Een week na het groot affront van Dayton probeerde de Europese Unie haar blazoen enigszins op te poetsen. In Barcelona sloot ze het Euro-mediterraan partnerschap af.

MEER DAN TWEEDUIZEND jaar was de Middellandse Zee het centrum van de wereld. Sinds driehonderd jaar is ze dat niet meer. Het is nodig dat er zich een nieuw tijdperk voor deze regio aandient. “

Wie over het Middellandse-Zeegebied praat en er politiek wil bedrijven, kan niet over het verre verleden zwijgen. Dat deed de Franse buitenlandminister Hervé de Charette dan ook niet, toen hij het woord voerde tijdens de konferentie van vorige week in Barcelona, waar de Europese Unie voor het eerst met twaalf “partners” uit het Middelandse-Zeegebied rond de tafel zat. Onder die twaalf bevonden zich de Palestijnse autoriteiten, vandaar dat er over partners en niet over landen werd gesproken. De tweedaagse reünie vergde van de aanwezige diplomaten voortdurend een opperste waakzaamheid. Het was dansen op de slappe koord. De twaalf koesteren dan wel gemeenschappelijk het verlangen om partners van de Unie worden, maar onderling botert het veel minder tussen ze : sommige gunnen elkaar het licht in de ogen niet. Syrië en Libanon, bijvoorbeeld, namen voor het eerst samen met Israël, waarmee ze nog altijd in toestand van oorlog verkeren, deel aan een multilateraal onderhandelingsforum. Omdat Libië met de Verenigde Staten en de Verenigde Naties overhoop ligt, was het niet gewenst. Om onduidelijke redenen bleef ook Albanië afwezig. Misschien kreeg het gewoon geen uitnodiging, omdat niemand eraan dacht.

De konferentie begon op 27 november en bij sommigen ontlokte die datum vragen. Uitgerekend op die dag riep precies negenhonderd jaar terug paus Urbanus II in Clermont het kristelijk volk op om Jeruzalem te vuur en te zwaard te bevrijden. Het pauselijk verzoek viel niet in dovemansoren en onder de kreet Deus lo volt (God wil het) vertrokken een paar maanden later de eerste benden naar Konstantinopel. Zo begonnen de kruistochten en ook een duizendjarige oorlog tegen de islam, waarin alle Europese landen van joden en islamieten werden gezuiverd. Rond de Mare Nostrum stapelde zich zoveel konfliktstof op, dat de explosies tot in het volgende millenium hoorbaar waren. Vele kosmopolitische wereldsteden, de echte smeltkroezen van de mediterrane kultuur, doofden uit, werden verwoest of verkommerden in de monokultuur. Het laatst van al Sarajevo, als voorlopig eindpunt van een lange reeks waarin ook Saloniki, Istanbul, Alexandrië en Beiroet thuishoren.

In Barcelona werd vorige week een poging ondernomen om de muren van onbegrip en wantrouwen te slopen. “Volgende eeuw, ” deelde de Spaanse eerste-minister Felipe Gonzalez op de konferentie mee, “leven er achthonderd miljoen mensen rond de Middellandse Zee. We zijn bijgevolg op elkaar aangewezen. We moeten partners worden en van deze regio een gemeenschappelijke ruimte van vrede en stabiliteit maken. ” Dat klonk heel ambitieus, zeker in de oren van koele lieden uit het noorden die de Middellandse Zee vooral als een vakantieoord kennen. De Nederlandse buitenlandminister Hans Van Mierlo noemde deze ambities van de als historisch betitelde konferentie dan ook “te hoog gegrepen”. Vooral de gevoeligheden in het Midden-Oosten bleken schromelijk te zijn onderschat. Deze en andere sceptische kommentaren onthulden veel over het “entoesiasme” waarmee nogal wat lidstaten tegen dit Latijns projekt aankeken.

OSTPOLITIK.

Deze konferentie kwam er niet zomaar. Op diverse Europese topontmoetingen had vooral Gonzalez de rug gekromd om zijn kollega’s uit het noorden van het nut van zo’n samenkomst te overtuigen. Simpel was dat niet, want de belangstelling van de meesten lag elders. Onder meer in het oosten. De terughoudendheid was des te groter, omdat zulke initiatieven slechts zin hebben als er geld op tafel komt. De doorbraak kwam er dan toch, in juni van dit jaar op de top van Cannes. Onder het voorzitterschap van de Franse president Jacques Chirac, die met Gonzalez de forcing voerde, volgden er vaste toezeggingen. De Unie verklaarde zich bereid om tot 1999, 185 miljard frank in het Middellandse-Zeegebied te investeren. Daar bovenop beloofde de Europese Investeringsbank een even groot bedrag voor leningen vrij te maken.

Het is een smak geld, maar aanzienlijk minder dan de bevoegde kommissaris, Manuel Marin, had gevraagd. De hoop van Spanje, Italië en Frankrijk, dat de Unie de volgende vijf jaar even veel in het gebied zal pompen als in Oost-Europa, werd evenmin werkelijkheid. Al voerde Unie toch een korrektie door. Tot dusver ontvingen Oosteuropese landen vijf keer zoveel als die van het zuiden. De volgende jaren wordt dat slechts 20 procent meer. Nochtans woont in Oost- en Centraal-Europa maar half zoveel volk als in het zuiden : 96 miljoen tegen 203 miljoen mensen. Sinds de val van de Berlijnse Muur verloor Europa het zuiden uit het oog en groeide de overtuiging dat de Unie zich eerst en vooral over de voormalige kommunistische landen moet bekommeren.

De Latijnse landen ondervonden almaar meer moeite om zich tegen deze dominante opinie te weren. Ze moesten het namelijk tegen Duitsland opnemen, dat om evidente geografische en historische redenen veeleer naar het oosten dan naar de Middellandse Zee lonkte. De uitbreiding van de Unie met Oostenrijk, Finland en Zweden, waardoor het zwaartepunt van de Unie naar het noorden verschoof, versterkte nog deze Duitse kijk op Europese prioriteiten. Ook de oorlog in voormalig Joegoslavië gold als een argument om voorrang aan de Ostpolitik te geven. Het feit tenslotte dat de zuidelijke leden van de Unie financieel niet opwegen tegen Duitsland, de Benelux en de Skandinavische landen, maakte het extra lastig om een doortastend Middellandse-Zeebeleid te forceren. De fondsen moesten hoe dan ook uit het noorden komen.

In de jaren zeventig, toen de Europese Gemeenschap slechts uit negen leden bestond en het IJzeren gordijn West-Europa van het oosten scheidde, bestond er meer belangstelling voor de landen uit de zuiderse regio. Zo werd in 1976 een koöperatie-akkoord met de Magreb getekend, waardoor die landen bijna vrije toegang tot de Europese markt kregen en toch de eigen industrie met hoge doeanetarieven tegen de Europese uitvoer mochten beschermen. Ook Joegoslavië, Turkije, Cyprus en Malta werden met gelijkaardige akkoorden tegemoetgetreden. De tijdsgeest en de geopolitieke situatie liet zich toen kompleet anders uittekenen dan vandaag. Vele Europese landen sukkelden nog met een slecht koloniaal geweten, wat hen tot enige gulheid inspireerde. Anderzijds was er de Koude Oorlog en de Oost-Westtegenstelling. De derde wereld, en zeker landen met een strategische ligging daarin, beschikte toen over meer pressiemiddelen om het westen tot toegevingen te bewegen. Sinds 1989 telt dat allemaal niet meer en gingen de onderhandelingen tussen noord en zuid een meer zakelijke en dus hardvochtige toer op. Het kommunistisch gevaar was geweken, en de derde wereld zou dat voelen.

Tegelijk rukte het liberale denken in de internationale handel op. Na de Uruguay-ronde werd het voor landen uit het Middellandse-Zeegebied een stuk moeilijker om hun produkten op de Europese markt te slijten. In naam van de vrijhandel speelden ze hun gunstige tarieven en kontingenteringen kwijt en zagen ze hun marktaandeel in de Unie verminderen. Toch vormen ze nog altijd de derde handelspartner van Europa, die hier, bijvoorbeeld, 27 procent van zijn energie koopt.

DEMOGRAFISCHE BOM.

De Middellandse Zee die vroeger als een draaischijf tussen landen, kontinenten en kulturen funktioneerde, kreeg de jongste jaren het aanzien van een barrière, een grens, een limes. Zij scheidt het westen van het Nabije Oosten, het noorden van het zuiden, Europa van Afrika, het katolicisme van de islam, de rijken van de armoezaaiers. “Aan de zuidkant van de zee, ” zei de Algerijnse buitenlandminster Mohammed Dembri in Barcelona, “bedraagt het gemiddeld jaarinkomen 23.000 frank, aan de noordkant is het ongeveer 440.000 frank. Dat is bijna twintig keer meer. “

Europese kringen vinden die cijfers overdreven. Daar gaat men er vanuit dat het gemiddeld inkomen in de Unie slechts een viervoud is van de zuidkant. De evolutie geeft echter weinig aanleiding tot hoop. Uit een recent kommissierapport blijkt dat het verschil toeneemt en bij een ongewijzigd beleid in 2025 zelfs dubbel zo groot wordt. Dat vooruitzicht begint nogal wat Europese beleidsverantwoordelijken te verontrusten. Als die evolutie zich doorzet, dreigt voor Europa de konfrontatie met een vloedgolf van illegale vluchtelingen. In het noorden van Afrika tikt immers een demografische bom. In 1950 telde Algerije acht miljoen inwoners, vandaag is dat al opgelopen tot 33 miljoen. In Egypte waren het er 45 jaar terug twintig miljoen, nu al zestig miljoen. Die explosieve groei zal de volgende jaren niet verminderen en volgens alle prognoses zal de bevolking op dertig jaar tijd bijna opnieuw verdubbelen. De momenteel 203 miljoen inwoners van het Middellandse-Zeegebied zullen zich in 2025 vermenigvuldigd hebben tot ruim 380 miljoen. Dat is meer dan de bevolking van de Europese Unie, die de volgende jaren rond de 375 miljoen zal stagneren. De sterkste toename is weggelegd voor de Arabische landen, waar het inwonersaantal met 90 procent zal stijgen. In Turkije zal het “slechts” met 61 procent stijgen, terwijl het in de Europese landen van het Middellandse-Zeegebied hooguit 6 procent zal bedragen.

De verse belangstelling van de Unie voor de Middellandse Zee berust dus allerminst op onthechting. Op dit ogenblik zouden er circa 4,6 miljoen migranten uit de regio in de Unie verblijven en Europa vreest dat het de volgende jaren een nieuwe stroom ekonomische vluchtelingen zal moeten inzwelgen. Die angst leeft vooral in Spanje. Gibraltar ligt nauwelijks veertien kilometer van Afrika verwijderd, en het is de uitgelezen plek om vanuit Tanger de illegale sprong naar het rijke Europese kontinent te wagen. De Spaanse kustwacht, die sinds de Schengen-akkoorden de grote middelen aanwendt om de vluchtelingen in hun kleine bootjes (pateras) te onderscheppen, arresteerde dit jaar al tweeduizend illegalen.

Dat de Spanjaarden het menen, blijkt in Ceuta, één van de twee Spaanse enclaves in Marokko. De Guardia Civil die daar dag en nacht op de 8,5 kilometer lange autobaan patrouilleert, krijgt binnenkort de beschikking over helikopters, radarinstallaties, infraroodcamera’s, sensoren en detektoren. In totaal investeert Spanje voor bijna zevenhonderd miljoen frank in draad en elektronische gadgets om Ceuta hermetisch van het Marokkaanse achterland te isoleren. Volgens Roberto Franca Sola die namens de federale regering in Madrid de plannen toelichtte, is het nochtans niet de bedoeling om een muur van staal en beton te bouwen. “Dat zou een slecht signaal zijn. Veeleer willen we de toegang uit Marokko vergrendelen. ” De Duitse pers zette deze woorden dik in de verf.

NAVO-SEKRETARIS-GENERAAL.

Het hoeft bijgevolg niet te verwonderen dat in de slotverklaring van Barcelona, een aparte passus aan de klandestiene migratie wordt gewijd. De deelnemers verbinden er zich toe om ze terug in de landen van herkomst op te nemen. Dit engagement kadert in het Euro-mediterraan partnerschap dat de Unie met de twaalf afsloot. Er zal vooral op drie terreinen worden gewerkt. De versterking van de politieke dialoog moet leiden tot een gemeenschappelijke regio van vrede en stabiliteit. Voorts bevat de verklaring een sociaal en kultureel luik en een over ekonomische samenwerking. Door de geleidelijke liberalizering van de handel moet tegen 2010 een vrijhandelszone tot stand komen. Voor de twaalf Mediterrane landen komt dat neer op een gok zonder voorgaande. De erg kwetsbare industrieën dreigen in de konkurrentieslag met het westen met een industrie van een totaal andere dimensie namelijk kompleet kopje onder te gaan.

In 1993 bedroeg de produktie van de niet-Europese landen rond de Middellandse Zee 380 miljard dollar, omgerekend ruim 11.000 miljard frank. Dat vertegenwoordigt amper meer dan 5 procent van het Europees binnenlands produkt. Ook binnen de regio zelf is de ekonomische macht zeer ongelijk verdeeld. Twee landen, Turkije en Israël, nemen ruim de helft van de totale produktie voor hun rekening. Een vrijhandelszone tussen ongelijke partners heeft echter slechts zin als de industrie van de zwakste voldoende steun geniet. Of de Unie daartoe bereid is, kan betwijfeld worden. Dat op vraag van de Unie de landbouwprodukten buiten de vrijhandelsovereenkomsten blijven, betekent veel. Omdat Europa zijn boeren en tuinders wil beschermen, zullen de beperkingen voor de uitvoer van tomaten en andere gewassen, waarin het zuiden wel konkurrentie kan bieden, aan strikte beperkingen onderworpen blijven. Geen enkele Europese socialist, ook de Belgische minister Eric Derycke niet die in Barcelona heel diskreet opereerde, maakte daar in naam van de internationale solidariteit een punt van.

Het is een klein mirakel dat al de deelnemers van de konferentie van Barcelona de gemeenschappelijke slotverklaring ondertekenden. Tot op het laatste moment dreigde het fout te gaan. De slotceremonie moest met drie uur verdaagd worden, omdat Syrië niet wou weten van een verschil tussen terrorisme en verzet. Ook Israël lag tot het einde dwars, want het wou zich niet engageren om het non-proliferatieverdrag te ondertekenen. Uiteindelijk ging iedereen door de knieën en kon een zeer tevreden Spaanse buitenlandminister Javier Solana verklaren dat voor Europa en de mediterrane regio een nieuw tijdperk begon. “We moeten nu niet meer naar het verleden kijken. Het partnerschap is toekomstgericht. ” Het is nog maar de vraag of het optimisme van Solana straks gewettigd blijkt en de konferentie voorgoed een punt achter eeuwen van achterdocht en kruistochten kan plaatsen. Voor Solana verliep de tweedaagse als een sukses zonder voorgaande. De waardering voor zijn diplomatiek talent was zo groot dat het de laatste twijfelaars overtuigde om hem tot sekretaris-generaal van de Navo te benoemen.

GEVOELIGHEDEN.

Enkele dagen na de vrede van Dayton en de Pax Americana in Bosnië slaagde Solana erin om de Unie weer op een belangrijk internationaal podium te hijsen. Terwijl Europa op een Amerikaanse luchtvaartbasis in Ohio tot een tweederangsspeler werd gedegradeerd, gelukte het de Spaanse socialist om even zalf te smeren aan de Europese frustraties. Hoe bescheiden de resultaten in Barcelona ook uitvallen, er ontstond opnieuw een sprankeltje hoop dat een Europees buitenlands beleid geen illuzie hoeft te zijn.

Het Europees failliet in Bosnië legt wél een hypoteek op de droom van een autonoom Europa. Opnieuw toonden de VS aan dat zij wel degelijk een supermacht zijn en bijgevolg een onvervangbare rol vervullen ; ook in het Europa van na 1989. Dayton maakte het nog iets duidelijker wat de nieuwe wereldorde precies inhoudt. De VS speelt er de eerste viool en zegt op de beslissende momenten waar het op staat. De bondgenoten kunnen alleen nog slikken, praatjes maken, troepen leveren en mee de kosten betalen. In Barcelona waren de Verenigde Staten slechts als waarnemer aanwezig. De Amerikaanse diplomatie had het liever anders gewild, maar de Unie had daar geen oren naar. In ruil kregen de Amerikanen wel de toezegging dat de konferentie zich niet zou inlaten met het vredesproces in het Nabije Oosten. Dat dossier blijft zoals vroeger in de Amerikaanse portefeuille. Na afloop van de konferentie gaf Van Mierlo toe dat de gevoeligheden tussen Europa en de VS op dit ogenblik “vrij groot” zijn. “De Unie heeft moeten toezien hoe de VS de vruchten plukten van de jarenlange inzet van Europa in voormalig Joegoslavië, en nu lopen te pronken met de vrede van Dayton. Dat steekt. “

Deze en andere kommentaren versterken de indruk dat Solana in Barcelona een opmerkelijk nummer opvoerde. Hij moest niet alleen verhinderen dat Syrië en Israël met elkaar in de clinch gingen, maar ook en vooral dat een gefrustreerd Europa de VS een hak zette. Hij slaagt in beide opdrachten. De beloning liet dan ook niet lang op zich wachten.

Paul Goossens

De familiefoto van de Euro-mediterrane konferentie in Barcelona : dansen op een slappe koord.

De Amerikaanse president Bill Clinton feliciteert Javier Solana, de nieuwe sekretaris-generaal van de Navo : zalf aan de frustraties van Europa.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content