“Informatie over de omringende wereld behoort tot de Rechten van het Kind. Wij pleiten dus voor een jeugdjournaal zoals dat in Nederland al jaren bestaat.” Dat is de mening van René Mercken, secretaris van de Jonge Gezinnen-actie van de Bond voor Grote en Jonge Gezinnen.

JA

René Mercken

“Kinderen hebben evenveel recht als volwassenen om geïnformeerd te worden over wat er in de wereld gebeurt. Een programma voor kinderen door kinderen loopt het gevaar hen af te zonderen op een eigen kindereilandje.

Als de – toch internationaal – erkende Verklaring van de Rechten van het Kind zegt dat kinderen mogen en moeten meepraten, dan moeten ze daartoe ook de nodige informatie hebben. Niemand kan meepraten als hij niet geïnformeerd is. Dat geldt voor volwassenen, dat geldt des te meer voor kinderen. Hoe worden die bijvoorbeeld geïnformeerd over wat in hun gemeente gebeurt? In hun land? In de wereld? Ze kijken wel naar het tv-journaal, ze krijgen daarbij ook duiding van hun ouders. Maar een journaal speciaal voor hen betekent informatie op hun maat: kindvriendelijk, maar niet betuttelend.

Daarom zijn we voorstander van een jeugdjournaal zoals dat in Nederland al jaren bestaat en volgens een studie van enkele jaren geleden het op twee na best bekeken jeugdprogramma was. Dat daar laaggeschoolde volwassenen naar keken en kijken, is geen argument tégen een jeugdjournaal. Het bevestigt alleen maar dat een jeugdjournaal een echt informatief programma is. Alleen wordt daarbij geen of weinig voorkennis verondersteld, er wordt een eenvoudige taal gebruikt en de gebeurtenissen worden goed gesitueerd. Dat de beelden die daarbij getoond worden, gewelddadig zijn, is dan geen bezwaar. Zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar en kinderen moeten dat ook weten. Trouwens, in tekenfilms en jeugdfeuilletons zit ook veel geweld en dat komt zonder duiding op de kinderen af.

Wat wij niet begrijpen, is dat men wel kinderen naar Internet lokt waar niemand de informatie duidt en selecteert, terwijl de VRT hen de kans niet geeft zich objectief te informeren. De VRT verschuilt zich daarbij achter de kostprijs, maar ik kan me moeilijk voorstellen dat een echt jeugdjournaal duurder zou uitvallen dan alle aparte opnames die nu in het programma Mijn gedacht! zitten.

En wat kijkcijfers betreft: de openbare omroep moet eindelijk maar eens beslissen of kijkcijfers dan wel kwaliteit de doorslag geven.”

NEE

Reinhilde Weyns

De VRT is uiteraard voorstander van informatie voor kinderen, zegt Reinhilde Weyns, woordvoerdster televisie. “De discussie gaat enkel over de vorm: een in kindertaal vertaald journaal of een informatief programma zoals ‘Mijn gedacht!’ dat onze doelgroep bereikt én boeit.”

“De beheersovereenkomst tussen de VRT en de Vlaamse overheid voorziet een informatief programma of het equivalent daarvan voor jongeren.

Daarbij speelt, dat is de aard van het medium, de vorm een grote rol. Als we onze doelgroep – die loopt tot twaalf jaar – niet bereiken, dan staan we nergens. Het gaat daarbij niet om wat wij als volwassenen informatie vinden, maar in de eerste plaats om wat jongeren aanspreekt om te kijken.

Uit onderzoek bleek dat jongeren en kinderen met hun ouders naar het journaal luisteren en kijken en dat de ouders daarbij als begeleider optreden. Het zijn in de eerste plaats de ouders die de opvoeding ook op dat punt opnemen. Dat soort sharing-programma is belangrijk, ook voor kinderen. Die willen niet onderschat worden en zitten blijkbaar niet te wachten op een speciaal in kindertaal vertaald journaal, zoals bijvoorbeeld het jeugdjournaal op de Nederlandse televisie.

Een tweede punt was dat informatie – dat is onze opdracht – door kinderen anders gedefinieerd wordt. Voor volwassenen betekent dat inderdaad de grote dagelijkse actualiteit. Het bleek dat kinderen dat woord anders definiëren: voor hen is informatie wat hun interesse in hun leefwereld wekt. Dat zijn niet de items uit het grote journaal, dat ze trouwens mét hun ouders bekijken, wel tijds- en seizoensgebonden onderwerpen waarover ze de mening van andere kinderen willen weten.

Het is dan ook het uitgebreide netwerk van kinderen dat ons de onderwerpen leveren. Door in te spelen op wat van de kinderen uitgaat, door hen ernstig te nemen in hun vraag naar informatie over wat hen aangaat, vervullen we de opdracht van de overheid wel.

Het gaat dus wel degelijk om de vorm: wij kozen om de kinderen zelf aan het woord te laten. De kinderen die kijken, reageren ook en steken er iets van op. Ze ventileren hun eigen mening, gaan wel of niet akkoord met wat de andere kinderen zeggen. Het is nog altijd niet evident dat kinderen hun mening durven zeggen tegenover de groep of tegen vrienden. Maar het is wel erg belangrijk. Mijn gedacht helpt daarbij.”

Opgetekend door Misjoe Verleyen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content