In New York maken politici afspraken over vrede. Maar in Bosnië vechten Moslims en Kroaten verder met volksserviërs. “Ze bouwen een huis, te beginnen bij het dak. “

NADAT DE MINISTERS van de oorlogvoerende partijen mekaar op 26 september in New York hadden ontmoet, was één ding duidelijk. Bosnië staat een stap dichter bij de vrede, maar de oorlog is nog niet voorbij. In de Verenigde Staten werden de basisprincipes voor de oprichting van een nieuw Bosnië-Hercegovina afgesproken, maar er is geen demarkatielijn getrokken tussen de nieuwe entiteiten een Servische en een Moslim-Kroatische. Het is natuurlijk moeilijk om over zo’n grens te praten, terwijl te velde wordt doorgevochten. Maar er wordt net voortgevochten omdat die grens niet vastligt en beide partijen zoveel mogelijk terrein willen veroveren voor ze onderhandelen over wie wat krijgt.

Een oppositieleider in Servië noemde het akkoord van New York een poging “een huis te bouwen, te beginnen bij het dak. ” De overeenkomst voorziet in de oprichting van een nieuw parlement en een presidentschap voor Bosnië-Hercegovina, maar de grenzen tussen de delen van het land moeten nog worden vastgelegd. In Genève was tevoren al afgesproken dat de Moslims en Kroaten 51 procent van het gebied krijgen en de Serviërs 49 procent. Maar met dat alles is de oorlog niet voorbij. Integendeel.

Richard Holbrooke, leider van het Amerikaanse onderhandelingsteam, wees er dan ook op dat de onderhandelingen over het staken van de Koreaanse oorlog begonnen in 1951, maar dat de strijd nog twee jaar voortduurde. In Vietnam kwam pas vrede in 1973, na vier jaar onderhandelen.

VERDACHTEN ARRESTEREN.

De eerste reakties in het aan Bosnië grenzende Servië waren weinig entoesiast. De nationalistische oppositie en de ultra-nationalisten vinden de basisprincipes van New York nadelig voor de Bosnische Serviërs. Als de toekomstige staat uit twee gelijkwaardige entiteiten bestaat, waarom krijgen de Serviërs dan maar een derde (en niet de helft) toegewezen van de zetels in het federale parlement en van de portefeuilles in de federale regering ? En kan er een konfederatie tot stand komen tussen de Bosnische Republika Srpska en de federale republiek Joegoslavië (Servië-Montenegro) ? Daarover was toch zoveel te doen na het akkoord van Genève ? De Bosnisch-Servische leider Radovan Karadzic ging van zijn kant niet in op de details, maar toonde zich tevreden met wat in New York was afgesproken : “Wie verder oorlog wil, krijgt het moeilijk om de uitkomst van dit akkoord op te blazen”.

Zijn opperbevelhebber, generaal Ratko Mladic, daarentegen reageerde woest en beval de arrestatie van de officieren die hij verantwoordelijk acht voor de val van sommige steden in West-Bosnië. Hij beschuldigde ze ervan de Servische bevolking te laten geloven dat sommige steden in elk geval zouden worden opgegeven, waardoor de vijand het makkelijker had om die in te nemen.

Toevallig berichtte de Londense krant The Independent dat Holbrooke het Tribunaal voor Oorlogsmisdaden in Den Haag waarschuwde dat hijzelf Karadzic en Mladic in het kantoor van president Slobodan Milosevic van Servië had gezien. Hij meldde dat die twee door het Hof verdachten onder Servische bescherming stonden. De Bosnische buitenlandminister Muhamed Sacirbey riep in de Verenigde Naties ook op alle oorlogsmisdadigers voor de rechter te brengen. “Ons wordt altijd verteld dat we de onderhandelingen in gevaar brengen door die eis, ” stelde hij.

Het verhaal van The Independent kreeg bevestiging in een brief van Antonio Cassese, voorzitter van het Haagse Hof, aan Milosevic. Cassese stelde dat de president de twee verdachten moest laten arresteren. Voor Milosevic heeft de hele affaire een voordeel : hij kan eruit besluiten dat het Haagse Hof Servië (en eventueel de republiek Joegoslavië) als staat erkent.

ALBANEZEN.

Ondertussen duren de vredesgesprekken voort. De Amerikaanse onderhandelaars behouden daarin de hoofdrol. Maar het is onzeker dat rond 20 oktober een akkoord zal worden getekend in Washington DC, zoals optimisten geloven. Als dat toch gebeurt, kan de herverkiezingscampagne van de Amerikaanse president beginnen en kan Bill Clinton claimen dat hij vrede stichtte in Bosnië.

Maar dat helpt Servië verlamd door internationale ekonomische sancties niet vooruit. Dat land moet een oplossing bedenken voor het probleem van de provincie Kosovo met haar volksalbanese meerderheid (90 procent). Een massale demonstratie van Albanezen voor het VN-gebouw, op 23 september in New York, waarschuwde Milosevic dat hij nog geen antwoord heeft gegeven op ontelbare vragen over Kosovo. Europees kommissaris bevoegd voor Centraal en Oost-Europa Hans van den Broek pleit voor het teruggeven van autonomie aan Kosovo. Maar daar heeft Belgrado geen oren naar. De Joegoslavische buitenlandminister, Milan Milutinovic, legde dan weer de klemtoon op het feit dat het vredesproces in Bosnië voldoende is opgeschoten om de internationale sancties tegen Servië en Montenegro op te heffen.

Milosevic is niet klaar en wellicht niet machtig genoeg om de kwestie van autonomie voor Kosovo aan te pakken. Vooral nu Kroatië Krajina op zijn volksserviërs heeft heroverd en de afspraak in New York voorlopig de konfederatie van Bosnische volksserviërs met Servië heeft uitgesloten. De volledige integratie van Kosovo in Servië maakte deel uit van het oorspronkelijk nationaal programma van Milosevic. In 1988 en 1989 werden op grote betogingen slogans geschreeuwd over het weer opgaan van de autonome provincies Kosovo en Vojvodina in één Servië. Het schrappen van de administratieve driedeling van het land zit er echter niet meer in en daarmee valt alweer een belofte van Milosevic in het water.

Dat de sancties worden opgeheven zonder dat Kosovo autonomie krijgt, valt moeilijk te geloven. En onder het voortdurende strafregime kan het land geen ekonomische of sociale stabiliteit vinden. Autonomie voor Kosovo kan Servië redden, maar tast tegelijk de macht van Milosevic aan. Als hij moet kiezen tussen Servië en zijn macht, kiest hij gegarandeerd voor de macht.

MONTENEGRO.

Plotseling daagde ook een onverwacht, potentieel konflikt op. Montenegro is al een hele tijd ontevreden over zijn status binnen de Joegoslavische federatie. En de jonge leiders van die deelstaat zullen na afloop van de Bosnische oorlog direkt de kwestie van hun relaties met Belgrado aan de orde stellen.

In een interview met het weekblad Nin sprak de Montenegrijnse premier Milo Djukanovic over het gebrek aan eensgezindheid in de federatie. Hij haalde scherp uit naar Yul (Joegoslavisch Verenigd Links), de politieke beweging, geleid door de vrouw van Milosevic, Mirjana Markovic. Djukanovic liet zich minachtend uit over het programma van Verenigd Links, dat geen kans op sukses zou maken in Montenegro. Mirjana Markovic sloeg terug en beschuldigde de premier ervan een smokkelaar te zijn. Ze dreigde dat hij de gevangenis in zou draaien, wanneer Yul de macht zou overnemen. Voorzichtige analisten wezen erop dat Markovic wanneer zei en niet als. Daaruit leidde ze af dat er binnen afzienbare tijd federale verkiezingen zullen worden gehouden.

Mocht Markovic een jaar geleden zo’n beschuldiging hebben gelanceerd, dan zou Djukanovic zijn opgestapt. Vandaag volgt alleen een zwaarwichtige en bittere diskussie tussen de Servische en Montenegrijnse leiding. Die wordt door veel Serviërs al langer beschuldigd zich te onafhankelijk op te stellen en een konfederatie met Servië na te streven, in de plaats van een federatie.

Milosevic begon zijn politieke loopbaan met de promotie van Groot-Servië. De kans zit erin dat hij finaal Klein-Joegoslavië opblaast.

Branislav Milosevic

De onderhandelingstafel in New York. Uiterst links de Amerikaanse pendelaar Richard Holbrooke, naast zijn buitenlandminister Warren Christopher.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content