Amerikanen kunnen in bewondering staan voor schoonheid, maar als er iets is wat hen echt verbluft, dan is het grootte, bigness. Denk aan de Grand Canyon, Disneyworld en de imposante Amerikaanse legertroepen. Zoals Europeanen van nuance en complexiteit houden, en zoals Japanners van detail en minimalisme houden, zo houden Amerikanen van alles wat supersize is.

Dat is de reden waarom China zo tot hun verbeelding spreekt. Het is een land waarbij de Verenigde Staten qua omvang in het niet verzinken: 1,3 miljard mensen, vier keer zoveel als er Amerikanen zijn. Enkele Amerikaanse missionarissen en zakenlui dromen al meer dan honderd jaar van die grootsheid. Eén miljard zielen om te redden, twee miljard oksels om van deodorant te voorzien. Toch bleef dat doorgaans bij dromen, want China was wel gigantisch, maar arm. Daar komt nu verandering in, en de droom van weleer blijkt zich steeds meer als een nachtmerrie aan te dienen. De groei van China is niet langer een voorspelling. Het is een feit.

China is de snelst groeiende economie ter wereld, heeft ook het grootste leger (2,6 miljoen manschappen) en het op drie na grootste defensiebudget, dat jaarlijks met 10 procent toeneemt. Of het de VS nu economisch inhaalt of niet, het is in ieder geval de nieuwe grootmacht. Er zijn twee grote verschuivingen geweest in de mondiale macht in de afgelopen 400 jaar. De eerste was de opkomst van Europa, dat rond de 17e eeuw het rijkste, meest ondernemende en ambitieuze deel van de wereld werd. De tweede is de opkomst van de Verenigde Staten, die eind 19e, begin 20e eeuw het machtigste land ter wereld werden, want wereldleider op economisch en politiek vlak. Eeuwenlang is de rest van de wereld het schouwtoneel geweest voor de ambities en interesses van de grootmachten uit het Westen.

De groei van China, samen met de opkomst van India en het groeiende gewicht van Japan, vertegenwoordigt nu de derde grote verschuiving in de wereldmacht. Grootmachten worden dan ook niet elke dag geboren. Het huidige lijstje – de VS, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Duitsland, Rusland – is eigenlijk al twee eeuwen ongewijzigd. De komst van een nieuwe macht veroorzaakt doorgaans spanning en beroering, omdat de nieuwkomer zich ergens in de gevestigde orde tracht in te passen. Denk maar aan de komst van Duitsland en Japan bij het begin van vorige eeuw, of de ondergang van het Ottomaanse rijk in dezelfde periode, dat het huidige Midden-Oosten deed ontstaan.

Een conflict tussen grootmachten is iets wat we sinds de Koude Oorlog niet meer gezien hebben. Maar als het ervan zou komen, zou dat alles waar we nu van wakker liggen – terrorisme, Noord-Korea, Iran – doen verbleken. Het zou een wapenwedloop, grensconflicten, en misschien nog veel meer ontketenen. Zelfs zonder zo’n rampscenario bemoeilijkt China de internationale politiek. Neem de relaties tussen de VS en Europa. Irak was een tijdelijk probleem, maar een verschillende houding ten opzichte van de opkomst van China zou voor permanente spanningen zorgen in het westerse bondgenootschap. In ieder geval vormt China onvermijdelijk een grote uitdaging voor de VS. Als de leidende wereldmacht wordt uitgedaagd door een opkomende tweede, geeft dat historisch gezien meestal een moeilijke verhouding. Hoewel geen van beide het publiekelijk zal toegeven, maken ze zich daar zorgen over. Ze bereiden zich voor op problemen. Hoe beide partijen daarmee omgaan, zal hun toekomstige relaties bepalen, en het behoud van de wereldvrede.

© Newsweek

Fareed Zakaria is een Amerikaanse auteur en politiek analist.

Copyright Newsweek

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content