Twee weken na de publicatie van de Panama Papers spreekt eurocommissaris voor Mededinging Margrethe Vestager zich voor het eerst uit over de offshorehandel. Knack krijgt de Belgische primeur. Een gesprek over eerlijke belastingen en de ‘illegale staatssteun van België’.

België is absoluut geen mislukte staat, zegt de Deense sociaal-liberale eurocommissaris voor Mededinging Margrethe Vestager. Ze kan haar ergernis nauwelijks onderdrukken als ze herinnerd wordt aan de uitspraak van de Amerikaanse presidentskandidaat Donald Trump die Brussel beschreef als een ‘hellegat’ vol schietgrage terroristen: ‘Ik woon ondertussen anderhalf jaar in Brussel en ik ben er helemaal weg van. Ook na die vreselijke aanslagen hier vlakbij. Brussel is een mooie, levendige, groene stad, niet te groot, niet te klein. Ik hou ervan om met de tram door de stad te rijden. Soms lijkt ze zelfs een heel klein beetje op New York.’

‘België heeft wel een heel bijzondere structuur, ‘ lacht Vestager, ‘dat kun je niet ontkennen. Die discussies over welke ministers van Milieu nu aanwezig mochten zijn op de klimaatconferentie in Parijs – dat is moeilijk te vatten. Ik ben ook gestopt met te tellen hoeveel parlementen jullie hebben. Maar het heeft ook zijn goede kanten, écht wel: België is een land waar elke burger zich vertegenwoordigd kan voelen.’

In haar kantoor op de tiende verdieping van het Berlaymontgebouw staan opvallend veel verse bloemen. De eurocommissaris is jarig vandaag. Tegen de muren veel Deense kunst, variërend van naïef realisme tot abstracte composities. Dit is dus de vrouw die eist dat Belgisch minister van Financiën Johan Van Overtveldt (NV-A) 750 miljoen euro aan belastingvoordelen terugvordert van 35 in ons land gevestigde multinationals. Maar voor we dat dossier op de strakke Deense designtafel leggen, vragen we haar of ze verrast was door de Panama Papers, de onthullingen over belastingparadijzen, die onder meer werden uitgebracht door Knack.

VESTAGER: ‘Ja en nee. We vermoedden al langer dat veel geld het daglicht niet mag zien en daarom van het ene belastingparadijs naar het andere wordt doorgesluisd. Maar de omvang van dat circuit heeft ons verbaasd. Misschien zijn we jarenlang te laks geweest. Dertig, veertig jaar geleden was het riskant om een offshorebedrijf op te richten. In de wereld van vandaag is het heel makkelijk om geld en informatie digitaal te versturen. Constructies opzetten in belastingparadijzen is kinderspel geworden. Daar hadden we misschien sneller op moeten anticiperen.’

Vroeger trokken Belgen die de belastingen wilden ontduiken met hun vermogen naar Luxemburg. Nu zitten ze in Panama en andere exotische oorden.

MARGRETHE VESTAGER: Dat toont aan dat de strijd tegen fiscale fraude loont en dat we die nog moeten opvoeren. Anderhalf jaar geleden hebben de lidstaten van de Europese Unie afgesproken om automatisch alle gegevens over rente, dividenden en andere financiële inkomsten uit te wisselen. Dat was een zeer belangrijke stap in de strijd tegen belastingontduiking. Het werd daardoor ook moeilijker om het geld van offshorerekeningen terug te brengen naar de bankrekening in eigen land. En hoe moeilijker het wordt om uw geld terug te krijgen uit belastingparadijzen, hoe kleiner het enthousiasme om het daar in de eerste plaats naartoe te brengen.

In België hielp de bank Dexia cliënten bij het opstarten van offshoreconstructies, zelfs nadat ze tijdens de bankencrisis in 2008 door de overheid met belastinggeld was gered. Kunt u dat geloven: een staatsbank helpt klanten om de staatsfinanciën op te lichten?

VESTAGER: Dat is moeilijk te vatten en nog moeilijker te aanvaarden. De Europese overheden hebben na de financiële crisis volgens conservatieve schattingen 690 miljard euro steun en garanties gegeven aan banken in moeilijkheden. In ruil moesten de banken afslanken, buitenlandse filialen verkopen en hun kapitaalbasis verbeteren. Ze moesten ook te risicovolle activiteiten afbouwen en terugkeren naar het old school banking, naar het wat saaiere, traditionele bankieren. Volgens mij hoort het opzetten van offshoreconstructies daar niet bij.

Heeft de Europese Unie genoeg macht om belastingparadijzen als Panama een halt toe te roepen?

VESTAGER: Dat zullen we moeten zien. Het akkoord over het automatisch uitwisselen van financiële tegoeden werd door 96 landen ondertekend, maar Panama is daar niet bij. Weet u dat Panama vandaag maar bij acht EU-lidstaten op de zwarte lijst van belastingparadijzen staat? We moeten dus dringend werk maken van één lijst van belastingparadijzen die geldt voor de hele EU. En dan moeten we kijken hoe we tot een gecoördineerde aanpak kunnen komen. Europa heeft zeker nog heel wat werk in de strijd tegen belastingparadijzen.

Zullen ze ooit kunnen worden uitgeroeid?

VESTAGER: Een wereld zonder belastingparadijzen kan ik me moeilijk voorstellen. Ik vrees dat er altijd mensen zullen zijn die zo weinig mogelijk terug willen doen voor de samenleving en die het liefst helemaal geen belasting betalen.

Ondertussen ligt u in de clinch met de Belgische regering. België kende sinds 2005 fiscale voordelen toe aan 35 multinationals. Door die zogenaamde excess profit rulings werd een deel van hun winst niet belast. De Europese Commissie heeft dat systeem onwettig verklaard en eist dat België de 750 miljoen euro aan fiscale voordelen terugvordert van de bedrijven in kwestie. Waarom?

VESTAGER: Die bijzondere afspraken tussen de Belgische fiscus en bepaalde bedrijven zijn een vorm van illegale staatssteun. Sommige multinationals hoeven dankzij die rulings minder belastingen te betalen, maar kleinere ondernemingen krijgen die voordelen niet. Het speelveld is dus niet voor iedereen gelijk en dat kan niet. De Europese Commissie heeft eerder al soortgelijke overeenkomsten naar de prullenmand verwezen, onder meer tussen de Amerikaanse koffieketen Starbucks en de Nederlandse fiscus.

De Belgische overheid gaat in beroep tegen uw beslissing om de 750 miljoen euro terug te vorderen. Wat vindt u daarvan?

VESTAGER: We zullen zien wat de rechter beslist. Maar laat het duidelijk zijn dat ik nog steeds achter mijn beslissing sta.

Minister Van Overtveldt zegt dat er formele afspraken zijn gemaakt met die bedrijven en dat het daarom moeilijk is om dat geld terug te vragen: het zou het vertrouwen schaden.

VESTAGER: Een bedrijf en een land moeten zich niet alleen aan de nationale maar ook aan de Europese wetgeving houden. Ik begrijp dat België zich ongemakkelijk voelt als het dat geld moet terugvragen, maar dat is net de bedoeling. Dat zal er mee voor zorgen dat er in de toekomst niet langer zulke afspraken worden gemaakt. En als je echt wettelijke zekerheid wilt hebben over een fiscale ruling, moet je die maar eerst voorleggen aan de Europese Commissie.

De Belgische overheid prees de rulings bij de multinationals aan met de slogan ‘Only in Belgium’. Sommigen vrezen dat de multinationals nu ‘bye bye Belgium’ zullen zeggen.

VESTAGER: Europa vormt een markt met meer dan 500 miljoen klanten. Er is een goede infrastructuur, onderzoek en ontwikkeling gebeurt hier op een hoog niveau. Europa biedt een erg goede omgeving om zaken te doen, om te ondernemen. Als je over zo veel troeven beschikt, moet je toch niet met onwettelijke belastingvoordelen staan zwaaien om bedrijven aan te trekken?

U vergeet iets: in België bedraagt de vennootschapsbelasting officieel 34 procent, in het groothertogdom Luxemburg gaat dat naar 18 procent. Dan moeten we niet verwonderd zijn als vennootschappen naar Luxemburg verhuizen. Hoe moet België daarop dan reageren?

VESTAGER: Het is natuurlijk niet mijn taak om daarover uitspraken te doen, laat staan om daarover te beslissen.

Is er behoefte aan meer fiscale harmonisatie in de EU?

VESTAGER: Dat staat niet in het Europees verdrag. Er staat wel in dat elke lidstaat de hoogte van de vennootschaps-belastingen mag bepalen. Ik vind dat we dat moeten respecteren. Het is mijn taak om te onderzoeken of een lidstaat via belastingvoordelen illegale staatssteun geeft aan bedrijven en op die manier de concurrentie schaadt. En als ik dat vaststel, zal ik er alles aan doen om die illegale steun terug te vorderen.

U kunt toch niet ontkennen dat er binnen de Europese Unie een fiscale competitie heerst tussen de lidstaten? De landen worden door bedrijven tegen elkaar uitgespeeld.

VESTAGER: Dat is juist.

Om fiscaal aantrekkelijk te blijven, moet een lidstaat dus zijn vennootschapsbelasting afstemmen op het laagste tarief van de buurlanden?

VESTAGER: Kijk, Ierland heeft jarenlang een vennootschapsbelasting gekend van 12,5 procent en toch zijn bedrijven zich blijven vestigen in Duitsland, Denemarken, Italië, België en noem maar op.

Er is wel een groot verschil tussen 34 procent in België en 18 procent in Luxemburg, dat op een goed uur rijden van Brussel ligt.

VESTAGER: Ik begrijp uw punt, maar er zijn zo veel niet-multinationale ondernemingen in België die correct hun belastingen betalen en die niet kunnen profiteren van die bijzondere afspraken met de fiscus. Waarom zouden we dan van multinationals die gevestigd zijn in België niet mogen verwachten dat ze evenveel belastingen betalen?

Zou het niet beter zijn om tot één vennootschapsbelastingtarief te komen voor de hele EU?

VESTAGER: Als de Europese Commissie zoiets zou suggereren, zouden een aantal lidstaten zich daar meteen hevig tegen verzetten. In het Europees verdrag staat dat de lidstaten zelf mogen beslissen over hun fiscale tarieven. De fiscale politiek behoort dus tot de soevereiniteit van de lidstaten. Voor mij is het wel duidelijk welke richting we moeten uitgaan: we willen dat de belastingen worden betaald waar de winsten worden gemaakt. En ieder stap die we doen, is een stap in deze richting.

Het zijn wel ministapjes.

VESTAGER: Misschien gaat het niet zo snel als iedereen zou willen, maar het gaat in elk geval in de goede richting. Alleen iemand die van een andere planeet op de aarde valt, kan geloven dat er snel een eengemaakte belasting zal zijn in de Europese Unie. Misschien moeten we binnen de Europese Unie wel streven naar een minimumtarief, zodat je een soort band krijgt waarbinnen het vennootschapsbelastingtarief zich beweegt binnen de EU.

De Italiaanse minister van Financiën Pier Carlo Padoan zegt dat er een Europese minister van Financiën moet komen. Goed idee?

VESTAGER: Niet voor de nabije toekomst. Er bestaan nog steeds vrij grote verschillen tussen de EU-lidstaten. Ik denk dat het goed is dat elke lidstaat zelf verantwoordelijk is voor zijn inkomsten en uitgaven, al moeten ze zich allemaal houden aan de Europese regel dat het begrotingstekort niet groter mag zijn dan 3 procent van het bbp.

Ondertussen blijven bedrijven zich zo organiseren dat ze zo weinig mogelijk belastingen hoeven te betalen. Ziet u daar ooit een eind aan komen?

VESTAGER: Zelfs de meest cynische raad van bestuur moet beseffen dat hij een groot risico neemt als hij agressief op zoek gaat naar manieren om zo weinig mogelijk belasting te betalen. De mensen aanvaarden dat niet meer. Bedrijven die geen faire belastingbijdrage betalen, gooien hun imago te grabbel.

Gelooft u dat echt?

VESTAGER: Ja, de publieke opinie pikt het echt niet meer dat de allerrijksten hun deel van de belastingen niet betalen. Van dat momentum moeten we gebruikmaken om de strijd tegen fiscale fraude nog verder op te voeren.

DOOR EWALD PIRONET EN MICHEL VANDERSMISSEN, FOTO’S FRANKY VERDICT

‘Ik begrijp dat België zich ongemakkelijk voelt als het geld moet terugvragen aan bedrijven, maar dat is net de bedoeling.’

‘Als je over zo veel troeven beschikt als België, moet je toch niet met onwettelijke belastingvoordelen staan zwaaien om bedrijven aan te trekken?’

‘De publieke opinie pikt het echt niet meer dat de allerrijksten hun deel van de belastingen niet betalen.’

‘We moeten dringend werk maken van één lijst van belastingparadijzen die geldt voor de hele EU.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content