De stortvloed van bedrijfsschandalen en de komende beursfusies hebben het onbespreekbare bespreekbaar gemaakt: voor het eerst in de geschiedenis gaan er

De aanleiding was – hoe kan het ook anders – nog maar eens een schandaaltje. Op dit eigenste ogenblik onderzoeken liefst vier nationale regulatoren of Citigroup zich via een omstreden schuldobligatie aan manipulatie van de markten heeft bezondigd. Wellicht wordt het een sterk staaltje juridisch koorddansen: probeert u zich maar eens voor te stellen hoe een beurswaakhond met nationale soevereiniteit zich zal moeten uitspreken over Londense handelaars van een bank uit de VS die via een Italiaanse beurs Europese overheidsobligaties verkoopt op een Duitse markt voor afgeleide financiële producten.

Dat uitgerekend de Duitse regering op 22 maart bij de Raad van Europa een voorstel wil lanceren voor een supranationaal orgaan dat alle banken en verzekeraars in de hele Europese Unie zou moeten reguleren, is dus geen toeval. Maar significant is het wel. Jarenlang hadden de nationaal georganiseerde beursautoriteiten namelijk om het hardst geroepen dat de 25 lidstaten toch maar het best op hun eigen erf bleven regeren. Omdat de wetten binnen Europa te verschillend waren, zeiden ze. Omdat de tradities en de werkwijzen te ver uit elkaar stonden. Maar dan legde de zaak-Citigroup de Europese verdeeldheid bloot in al haar ontluisterende facetten.

Een goed jaar geleden was het idee van een supranationale beurswaakhond nog ronduit onbespreekbaar. Maar nu de fusieplannen tussen Europese beurzen steeds nadrukkelijker op tafel komen, brokkelt het protest mondjesmaat af. In oktober van 2004 publiceerde het comité van Europese beursregulatoren (CESR, een adviesraad van Europese beurswaakhonden bij de EU) een blauwdruk voor een nauwere onderlinge samenwerking. En vorige week riep Pervenche Berès, de voorzitster van de commissie Economische en Monetaire zaken van het Europees parlement, uit dat zij dringend een marktregulator wil die Europa omspant. Charlie McCreevy, die als Europees commissaris Interne Markt verantwoordelijk is voor de eenmaking van de markten, ziet het voorstel helemaal zitten. Nochtans verdedigde de Europese Commissie tot voor kort nog hardnekkig het standpunt van de Europese financiële instellingen: ze vond dat Europa géén Europese regeling nodig had, laat staan een huisgekweekte versie van de Securities and Exchange Commission (SEC), de Amerikaanse beurswaakhond.

Maar stukje bij beetje voelen de criticasters de grond onder hun voeten wegzakken. Recent legde de Europese Unie voor de 25 lidstaten vast hoe een prospectus er moest uitzien, hoe beurzen hun listings moeten reguleren en wat nu precies marktmanipulatie betekent. Er is een antiwitwasrichtlijn die de banken in de 25 lidstaten bindt en ook het risicomanagement van banken is sinds kort op Europees niveau geregeld. Bovendien zijn vanaf dit jaar ook de International Accounting Standards (IAS) voor beursgenoteerde bedrijven van kracht in de hele Europese Unie. Kortom: voor het eerst in de geschiedenis heeft een Europese beurswaakhond een paar dingen waar hij zijn tanden in kan zetten. Wellicht daarom groeit in de buik van de financiële regelgeving de overtuiging dat er een prangende nood is aan een Europese beurswaakhond. En wellicht daarom is de vraag allang niet meer óf er zo’n Europese SEC-kloon komt. De vraag is vooral: wanneer?

Frank Demets

Voor het eerst heeft een Europese beurswaakhond ook iets te reguleren.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content