Hongarije mag dan wel een lidstaat van de Europese Unie zijn, een democratie kun je het land van de ‘door haat gedreven’ premier Viktor Orban niet meer noemen. Schrijver György Konrad heeft daarom overwogen om te emigreren, bekent hij tegenover Knack, maar ‘uiteindelijk vind ik het beter dat ik blijf en dat zij weggaan’.
Sedert april 2010 wordt Hongarije geleid door premier Viktor Orban (°1963). Orban is de leider van Fidesz, de nationaal-conservatieve partij die tijdens de jongste verkiezingen met 53 procent van de stemmen een twee- derdemeerderheid in het parlement veroverde. In naam van deze ‘meerderheidsdemocratie’ heeft de particratische regering-Orban in ijltempo de principes van de liberale rechtsstaat naar haar hand gezet. De staat wordt strak gecentraliseerd. De scheiding der machten wordt geweld aangedaan. Een nieuwe mediawet ondermijnt de persvrijheid. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt uitgehold, de autonomie van de Centrale Bank bedreigd en de privésfeer van de burgers aangetast. Kritische burgers en politici van de democratische oppositie worden geïntimideerd. Over deze kwalijke evolutie in een Europese lidstaat spraken we met de Hongaarse schrijver György Konrad, die tot de scherpste critici van het Orban-regime behoort.
Hoe is op dit moment de stemming in uw land?
György Konrad: Het is er niet eenvoudiger op geworden. Weliswaar zijn er politieke krachten en maatschappelijke organisaties van jonge mensen en studenten die zich tegen het regime van Viktor Orban verzetten. Maar die tegenkrachten zijn gefragmenteerd en ze rivaliseren met elkaar. Daartegenover is Fidesz een goed georganiseerde en in discipline getrainde partij. Ze voert uit wat Viktor Orban beveelt. Een partijlid dat de instructies van Orban naast zich neerlegt, heeft geen toekomst in de partij en kan zijn carrière vergeten. Kortom, Fidesz is een staatspartij die een ondemocratische partijstaat gecreëerd heeft.
Die toestand roept toch meteen het beeld op van de partijstaat zoals die voor 1989 bestond, toen de communisten nog aan de macht waren. Hoe verklaart u die nare politieke ontwikkeling in uw land?
Konrad: Wie in de communistische structuren carrière wilde maken, moest zich destijds ook helemaal aan de wil van de partij onderwerpen. Na de omwenteling van 1989 werd dat systeem ontmanteld. Er kwam pluralisme. Er werden nieuwe partijen op-gericht. Dat was een goede tijd. Maar er doken ook heel wat provincialistische would-be leiders op die zichzelf fantastisch vonden maar die niet opgewassen waren tegen de taken in een moderne, pluralistische samenleving. Ze faalden en door hun mislukking voelen ze zich gekrenkt. Ze ontwikkelden wraakzuchtige fantasieën die nu worden botgevierd. Ze barsten van het nationale pathos dat een probaat middel is om elke vorm van kritiek in de kiem te smoren.
Zit Viktor Orban, de voorzitter van Fidesz en sinds 2010 premier van Hongarije, ook vol ressentiment?
Konrad: Nee, hij wordt niet door rancune of ressentiment geleid. Het is veel erger. Hij wordt gedreven door haat.
Wat zou de reden van die haat kunnen zijn?
Konrad: Hij heeft in het parlement een tweederdemeerderheid achter zich, maar dat is voor hem niet voldoende. Hij is tot in het diepste van zijn ziel gekrenkt omdat niet élke Hongaar pal achter hem staat. Eigenlijk voelt hij zich de hele tijd door iemand beledigd. Dat is geen nieuw fenomeen. Elke dictator voelt zich geaffronteerd door iedereen die zijn denkbeelden niet deelt. Orban wordt gedreven door de behoefte om wraak te nemen. Zijn stelregel is: als je iemand overwint, moet je hem ook liquideren. Anders komt de verliezer terug om zich te wreken. Zo ziet de politieke cultuur eruit van deze voortdurend verongelijkte man, die een catastrofe voor Hongarije is. Orban is een interessant geval. In het diepste van zichzelf worstelt hij met een probleem. Waarom is hij voortdurend uit op revanche? Dat hij als zeventienjarige door zijn vader vreselijk werd afgeranseld, zoals hij in beperkte kring zelf heeft verteld, zal ook wel een rol spelen. En verder kan hij het vermoedelijk maar moeilijk verkroppen dat er ook zigeuners tot zijn voorouders behoren.
Orban kan zich het politieke bedrijf niet anders voorstellen dan als een oorlog tegen zijn tegenstanders?
Konrad: Ja, hij gebruikt voortdurend het woord strijd. Hij strijdt tegen alles wat hem niet bevalt, evengoed tegen mensen als tegen dingen of abstracties. Je zult hem niet horen zeggen dat hij de enorme staatsschuld van Hongarije wil reduceren, nee, hij voert een oorlog tegen de staatsschuld.
In januari was u nog van mening dat de tijd van Orban afgelopen was. Was dat een illusie?
Konrad: Misschien heb ik me vergist. Ik heb hem onderschat. Hij is niet alleen in staat om twee, maar zelfs om drie en meer gezichten op te zetten. Hij heeft een apart gezicht voor mevrouw Merkel, een ander gezicht voor David Cameron en nog een ander voor de paus. Voor Poetin heeft hij ook een apart gezicht uitgeprobeerd, maar dat functioneerde niet. Poetin doorziet hem, omdat hij van hetzelfde slag is. Net zoals Orban is Poetin niet in staat om ooit een belediging te vergeten. Orban heeft Poetin ooit eens beledigd en Poetin geeft hem nu koekjes van eigen deeg.
Is Orban een extreme persoonlijkheid?
Konrad: Je kunt verschillende termen gebruiken om zijn karakter te definiëren. Als ik grof zou zijn, zou ik zeggen dat hij gewoon gek is.
Is hij gevaarlijk?
Konrad: Hongarije maakt deel uit van de Europese Unie. Orban is slim genoeg om te beseffen dat hij in deze constellatie geen golf van terreur kan ontketenen. Maar er zijn andere middelen om het land te disciplineren. Het liefst van al zou Orban zijn socialistische voorganger Ferenc Gyurcsany achter de tralies gooien. Maar Gyurcsany is een rijk man. Als premier had hij het niet nodig om zich op kosten van de staat te verrijken. Gyurcsany is niet corrupt. Dus wil Orban hem graag op een andere manier te pakken krijgen, bijvoorbeeld door hem ervan te beschuldigen dat hij als premier zijn vrienden bevoordeeld heeft. Of door gewoon iets uit te vinden dat zijn voorganger kan belasten. Dat noem ik dan het kitscherige en vulgaire machiavellisme van Viktor Orban. Weliswaar kan hij zijn politieke tegenstanders en zijn vijanden niet zomaar in de gevangenis gooien. Maar er bestaan wel middelen om verdachten een lange tijd – twee of drie jaar – in voorarrest te immobiliseren. Het is in Hongarije immers niet gebruikelijk om tegenstanders in de gevangenis te stoppen, maar het is wel een traditie om ze lang in voorarrest te houden en ze in handboeien aan de publieke opinie te presenteren. In opdracht van Orban pluizen regeringscommissarissen nu het verleden van politici uit de oppositie uit. Als die commissarissen iets verdachts gevonden menen te hebben, kunnen ze het Openbaar Ministerie aanmanen om op te treden.
Het willekeurig ontslaan van kritische ambtenaren behoort ook tot die maatregelen?
Konrad: Ja, daartoe dient een van de eerste wetten die door Orbans regering werden uitgevaardigd. Die wet heeft tot gevolg dat Hongaarse ambtenaren zonder enige opgave van redenen ontslagen kunnen worden. Dat creëert natuurlijk een sfeer van angst. De mensen die het niet met het regime eens zijn, voelen zich geïntimideerd. Ze weten dat het systeem aantijgingen tegen hen kan construeren. Omdat het regime van Orban zich door wraakgevoelens en rancune laat leiden, is het zo goed als uitgesloten dat ambtenaren die om politieke redenen ontslagen worden – bijvoorbeeld omdat ze tot de democratische oppositie behoren – nog ander werk kunnen vinden. Want het nieuws van zo’n ontslag gaat rond als een lopend vuur en uit angst voor represailles deinzen zelfs privéfirma’s ervoor terug om een ambtenaar die door het regime is gestigmatiseerd in dienst te nemen. Er is geen ridderlijkheid meer, geen waardigheid, geen generositeit, alleen nog de bekrompenheid van een staat die een heel lange arm heeft. Het is niet de eerste keer dat we in Hongarije zulke toestanden beleven. Ik prijs me nu gelukkig dat ik na een korte periode als ambtenaar in het begin van mijn loopbaan nooit meer in staatsdienst ben gegaan.
Als je de retoriek van Orban aanhoort, zou je toch gaan denken dat hij ervan overtuigd is alle problemen van zijn land in een handomdraai te kunnen oplossen, ware het niet dat hij door zo veel vijanden omringd is.
Konrad: Orban en zijn regering hebben niet alleen geen oplossing voor de problemen van Hongarije, ze zijn zélf het probleem. Hongarije staat op de rand van het bankroet. Onze munt is sinds het aantreden van deze regering enorm in waarde gedaald. Heel wat gezinnen die grote leningen in euro en vooral in Zwitserse franken zijn aangegaan om een huis te kopen of te bouwen, verkeren door de waardevermindering van de forint in uitzonderlijk grote problemen. Ze hebben niet meer de financiële middelen om hun kinderen te laten studeren, ook omdat de inschrijvingsgelden voor de universiteit steil in de hoogte zijn gegaan.
Er is helaas veel armoede en ellende in mijn land. Geen wonder dat heel wat jonge mensen Hongarije verlaten en werk zoeken in West-Europa, want in Hongarije hebben ze alleen maar duistere perspectieven. Je bent niet eens zeker van je spaargeld. Het is immers ook een feit dat deze regering de hand gelegd heeft op de beleggingen in private pensioenfondsen. Niemand weet wat er nog allemaal op het programma van Orban staat. En al die maatregelen worden genomen door een staat die zonder de medewerking van de oppositie een nieuwe grondwet heeft uitgevaardigd die vol pathetische dwaasheden over God en Vaderland staat. Het is typisch voor Orban dat hij het heroïsche duizendjarige verleden van Hongarije bejubelt en de duistere en vreselijke periodes in de geschiedenis van het land verdonkeremaant.
Hongarije als staat is in feite geconfisqueerd door een partij die krachtens haar tweederdemeerderheid wetten uitvaardigt waarvan ze hoopt dat ze in de toekomst nooit meer gewijzigd kunnen worden, dat ze voor de eeuwigheid zijn gecementeerd. Dat type van bestuur wordt dan wel een meerderheidsdemocratie genoemd, maar ik noem het een democratuur, een schijndemocratie, een constitutionele dictatuur die de pluralistische democratie geliquideerd heeft. Ik heb Hongarije de laatste tijd weleens vergeleken met een obscure midden-Aziatische post-sovjetdictatuur.
Een rechtsexpert schreef onlangs dat het doel van de regering-Orban erin bestaat om haar heerschappij voor elk risico van machtsverlies te immuniseren. Ze maakt van haar tweederdemeerderheid gebruik om de hoekstenen van de democratie, zoals de persvrijheid en de rechtsstaat, aan haar willekeur te onderwerpen.
Konrad: Ja, vandaar ook de double speak van Orban. In Brussel houdt hij een rede die nog ergens met de principes van de Europese Unie strookt, maar zodra hij weer in Boedapest is, bazuint hij uit dat de Europese Commissie geen enkele legitimiteit heeft omdat ze, anders dan zijn regering, door niemand verkozen is. Dus is de Europese Commissie incompetent. Dus heerst in de armzaligste werkplaats in het Hongaarse hinterland meer competentie dan in de Europese Commissie. Orban is natuurlijk ook de gevangene van zijn retoriek. Als hij in Hongarije publiek zou erkennen dat de kritische opmerkingen en adviezen van de Europese Commissie terecht zijn, zou hij zijn eigen politieke carrière ondermijnen. Door die Europese adviezen aan te vallen of te negeren, wil hij het stoere imago versterken waarmee hij op het thuisfront wil scoren. Orban is daardoor gedoemd om altijd het voortouw te nemen, om altijd als de natuurlijke leider over te komen, om geen twijfel te laten opkomen over zijn principes van één staat, één volk, één partij, één leider. Over de manier waarop in de rest van de Europese Unie de democratie gepraktiseerd wordt, kan Orban alleen maar meewarig het hoofd schudden.
Zou Hongarije niet harder door de Europese Commissie aangepakt moeten worden? En door de Europese Volkspartij, waarvan Fidesz toch deel uitmaakt?
Konrad: De Europese Volkspartij, die een meerderheid heeft in het Europees Parlement, zou intern, onder vier ogen, veel strenger met Fidesz moeten omgaan. De Europese Commissie doet vermoedelijk wat ze kan. Ik bekritiseer haar niet. Maar op Europees niveau zou er wel een instelling gecreëerd moeten worden die een deficit aan democratie in een lidstaat ernstig kan onderzoeken en eventueel met concrete gevolgen kan aanklagen, zodat een minister of een premier die ter zake tekortschiet zelfs af-gezet kan worden. Het probleem is dat de structuur van de EU niet geschikt is om met zulke problemen om te gaan of ze op te lossen. De EU is nog te zeer een federatie van nationale staten en helaas niet van soevereine burgers. Ik vind dat we veel meer nationale soevereiniteit aan de Europese instellingen moeten overdragen.
Maar daarvoor is het een slecht moment. Alle nationale vooroordelen duiken weer op: in de ogen van de Duitsers zijn de Grieken lui, in de ogen van de Grieken zijn bondskanselier Angela Merkel en haar minister van Financiën Wolfgang Schäuble nazi’s…
Konrad: Domheden zijn eeuwig, ze zijn zo taai dat ze millennia overleven.
Onlangs heeft de tachtigjarige Joods-Hongaarse schrijver Akos Kertesz politiek asiel in Canada aangevraagd. Hebt u daar begrip voor?
Konrad: Akos Kertesz heeft in Amerikai Népszava, een Hongaarse krant die in Amerika verschijnt, geschreven dat elke Hongaar genetisch een onderdaan is. Dat was niet heel verstandig en zelfs racistisch, want onderdaan ben je niet van nature, maar word je door je opvoeding of je sociale milieu. Maar voor de rest heb ik wel begrip voor het gedrag en de stap van Akos Kertesz. Hij is een beminnelijk man die gruwt van de extreemrechtse gemeenplaatsen in Hongarije. Uit zijn verklaringen blijkt dat hij op straat gepest en fysiek bedreigd werd. Hij is een fervent zwemmer, maar hij moest zijn hobby opgeven omdat hij in het zwembad gepest en onder water geduwd werd.
Overweegt u zelf weleens om te emigreren?
Konrad: In extreemrechtse kranten en op de radio word ik voor landverrader uitgemaakt. Ja, ik overweeg weleens om weg te gaan, maar dan bedenk ik me en realiseer ik me dat ik toch al een paar autoritaire regimes overleefd heb. Uiteindelijk vind ik het beter dat ik blijf en dat zij weggaan. Maar als Orban na een verkiezingsdebacle een coalitie met de extreemrechtse Jobbik-partij zou aangaan – wat ik zeker niet uitgesloten acht – zou ik er misschien toch wel beginnen over na te denken of het niet beter is om weg te gaan.
GYÖRGY KONRAD WAS VORIGE WEEK VRIJDAG TE GAST OP MIND THE BOOK IN DE GENTSE VOORUIT.
DOOR PIET DE MOOR
‘De stelregel van Orban is: als je iemand overwint, moet je hem ook liquideren. Anders komt de verliezer terug om zich te wreken.’