Jan Braet
Jan Braet Jan Braet is redacteur cultuur bij Knack.

Oude meesters uit Vlaanderen en Venetië verenigd in Bozar.

Ze hebben niet veel nodig, in het Paleis voor Schone Kunsten, om hun fraaie Hortazalen het jaar door vol te hangen met kunstwerken van grote en kleinere meesters. Uit eigen collectie putten kunnen ze niet, want ze hebben er geen. Paul Dujardin en zijn Bozarteam liggen de klok rond op de loer om de minste gelegenheid, financieringsbron of kapstok aan te grijpen. Een echte lijn, zoals de Vereniging voor Tentoonstellingen in het PSK vroeger uitstippelde – exposities met klassieke hoogtepunten naast de cutting edge van de actuele kunst – is er niet. In de plaats werd het aantal tentoonstellingen aanzienlijk opgedreven. Een zeker gebrek aan coherentie valt dan wel eens te bespeuren – tussen de getoonde werken, het verband met de catalogusteksten, de teksten onderling. Dat euvel, al is het soms maar klein, wordt tegenwoordig beter gecamoufleerd door een onberispelijke scenografie.

Dit keer, met de expo Venetian and Flemish Masters, tekende de Antwerpse architect Jan Thomaes een intiem, gevarieerd parcours dat de inhoudelijke breuklijnen zo onopvallend mogelijk verstopt. Misschien wel honderd Venetiaanse en Vlaamse schilderijen uit de vijftiende tot de achttiende eeuw onder één hoed vangen, laten dialogeren zelfs, vergt een groot associatief vermogen. Het onderwerp vergemakkelijkte de zaken niet. Het uitgangspunt was immers niet zozeer het resultaat van een vergelijkende wetenschappelijke studie tussen de kunst van beide Europese regio’s. Het was eerder de accidentele beschikbaarheid van de collecties uit twee gereputeerde musea. Zowel de Accademia Carrara uit Bergamo als het Antwerpse Museum voor Schone Kunsten zijn voor onbepaalde tijd dicht wegens restauratie.

Gelukkig zijn er voldoende fantastische convergenties tussen Vlaamse en Venetiaanse kunst om mee te werken. De grote colorist en portrettist Giovanni Bellini uitspelen tegen Van der Weyden, van wie hij de dramatisering van de emoties leerde: wat een feest. Daar en passant twee bloedstollende sculpturen in betrekken van Berlinde De Bruyckere (almaar klassieker van idioom): grensoverstijgend mooi. Laten zien hoe Titiaan conventies van tekening, massa en volumeopbouw, verfopbreng en kleur schaamteloos oversteeg; hoe hij door iedereen, Rubens in de eerste plaats, nagevolgd werd, zonder op zijn eigen terrein te worden overtroffen: weergaloos. Tot diep in de achttiende eeuw, toen de ster van de open handelstad aan de lagune danig taande, en zelfs Vlamingen er geen inspiratie meer opdeden, straalde de Venetiaanse kunst in de stadsgezichten van Canaletto en Guardi, in de vermoeide sociale maskerades van de burgerij, geparodieerd door Pietro Longhi. Een schitterend alibi voor Bozar om schoonheidszoekers in zijn tent te lokken.

Jan Braet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content