De hoge olieprijs kost welvaart. Maar niet iedereen maakt verlies.

De olieprijs blijft pieken. Eén vat (159 liter) kost ongeveer 50 dollar, een rem op de wereldeconomie. In de eurozone krimpt de economische groei met een half procent. De inflatie stijgt. De overheid int weliswaar meer belastingen – op de olie – maar verliest inkomsten door de vertraagde economische groei. De koopkracht van de gezinnen daalt. Ook de aandelenbeurzen lijden onder de hoge olieprijs, door bedrijfswinsten die onder druk komen te staan en het slinkende vertrouwen van de consument.

De grote vraag naar olie stuwt de prijs omhoog. Op de wereldmarkt blijkt altijd wel een reden voorhanden om aan voldoende bevoorrading te twijfelen. Zo luidt dat het nakende faillissement van Ruslands grootste olieproducent Joekos een ramp is. Verzwakt dat argument, dan wordt gewezen op de orkaan Ivan, die in de Golf van Mexico boorplatformen kelderde. Irak blijft een permanente zorg, als gevolg van de aanslagen op olie-installaties. Zelfs sociale conflicten in de oliewinning, zoals in Nigeria en Noorwegen, exciteren de oliemarkt.

Saudi-Arabië, de grootste olieproducent ter wereld, gelooft er niets van. Volgens de Olieminister engageert zijn land zich samen met Koeweit en de Verenigde Arabische Emiraten om de olieproductie te verhogen en zo aan de stijgende vraag te beantwoorden. In de kringen van de Organisatie van Olie-exporterende Landen (OPEC) wordt graag verwezen naar andere marktverstorende elementen dan de productiemoeilijkheden. Naar speculanten en oliemaatschappijen.

Als de overheden, de ondernemingen en de gezinnen door de dure olie verlies lijden, zijn er anderen die winnen. De olieproducerende landen? Helemaal niet, afgezien van de inkomsten uit een verhoogde productie. Er zijn daarentegen wel gehaaide speculanten, die hun kassen spekken met een door hen opgefokte oliecrisis. Zo watertanden de hefboomfondsen, gerespecteerde beleggingsgiganten, van speculatieve oliefutures, omdat ze een tekort verwachten op de energiemarkt. Ze kopen vandaag op termijn olie tegen een bepaalde prijs, in de overtuiging dat ze die future later kunnen verkopen tegen een hogere olieprijs. De olie zelf interesseert hen helemaal niet.

Intussen weet niemand wat met de energie in de wereld staat te gebeuren. Sommige analisten denken aan rampscenario’s, waarin de prijs van een vat olie tegen het einde van het jaar oploopt tot 60, zelfs 70 dollar.

Guido Despiegelaere

De speculanten zijn niet in olie geïnteresseerd.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content