Een vrome wensdroom

© GF
Rudy Tambuyser
Rudy Tambuyser Muziekjournalist

Soms lijkt het alsof ethiek niet toevallig in het woord esthetiek besloten ligt. Aan wat ons raakt, dichten we graag ook morele kwaliteiten toe. Maar helaas.

De grote pianiste Elisso Virsaladze beweert dat je een goed mens moet zijn om goed muziek te kunnen maken. De al even grote klavecinist Gustav Leonhardt noemt dat een vrome maar onhoudbare wensdroom. Die zegt iets moois over de dromer, maar het is niet anders: de geschiedenis, ook die van de muziek, is rijk aan talentrijke schurken.

Anderzijds is muziek het mooist in handen van wie haar als moreel potentieel koestert: pianisten zoals Benedetti-Michelangeli of Lipatti, dirigenten zoals Celibidache of Harnoncourt. Pablo Casals, Sandor Vegh: beter wordt het niet. In een mijmering over Skrjabins eerste etude zei Anatol Ugorski me ooit: ‘Deze muziek is zo… zuiver. Misschien is dat wel wat muziek zijn moet. Zuiver.’

Ikzelf houd ook nogal van het toxische vermogen van muziek, maar het moet niet te bar worden. Even geleden maakte ik deel uit van een jury die platen bekroonde. Er kwam een opname van Christian Thielemann op tafel. Deze hypergetalenteerde Duitse dirigent bestond het enkele jaren geleden in de Londense Covent Garden een fagottist uit het orkest te doen verwijderen, met als openlijke reden het feit dat de man zwart was. Dat het orkest nog speelde, begrijp ik niet. In elk geval weigerde ik over de plaat te debatteren. Thielemann is een schurk, en dat is volgens mij een reden om hem te weren van podium en erelijst.

Laat ik bij wijze van contrast eindigen met een Sonate vom guten Menschen – overigens het fictieve muziekstuk waarbij de hoofdfiguur in de prachtfilm Das Leben derAnderen zich afvraagt: ‘Kan iemand die zo’n stuk hoort – werkelijk hoort – nog wel een slecht mens zijn?’ Wel, los van het feit dat het antwoord op die vraag ja is: iemand die dat ‘werkelijk horen’ tot een levensfilosofie heeft verheven, is componist Karel Goeyvaerts. Hij was een van de grote denkers en doeners van het totaalserialisme in de jaren vijftig, en een van de beste chroniqueurs van de grenzen van die destijds machtige stroming in de nieuwe muziek. Professor Mark Delaere heeft zopas het ultieme boek uitgegeven met zijn geschriften en brieven, inclusief een lang verloren gewaande correspondentie met Karlheinz Stockhausen, vriend van het eerste, en judas van de latere uren.

Niet alleen voor kenners is dit interessante lectuur. U ontmoet er een van de mooiste mensen en schranderste denkers mee die onze muziek heeft gekend. Het boek is in het Duits, maar bevat de talrijke Nederlandse en Franse geschriften ook in de originele taal. Louter spijkers met koppen. En wie weet vindt u hier het antwoord op de vraag of het toeval zou zijn dat ethiek in het woord esthetiek besloten ligt.

MARK DELAERE, KAREL GOEYVAERTS – SELBSTLOSE MUSIK, MUSIKTEXTE

Rudy Tambuyser

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content