Energievliegers kunnen windturbines vervangen

Makani, een dochterbedrijf van Google, kan met een zweef-vliegtuig 600 kW opwekken. © GF
Jelle Henneman
Jelle Henneman Freelancejournalist

Vliegers die honderden meters hoog worden opgelaten, leveren goedkopere stroom op. ‘De heilige graal is energie oogsten met een vlieger in de straalstroom.’

Op het strand vormen ze een vertrouwd beeld: vliegeraars die kites oplaten en door de lucht laten scheren. Ook zij zullen vreemd opkijken wanneer hun hobby binnen de drie jaar gebruikt zal worden om op grote schaal windenergie op te wekken. Energievliegers zouden de klassieke windturbines kunnen vervangen, en dat tegen een fractie van de prijs van de turbines.

Vorige week werd op de conferentie over Airborne Wind Energy in Delft duidelijk dat die revolutie in de windenergiesector geen hersenspinsel is. Zo start het Nederlandse Ampyx Power met de bouw van nieuwe windparken in Australië. Het Duitse EnerKite specialiseert zich in mobiele windenergie-installaties voor moeilijk bereikbare plaatsen en rampgebieden. Maar vooral Google wees in Delft op het potentieel van de vliegertechnologie voor de windenergie. Dochterbedrijf Makani stelde er een volautomatische installatie voor die met behulp van een zweefvliegtuigje 600 kilowatt (kW) opwekt. Tegen 2018 zou Makani een verkoopbare generator klaarstomen die 1000 kW aankan. Tegenover de 60.000 kW van een klassieke windturbine is dat weinig, maar de vliegers zelf kosten een pak minder.

De techniek is even vergezocht als eenvoudig. ‘Bij een klassieke windturbine wordt de meeste energie opgewekt aan het uiteinde van de wiek’, zegt Reinhart Paelinck van de Universiteit Antwerpen. ‘Maar daarvoor heb je wel een gigantische toren nodig, terwijl je dat punt evengoed kunt vervangen door een zweefvliegtuig of een grote vlieger. Die laat je constant in een acht of een cirkel draaien; minipropellors wekken energie op die via een lange lijn wordt doorgestuurd naar de generator op de grond. De bouw van zo’n installatie kost maar een tiende van die van een klassieke turbine. Zeker omdat je zo’n vlieger tussen de 300 en 500 meter hoog kunt oplaten, en je de hoogte kunt afstemmen op die met de grootste windsnelheid. Vandaag stopt een turbine als het windstil is, terwijl je met de vliegers de wind kunt gaan zoeken. De heilige graal is windenergie met vliegers te gaan “oogsten” in de straalstroom, op tien kilometer hoogte.’

Veel kleinere investeringskosten en dubbel zo efficiënt: de doorbraak van vliegerenergie lijkt slechts een kwestie van tijd. Al zal het eerste vliegerpark in de Noordzee nog wel even op zich laten wachten, vermoedt Paelinck. ‘Toch denk ik dat turbines die stukgaan steeds vaker vervangen zullen worden door een vlieger.’ Google lijkt klaar om zijn stroomverslindende datacentra uit te rusten met zweefvliegers. Andere bedrijven maken plannen om met gigantische vliegers vrachtschepen de oceaan te laten oversteken. ‘En dat dankzij een technologie die al heel lang bestaat’, zegt Paelinck. ‘Eind 19e eeuw werden met vliegers al hoogterecords tot 11 kilometer gevestigd. Begin 20e eeuw experimenteerden de gebroeders Wright met zweefvliegtuigen. Daarna verdween de interesse. Tot nu.’

Jelle Henneman

‘Een turbine stopt als het windstil is, maar met vliegers kun je de wind gaan zoeken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content