Eerherstel voor Sabena

HET AFSCHEID Op 7 november 2001 werd Sabena failliet verklaard. © BELGA
Luc Baltussen
Luc Baltussen Luc Baltussen is redacteur bij Knack.

Niet de bestuurders van Sabena, maar de Zwitserse aandeelhouder Swissair is verantwoordelijk voor het faillissement van de voormalige nationale luchtvaartmaatschappij.

Het gebeurt niet vaak dat een curator de afwikkeling van een faillissement ‘een succesverhaal’ durft te noemen. Toch is het op die manier dat Christian Van Buggenhout spreekt over Sabena, de zaak waaraan hij nu al tien jaar van zijn leven spendeert – en waaraan hij ook de volgende vijf jaar nog denkt te geven. De flamboyante curator heeft een punt. Nu al zijn het personeel en de bevoorrechte schuldeisers van Sabena vergoed. En door een cruciale beslissing van het Brusselse hof van beroep eind vorige week, zal de curator in principe ook alle gewone schuldeisers kunnen uitbetalen. De Belgische staat, die destijds het initiatief nam om de zaak naar het hof te brengen, krijgt vrijwel niets. Dat de staat opeenvolgende investeringen in Sabena had kunnen terugverdienen als Sabena niet failliet was gegaan, is volgens het hof niet bewezen. De staat kan alleen de kosten voor advocaten en consultants terugvorderen, nauwelijks een drieduizendste van de een miljard euro die geëist was.

In de zomer van 2001 beloofde de Zwitserse luchtvaartmaatschappij Swissair, die in 1995 een kleine helft van Sabena had overgenomen van de Belgische staat, dat ze aan Sabena 258 miljoen euro nieuw kapitaal ter beschikking zou stellen. Dat was het beruchte ‘hotelakkoord’, gesloten in het Brusselse hotel Astoria. Maar omdat de Zwitsers kort daarna door ‘9/11’ zelf in zware problemen kwamen, voerden ze de kapitaalverhoging bij Sabena nooit uit. In 2003 oordeelde de Brusselse handelsrechter al dat Swissair daarmee contractbreuk had gepleegd. Maar om ook aansprakelijk gesteld te worden voor de schade van het faillissement, moest er een oorzakelijk verband zijn tussen de contractbreuk en het faillissement.

De rechter oordeelde in 2003 dat er geen oorzakelijk verband was. Het hof van beroep vindt nu van wel. Gevolg: de curator kan Swissair aanspreken voor het hele passief van Sabena.

In de loop van de voorbije tien jaar heeft curator Van Buggenhout dat passief wel behoorlijk kunnen drukken. Voor de vliegtuigen en andere activa dacht hij destijds nauwelijks nog 100 miljoen euro te krijgen. Vandaag staat de teller evenwel op 700 miljoen euro. Een groot deel daarvan is verzilverd, 460 miljoen euro werd al naar schuldeisers doorgesluisd. Een ander deel, zoals het Memlinghotel in Kinshasa, werd een pak meer waard door investeringen in renovatie en zorgt ook nu nog voor inkomsten. Aan de passiefzijde blijft er vooral onduidelijkheid over een betwisting met leasemaatschappijen, voor een bedrag van ruim anderhalf miljard euro. De curator gaat ervan uit dat hij na het sluiten van de nodige akkoorden hierover zal blijven zitten met een put van nog een miljard euro. En die kan hij dus, dankzij de uitspraak van het hof van beroep, op de Zwitsers verhalen.

Drie sluiers blijven over die toekomst hangen. Eén: het akkoord tussen Zwitserland en België dat bepaalt dat ze elkaars rechterlijke uitspraken erkennen, geldt niet voor faillissementen. Twee: heeft de curator van Swissair het nodige geld wel in huis? Drie: heeft Swissair destijds te kwader trouw gehandeld? Over die laatste vraag lopen nog strafzaken. Maar de Sabena-curator maakt zich over de afloop daarvan alvast geen illusies.

Luc Baltussen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content