De ideeën die Jörg Haider nu onverbloemd formuleert, leefden altijd al in Oostenrijk. Politici van andere partijen zeiden in de jaren zestig al wat hij nu verkondigt. De Oostenrijkse schrijver Robert Menasse over het succes van extreem-rechts in zijn land.

“Samen met de regering betogen tegen een oppositiepartij: dat is toch al te gek. Normalerwijze demonstreer je tégen een regering, om ze te doen vallen of om ze te dwingen van beleid te veranderen. Maar voor deze betoging gaf onze regering zelfs geld en verleende ze logistieke hulp.”

De Oostenrijkse romanschrijver en essayist Robert Menasse (1954), zelf “zo joods als Spinoza”, liep dus niet mee in de betoging tegen racisme, xenofobie en antisemitisme die op 12 november in Wenen gehouden werd. Meer dan 50.000 weldenkende Oostenrijkers, regeringsleiders inbegrepen, kwamen er de wereld duidelijk maken dat er nog een ander Oostenrijk bestaat dan dat van Jörg Haider.

Bij de verkiezingen van 3 oktober behaalde Haiders’ extreem-rechtse Vrijheidspartij (FPÖ) 27 procent van de stemmen en werd daarmee de tweede partij van het land. De stembusuitslag was in binnen- en buitenland aanleiding voor alarmerende commentaren: raakte Oostenrijk, het land dat in de jaren dertig eerst zelf een nog enigszins gematigd austrofascistisch bewind had geïnstalleerd en zich daarna gewillig liet inlijven bij nazi-Duitsland, weer in de greep van zijn verleden?

Maar Robert Menasse, die vorig jaar de Oostenrijkse Staatsprijs kreeg voor de essays die hij over zijn land schreef, houdt niet van die verwijzingen naar Oostenrijks bruine verleden. “Het buitenland moet eens ophouden Haider als een nieuwe Hitler voor te stellen”, stelt hij fel. “Als hij dat werkelijk zou zijn, dan vraag ik mij af waarom mijn ouders ooit Oostenrijk hebben moeten ontvluchten om aan het concentratiekamp te ontsnappen. Ik bedoel, zulk gepraat bagatelliseert de nazi-periode. Wie vandaag zegt dat Haider als Hitler is, die maakt van Hitler een koorknaap, niet van Haider een monster.”

Moet Oostenrijk niettemin niet nog steeds in het reine zien te komen met zijn verleden?

Robert Menasse: Ook landen zonder nazi-verleden hebben nu te kampen met extreem-rechts. Neem Zwitserland. Neem België. Wat weegt historisch gezien zwaarder: vier eeuwen Verlichting, vijftig jaar democratie – of die zes of zeven nazi-jaren van onze grootouders? Het probleem zit ‘m niet in de geschiedenis van een halve eeuw geleden. Oostenrijk is niet de Ostmark (zo werd het land in de nazitijd genoemd, CA). Oostenrijk is de Tweede Republiek. De beste Vergangenheitsbewältigung (verwerking van het verleden, CA) is de hervorming van heel het Oostenrijkse politieke systeem. Want het gaat niet om Jörg Haider alleen, het gaat niet om die ene extreem-rechtse partij.

Hoe bedoelt u?

Menasse: Het is niet zo dat er in Oostenrijk plotseling een grote omslag in de geesten is geweest, dat plotseling een kwart van de Oostenrijkers opnieuw vervallen is in een xenofoob standpunt dat ze eerder hadden weten te overwinnen. Er is geen mentaliteitswijziging geweest. De ideeën die Haider nu onverbloemd formuleert, leefden altijd al. Politici van andere partijen zeiden in de jaren zestig, zeventig en tachtig wat Haider nu zegt. En ook nu is er geen echte tegenstelling tussen de partij van Haider en de twee grote, traditionele partijen SPÖ en ÖVP.

Sociaal-democraten van de SPÖ en christen-democraten van de ÖVP hebben vorige maand nochtans mee gedemonstreerd tegen Haiders Vrijheidspartij.

Menasse: Maar kijk naar wat er in Wenen is gebeurd sinds die betoging van 12 november. Zowel de SPÖ als de ÖVP, de twee voormalige regeringspartijen, hebben met Haider onderhandeld om te kijken of het mogelijk was om samen het land te besturen. SPÖ en ÖVP hebben allebei de kandidaat van de Vrijheidspartij als voorzitter van het parlement verkozen, een man die voor de verkiezingen schokkend racistische uitspraken heeft gedaan. Ze hadden nochtans een alternatief: een zeer intelligente en integere groene politica. De andere partijen geven Haider alles wat hij wil. Ze hebben hem vorig jaar zelfs gouverneur van de provincie Karinthië gemaakt zonder dat dat nodig was.

Een ‘cordon sanitaire’ tegen de Vrijheidspartij, zoals in België tegen het Vlaams Blok, bestaat er bij jullie niet.

Menasse: De Oostenrijkers denken dat het democratisch is om met Haider samen te werken, omdat hij veel stemmen heeft behaald. Een democratische samenleving moet toestaan dat er een partij als de Freiheitlichen bestaat en dat de bevolking erop stemt. Maar zolang zo’n partij geen absolute meerderheid heeft, is er naar mijn mening geen reden om ze politieke macht te geven, er akkoorden mee te sluiten of coalities mee aan te gaan.

In Zwitserland is de extreem-rechtse Volkspartij (SVP) van Christoph Blocher eind oktober zelfs de grootste partij van het land geworden. Maar de andere partijen geven Blocher geen tweede zetel in de Bondsregering. Zolang zij samen een meerderheid hebben, laten ze hem er niet in en proberen ze zelf een fatsoenlijker politiek te voeren.

De onderhandelingen over de vorming van een nieuwe regering zijn nog steeds aan de gang. Wie wilt u graag aan de macht zien?

Menasse: Het beste zou een coalitie tussen de sociaal-democraten en de FPÖ zijn. Dat zou een zekere logica hebben. De SPÖ is de vroegere arbeiderspartij, de FPÖ heeft die rol overgenomen. Beide partijen hebben dus dezelfde achterban. Van alle andere partijen was de SPÖ de voorbije jaren dan ook de meest “verhaiderte”: zij maakte de wetten die Haider graag ingevoerd wilde zien.

De sociaal-democraten regeren nu al dertig jaar aan één stuk, dat is te lang voor de democratie. Als zij nu een coalitie vormen met Haider, laten we zeggen voor één termijn, dan verliezen ze de volgende verkiezingen vast en zeker. Dat zou een perspectief openen voor echte politieke verandering. Veel meer mensen zullen dan groen of liberaal stemmen. Nu hebben nog velen SPÖ gestemd omdat ze dachten dat dat de beste bescherming tegen Haider was – ze wilden blijkbaar niet inzien dat juist deze partij het meest met de FPÖ heeft gecollaboreerd.

Het risico van die strategie is wel dat Haider volgende keer een nog eclatantere verkiezingsoverwinning behaalt.

Menasse: Ik begrijp dat defaitisme niet. Ik begrijp maar niet waarom iedereen denkt dat de Freiheitlichen altijd stemmen zullen blijven winnen. Dat kan geen enkele partij. Trouwens, de FPÖ heeft in het verleden ook al verloren. Haider wint wanneer de kiezers van de andere partijen ontgoocheld zijn. Ik zou eens willen weten wat er zou gebeuren als de christen-democraten bijvoorbeeld eens duidelijk zouden zeggen: wij wijzen de taal van Haider af, wij bedrijven geen politiek vanuit negatieve gevoelens. Onze taal is de taal van de mensenrechten, de taal van een verlichte burgerlijke democratie. En dan moet de kiezer maar zeggen wat hij verkiest. Maar niemand durft dat.

Wat zou er met Oostenrijk gebeuren als Haider aan de macht kwam? Zou u het land verlaten?

Menasse: Ik heb een hoop goede redenen om Oostenrijk te verlaten, maar niet die. Ik denk niet dat hij concentratiekampen zou openen. Emigratie is zo’n ernstig iets dat je daar niet dit soort denkspelletjes mee moet spelen, vind ik. Tegenover mensen die werkelijk reden hebben om hun land te ontvluchten heb je dat recht niet.

Karl Popper heeft, in zijn omvangrijke en soms onleesbare werk, in dit verband iets belangrijks gezegd: ‘Als een intellectueel een politieke taak heeft, dan kan dat alleen maar deze zijn: ervoor te zorgen dat een eenmaal verkozen regering niet herverkozen wordt.’ In mijn politieke essays heb ik altijd beweerd dat het Oostenrijkse politieke systeem moet veranderen. Als Haider ooit kanselier zou worden, dan zou ik hetzelfde doen, van de eerste dag af.

Is het een beeld dat u angst aanjaagt: Haider die het land leidt?

Menasse: Als er een bepaalde politiek gevoerd wordt, dan heb ik het liever onder haar echte naam. Ik hou van transparantie. Misschien is het de realiteit dat 25 procent van de Oostenrijkse bevolking sympathiseert met de ideeën die Haider voorstaat. Oké. Je kunt die denkbeelden niet in korte tijd uitroeien. Je kunt ze wel geleidelijk proberen te corrigeren.

Al jaren is het zo dat als je de regering vraagt waarom iets niet gebeurd is, waarom iets niet mogelijk is, waarom iets nooit geprobeerd wordt, het antwoord luidt: ‘In een geglobaliseerde wereld kunnen wij niet op ons eentje handelen. We moeten ons richten naar de andere Europese landen. We moeten rekening houden met de omstandigheden. We moeten wel. We kunnen niet anders.’ Wel, het zou mij benieuwen of Haider zijn beleid ook zo door de externe omstandigheden zou laten bepalen. Als dat zo is, waarom dan die angst? Dan beslist niet Haider, maar Brussel. Als hij over meer manoeuvreerruimte blijkt te beschikken, is dat een mooie les voor de andere partijen…

Haider zou geen KZ’s openen, zegt u. Maar buitenlanders zullen het wel geweten hebben wanneer een extreem-rechtse partij in Wenen de lakens uitdeelt…

Menasse: Ik zie niet wat voor grote verschillen er zouden ontstaan. Schlögl, in de vorige regering de sociaal-democratische minister van Binnenlandse Zaken, heeft toch alles gedaan – er bestaat in Oostenrijk een nieuw woord, dat heeft hij in het leven geroepen: Nullzuwanderung. Zero-immigratie dus. De volgende stap zou Minuszuwanderung zijn. De opperrabijn van Wenen was de eerste die kon uitleggen wat dat betekende. ‘Heel eenvoudig’, zei hij. ‘Als er vijf mensen in een kamer zijn, dan moeten er zes de kamer verlaten.’

U hebt scherpe kritiek op het huidige bestel. Maar hoe kan Oostenrijk uit de malaise raken?

Menasse: Het hele politieke systeem moet worden hervormd. Het kiesrecht dateert nog uit een tijd waarin er geen oppositiepartij was. Het kan enkel tot patstellingen leiden. We moeten ook eindelijk een democratische grondwet krijgen. Oostenrijk heeft de uitgebreidste en de waanzinnigste grondwet ter wereld. Talloze bepalingen staan er alleen maar in omdat ze op die manier niet als ongrondwettelijk kunnen worden bestempeld. Maatregelen die in elk ander democratisch land als ongrondwettelijk zouden worden beschouwd, bijvoorbeeld omdat ze strijdig zijn met het gelijkheidsbeginsel, worden in ons land gewoon in de grondwet zelf opgenomen – probleem opgelost, toch? Zo gaat het al meer dan dertig jaar. Beperkingen van de vrijheid van beroepsuitoefening, ongelijkheid in behandeling door de sociale wetgeving, je vindt het allemaal terug in onze constitutie. De eisen van de taximaffia zullen eerder in de grondwet worden opgenomen dan het gelijkheidsbeginsel. Dat er dus niet in staat. Het principe van de scheiding van kerk en staat al evenmin.

Is Oostenrijk anders dan de andere Europese landen? Is het werkelijk racistischer?

Menasse: Daar is onlangs onderzoek naar gedaan, met erg interessante resultaten. In dat onderzoek werd een onderscheid gemaakt tussen latent en manifest racisme. Het manifeste racisme is een stuk kleiner dan in vele andere Europese landen, maar het latente racisme groter. Dat verklaart volgens mij ook waarom er in Oostenrijk nog nooit een asielzoekerscentrum in brand is gestoken, zoals in Duitsland, en er geen racistisch geïnspireerde moordaanslagen gepleegd worden, terwijl tegelijk een partij als die van Haider zo’n groot deel van de stemmen kan winnen.

Oostenrijk wordt vaak afgeschilderd als een oerconservatief, geestelijk bekrompen en in zichzelf gekeerd land…

Menasse: Elk bergland is bekrompen. Dat is heel logisch. Daarom ook is Wenen veel opener dan Tirol, bijvoorbeeld. Je kunt niet je hele leven op bergtoppen uitkijken zonder gek te worden. En als je het niet wordt, dan was je het altijd al.

U houdt niet van de Alpen?

Menasse: Nee, inderdaad. Ik ben meer als generaal Schwarzkopf. Na de oorlog in Koeweit werd hem gevraagd of hij nu de Balkan wilde gaan bevrijden. Zijn antwoord was ontkennend: I don’t do mountains. Overigens is bekrompenheid op zichzelf helemaal niet erg. Het is een vooroordeel te zeggen dat alleen ruimdenkende mensen goede mensen zijn, en enggeestigen griezels. Neem Siberiërs. Die hebben niet één berg. De Slavische ziel is zo groot juist omdat je blik voorbij de Oeral nergens meer door wordt begrensd. Die steppen gáan maar door. Maar die mensen zijn me toch voortdurend depressief!

Nee, je kunt een uitzonderlijk, prachtig mens zijn, een heilige, en toch bekrompen.

Vrijheid, vind ik, is ook de vrijheid een bekrompen leven te leiden. Dat kan heel aardig zijn. Je woont in een kleine vallei, waar je iedereen kent, je weet de stenen op elke helling blindelings te liggen, ’s avonds kom je samen bij een biertje in het enige café van het hele dorp…

Christine Albers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content