De auteur werkt als journaliste in Israël.

Negen jaar geleden werd de toenmalige Israëlische premier Yitzhak Rabin door de ultrarechtse student Yigal Amir vermoord. Toch lijkt er in Israël nog niets veranderd. Rabbijnen verklaren de dood aan hun premier Ariel Sharon en bevelen de Israëlische soldaten de ontmanteling van de joodse nederzettingen in de Gazastrook niet uit te voeren. Rechtse politici en joodse kolonisten reageren woedend op het ontruimingsplan. Zij willen de settlements niet evacueren, ook al werd die actie vorige week – met de hakken over de sloot – door het parlement geaccepteerd.

Er heerst dezelfde sfeer van haat en wraak, die Amir negen jaar geleden de laatste duw in de rug gaf om zijn daad uit te voeren. De Israëlische kranten beweren dat hun premier gevaar loopt.

Vanuit zijn eigen Likoedpartij krijgt Sharon ook al geen steun. In een haastig opgezet partijreferendum, dat de stemming over het ontruimingsplan in het parlement voorafging, leed hij een serieuze nederlaag. Meer dan de helft van de partijleden kwam niet opdagen en de zeer gemotiveerde minderheid stemde het idee weg. Bovendien dreigen vier ministers, onder leiding van Benjamin Netanyahu, met ontslag als Sharon geen referendum houdt over de evacuatie van de kolonies. De premier weigert echter.

Door al die politieke intriges en speculaties raakt de essentie van het ontruimingsplan vergeten. Dov Weisglass, juridisch adviseur en persoonlijke vriend van Sharon, stelt dat Israël het project van de Palestijnse staat en al wat daarmee verbonden is, voor een onbepaalde tijd van de regeringsagenda wil schrappen. De opoffering van een tiental joodse nederzettingen moet het bestaan van de meerderheid van de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever – zo’n 200.000 man – voor een lange tijd veilig stellen.

Israël schenkt de Gazastrook aan de Palestijnen, om de veel grotere Westelijke Jordaanoever te behouden. Volgens Weisglass gebeurt ‘dat alles met de Amerikaanse presidentiële zegen en een ratificatie door het Congres’. Maar van de Palestijnen mag Sharon zijn geschenken houden. De Gazastrook wordt ontruimd, maar het gebied blijft te land, ter zee en in de lucht bewaakt en begrensd door Israël.

Het lijkt trouwens alsof het Midden-Oosten steeds verder van een vredesproces verwijderd raakt. Sinds de aanvaarding van het ontruimingsplan zijn er al 165 Palestijnen gedood, het hoogste aantal sinds de militaire acties in Jenin – Operatie Regenboog – in april 2002. Daarop wordt gereageerd met nieuwe aanslagen. In die sfeer is het plan slechts een schertsvertoning. De grootste paljassen lijken de linkse partijen en ook de internationale staatshoofden – vooral Israëls grootste bondgenoot George W. Bush – die Sharons idee als een serieuze vredespoging zagen.

Yoram Ben-Zeev, de directeur van het departement Noord-Amerika van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken, gelooft echter dat er verandering op komst is. Tijdens zijn tweede ambtstermijn moet Bush een hardere lijn volgen. Hij zal streven naar een normalisatie van de situatie in Irak en een verbetering van zijn imago in de Arabische wereld. In dat scenario past geen laisser- fairehouding tegenover Israël.

Sharon lijkt niet erg onder de indruk van al die speculaties. Hij gaat intussen door met de praktische uitwerking van zijn plan; het wetsvoorstel tot evacuatie en compensatie van de Gazastrook wordt momenteel in de Knesset behandeld.

Simonne Korkus

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content