouwen van 16 jaar en ouder voelt zich seksueel uitsluitend aangetrokken tot de eigen sekse. Ruim 6 procent van de mannen en bijna 16 procent van de vrouwen is enigszins of evenveel op de eigen sekse gericht en kan als biseksueel getypeerd worden.’ Bij de mannen komt Hemelaar daarmee dus aan ‘zo’n 10 procent’. Ze voegt daaraan toe: ‘En ik zie geen reden waarom dat in andere landen anders zou zijn, daarom schreef ik “van de mensheid”.’

Internationale studies geven echter heel uiteenlopende resultaten. Zo meldde het Britse Nationaal Statistiekbureau in 2010 na een bevraging met 450.000 respondenten dat 1,5 procent zichzelf holebi noemt. Over de holebigemeenschap in ons land zegt belangenverdediger Çavaria: 3 tot 8 procent is een realistische schatting. Maar woordvoerder Jeroen Borghs benadrukt dat de resultaten van de studies vaak verschillen naar gelang men peilt naar geaardheid, gevoelens of zelfbenoeming.

Bij een bevraging van 395 studenten van de eerste bachelor sociale wetenschappen van de KU Leuven outten er in 2012 16 studenten zich als holebi: 4,1 procent. Onderzoekster Cecil Meeusen voegt daar wel aan toe dat je op je achttiende nog niet helemaal overtuigd bent van je geaardheid.

Het meest verhelderende antwoord vinden we uiteindelijk bij de overleden Gentse socioloog John Vincke, die in 1999 een rapport over de kwestie schreef voor de Vlaamse regering. ‘Het is onmogelijk een ongenuanceerd antwoord te geven op de vraag hoeveel holebi’s er uiteindelijk zijn’, schrijft Vincke. ‘Omdat niet iedereen seksuele gevoelens en contacten wenst te melden aan onderzoekers, ook door het taboe en de sociale afkeur.’

De klassieke 10 procent komt uit het baanbrekende onderzoek van de beroemde Amerikaanse bioloog Alfred Kinsey (1948), maar intussen is alleen maar gebleken dat een juiste schatting geven niet kan, aldus Vincke. Bovendien is vooral in de adolescentie de seksuele oriëntatie niet coherent afgebakend, omdat jongeren in die fase zoeken naar hun seksuele identiteit. Sommige mensen hebben ook enkel occasionele of eenmalige homoseksuele contacten of gevoelens. Vincke meldt wel dat in internationale onderzoeken 3 tot 8 procent van de mensen zich als holebi ziet. Het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding (CGKR) gebruikt dezelfde schatting. ‘Maar het gaat niet om afgebakende groepen’, zegt directeur Jozef De Witte. ‘Er zijn veel variaties mogelijk.’

Conclusie:

Een juiste schatting maken van het aantal mensen met homoseksuele gevoelens is onmogelijk. Door het taboe, omdat het privé is, en omdat er gradaties en variaties mogelijk zijn. Daarom beoordeelt Knack de stelling als grotendeels onwaar.

ONWAAR

Thomas Verbeke

‘Zo’n tien procent van de mensheid kent homoseksuele gevoelens’ Irene Hemelaar van ProGay in NRC Handelsblad op 3 augustus 2013.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content