Walter Pauli

Op 11 juli tekent Elio Di Rupo een uitvoervergunning voor nucleair materiaal naar Pakistan. Op 16 juli schort Olivier Deleuze die op.

Als één politicus weet hoe zich van de media te bedienen, dan Olivier Deleuze, de nieuwe staatssecretaris voor Energie. Hij leerde de knepen van het vak bij Greenpeace, de organisatie met het motto: “Wat je denkt en doet telt als de wereld dat weet”. Deleuze knoopte het in zijn oren. In ’95 komt hij in de Kamer voor Ecolo. In de Bendecommissie-bis valt hij op als een wakker lid. Bij de regeringsvorming zorgt hij voor de spectaculairste passage in het regeerakkoord – de afbouw van de kernenergie – en wordt nadien staatssecretaris voor Energie. En terwijl de paarse regering nog naar adem hapt na de verschroeiende dioxinestart, stookt hij het eerste politieke vuurtje. Door zich onverwachts te profileren op non-proliferatie.

Vrijdag publiceerde Le Soir een nota van Deleuze bedoeld voor de ministerraad (Deleuze, zonder verpinken: “Ik was compleet verrast”). Daarin ook het nieuws dat de staatssecretaris een vergunning van Elio Di Rupo opschort voor de uitvoer van nucleair materiaal naar Pakistan. Deleuze zal de zaak aankaarten op de eerste ministerraad na de vakantie, op 3 september. Dan zullen de paarse ministers moeten uitmaken of ze hun groene collega volgen in zijn demarche. Politiek vertaald: geeft de Parti Socialiste de coherentie van paars voorrang op de eer van Di Rupo? Laat de PS dus meteen toe dat Deleuze heeft “gescoord”?

Deleuzes dossier is sterk. Uit geopolitiek oogpunt slaat hij de spijker op de kop. Pakistan heeft het internationale non-proliferatieverdrag (tegen een verdere verspreiding van kernwapens) nooit ondertekend. De oude grensoorlog met India laaide onlangs weer op en daarbij rollen de twee landen met de nucleaire spierballen. Grootste terughoudendheid in de export is dus geboden.

MODELLAND IRAK

Het is trouwens geen zwaar economisch dossier. De betrokken firma, Alstom Systems and Services (voorheen Cegelec-Acec), verliest een order van 60 miljoen frank op een omzetcijfer van 1,3 miljard. Het is tekenend dat algemeen directeur Claude Giot het (zwakke) argument uitspeelt “dat dit verbod onze relaties met de Pakistaanse producent Kanupp zou kunnen hypothekeren”. Geen woord over verloren jobs, laat staan een faillissement.

Tenslotte voelt ook de hele Wetstraat met de ellebogen aan dat deze export eigenlijk niet kan, ook al slooft Alstom zich uit om te relativeren dat het alleen gaat “om een noodzakelijke modernisering van een puur civiele kerncentrale van 25 jaar oud”. Die overweging deed Elio Di Rupo in ’97 zwichten om voor één jaar een vergunning te geven. De levering loopt echter vertraging op en Alstom vraagt dus een verlenging aan. Jean-Paul Poncelet (PSC), de nieuwe verantwoordelijke voor energie, twijfelt echter. Hij legt het dossier voor aan de voltallige regering. “En daar is nog heel wat over gediscussieerd, zonder een consensus te bereiken. Het was een moeilijk dossier”, herinnert voormalig minister van Buitenlandse Zaken Eric Derycke (SP) zich nog. “Laten we zeggen dat veel Franstaligen eerder voor waren, maar dat de algemene regeringspolitiek inzake mogelijke wapenleveringen zeer terughoudend was. En ik heb deze zaak zeker niet bespoedigd.”

Poncelet gaat zijn licht opsteken bij het Internationaal Atoom Agentschap (IAA), en dat adviseert positief. Johan Peleman, directeur van het vredescentrum Ipis: “Het IAA is helemaal niet bevoegd voor mogelijke militaire toepassingen van kernenergie. Het onderzoekt alleen of het land in kwestie in orde is met alle burgerlijke procedures. Dat is het geval met Pakistan. Maar veel belang heeft dat niet. Irak was destijds een modellid van het IAA.”

De regering is intussen aftredend. Poncelet informeert Di Rupo toch over het IAA-advies, en die heeft meteen een argument om opnieuw te tekenen. Hij doet dat op 11 juli, bijna een maand ná de verkiezingen. Op 13 juli treedt de regering- Verhofstadt aan, en op 16 juli heeft Deleuze die vergunning alweer opgeschort. Volgens Le Soir was dat “op aandringen van de Amerikaanse autoriteiten”. Een gewezen Greenpeace-voorman aan het handje van de VS? “Nee”, repliceert Deleuze, “ik had nooit persoonlijk contact met de Amerikanen. Vier landen hebben officieel geprotesteerd: Zweden, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en ook de VS. Daarop heb ik gereageerd.”

En de regering zal wel volgen. Rudy Demotte, de nieuwe PS-minister van Economie, heeft al laten weten dat hij “niet inziet waarom de regering zich niet achter Deleuze kan scharen”. Olivier Deleuze: “Ik heb dat ook gelezen. Dat is fijn.”

Walter Pauli

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content