‘Elk hart is een podium. Daar wil ik stralen’

© Kurt Van der Elst

Sopraan Lieselot De Wilde vertelt verhalen met haar draaiorgel, maakt animatiefilmpjes en reist met haar ensemble Bel Ayr en andere gezelschappen door Europa. ‘Er is behoefte aan poëtische zielen die met eeuwenoude muziek hun verhaal vertellen.’

Do-o-na no-obis pacem!’ klinkt het ineens hoog en hemels op een zonnige vrijdagmiddag in de Antwerpse brasserie Bourla. ‘Dat is het eerste lied dat ik me herinner. Het is een bekend koorlied, de titel betekent “geef ons vrede”. ’ Sopraan Lieselot De Wilde heeft zichzelf verraden. Tot voor de zangstonde was ze een onopvallende vrouw met een lange, blonde vlecht. Nu is ze een zangeres die bewonderende blikken oogst. Ze merkt het amper en praat honderduit over haar leven in de muziek dat ze op haar website de ‘wilderness’ noemt.

Lieselot De Wilde: In de wildernis kun je veel ontdekken. Zo zou ik mijn artistieke persoonlijkheid beschrijven. (lacht) Bovendien beschouw ik de kunsten als een terrain vague dat je uitnodigt tot exploreren én tot het delen van jouw vondsten met een publiek. In essentie wil ik poëzie delen. Met ‘poëzie’ bedoel ik de mysterieuze, niet te omschrijven verwondering die je van het leven doet houden. Ook in samenwerking met andere kunstenaars blijf ik zoeken tot mijn ‘poëtische snaar’ geraakt wordt.

2022_04_20_15_34_41_88.xml

Wanneer werd die snaar voor het eerst geraakt?

De Wilde: Als peuter, denk ik. Als kind maakte ik voor iedereen liedjes en was ik gefascineerd door draaiorgels en muziekdoosjes. De magie van een mechaniek die muziek maakt, intrigeert me sinds ik een man met een draaiorgel zag in het Nederlandse jeugdtelevisieprogramma Het Klokhuis. En ik ging vaak mee met mijn moeder – die toen kleuteronderwijzeres was en een kinderkoor leidde – naar de koorrepetities. Ik vond het heerlijk om liedjes zoals Dona nobis pacem mee te zingen met het koor.

Een tijd later, op de middelbare school, ontmoette ik een meisje dat bezeten was van cello. Tijdens de middagpauzes speelden we piano en zongen we liedjes van An Pierlé. Die vriendin loodste me de muziekwereld binnen.

U trok naar het Lemmensinstituut. Met welk plan studeerde u af?

De Wilde: Net voor ik besliste om daar te studeren, maakte ik een afspraak met mezelf. ‘Als je kiest voor een leven in de muziek, moet je 100 procent voor die muziek gaan en kun je misschien geen gezin stichten. Wil je dat?’ Dat werd het plan. Het voelt als een huwelijk. Ik ben getrouwd met de muziek. (lacht) Tijdens mijn studie richtte ik het ensemble Encantar op. We zongen renaissancepolyfonie. Ik houd van die oude muziek omdat ze mij heel direct en puur raakt, goed bij mijn stem past én omdat je helemaal zelf beslist hoe je de muziek brengt. Rond die tijd deed ik audities voor een plek in het koor van Opera Ballet Vlaanderen. Daar kreeg ik meteen een vast contract aangeboden. Dat zag ik niet aankomen. (schaterlacht) Zingen in dat koor is een zalige job, maar ik wilde mijn eigen verhalen vertellen dus bleef ik maar een jaartje verbonden aan dat koor.

Dat ik intussen bij het Gentse muziektheaterhuis LOD werkte en er componisten als Dick van der Harst, Steve Salembier of Dominique Pauwels ontmoette, inspireerde me om eigen projecten te ontwikkelen.

Waar ligt de kiem van uw orgelproject Around the World in 72 Songs?

De Wilde: In Molenbeek, waar ik vroeger woonde en in Borgerhout, waar ik nu woon. Als ik daar over straat wandel, vraag ik me af welke muziek achter de gordijnen weerklinkt. Het Franse woord voor draaiorgel is orgue de Barbarie ofwel ‘orgel van de vreemde’. Ik wil met dat instrument het vreemde vertrouwd maken, mensen verbinden. Ik bedacht het idee om uit 72 landen een liedje te spelen dat me raakt en dat door een vrouw gecomponeerd is of populair werd door een vrouwelijke zangeres. Kort gezegd: wie is de Edith Piaf van pakweg Kameroen? Daar zoek ik naar.

Ik wil uit 72 landen een liedje spelen dat me raakt en dat door een vrouw groot is gemaakt. Kortom, wie is de Edith Piaf van Kameroen?

De eerste lockdown viel samen met de periode waarin ik een ontwikkelingsbeurs kreeg. Ik zou aan Figurine werken, een voorstelling over vrouwelijke zelfportretten. Dat betekende ook dat ik mijn zelfportret zou maken. Dat voelde toen niet goed. De wereld was zo wankel. Dus stortte ik me op Around the World in 72 Songs. Ik schuimde het internet af, zocht liedjes en liet ze printen tot ponskaarten voor mijn draaiorgel.

En u maakte per liedje een animatiefilmpje met poppen en recuperatiemateriaal.

De Wilde: Ja! De kunstenaar aan wie ik het had gevraagd, had geen tijd dus deed ik zelf maar. Ik amuseer me rot met filmpjes maken en die online posten. Het internet biedt zo veel mogelijkheden op het vlak van creatie, presentatie en interactie. Daar wil ik meer op inzetten.

Op welk groot podium hoopt u ooit te stralen?

De Wilde: Ik wil stralen op het podium dat elk hart is. Momenteel bereid ik een film voor. Ik wil met mijn draaiorgel naar Georgië reizen. Dat is het kruispunt van veel muzikale tradities: Midden-Oosterse muziek, de Balkanmuziek, de Russische muziek, Europese muziek. Ik wil er met mensen praten en muziek maken. (stil) Ik ben zo blij met deze prijs. Daarmee krijgen jonge muzikanten de boodschap dat er behoefte is aan poëtische zielen die met eeuwenoude muziek hun verhaal vertellen. Ook speelvogels vallen in de prijzen. (lacht)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content