EEN GEVAL VAN GRONDWETSONTDUIKING

De ingreep op artikel 195 is van dezelfde orde als de manier waarop onder Tindemans (foto) werd getracht het Egmontpact door het parlement te jagen. © IMAGE GLOBE
Rik Van Cauwelaert
Rik Van Cauwelaert Rik Van Cauwelaert is directeur van Knack.

Grondwetsartikel 187 is heel duidelijk: ‘De Grondwet kan noch geheel noch ten dele worden geschorst.’ Toch wil Elio Di Rupo met z’n regering grondwetsartikel 195, dat de herziening van de Grondwet regelt, tijdelijk buiten werking stellen. Een constitutionele evenwichtsoefening, zonder vangnet.

Midden februari dienden acht Kamerleden van de meerderheid en van de groene partijen een voorstel in ’tot herziening van artikel 195 van de Grondwet’. Intussen heeft de Kamercommissie Grondwet de wijziging aan dit artikel, een van de sluitstukken in de Belgische Grondwet, goedgekeurd.

Dat artikel 195 luidt als volgt: ‘De federale wetgevende macht heeft het recht te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van zodanige grondwettelijke bepaling als zij aanwijst.

Na deze verklaring zijn beide Kamers van rechtswege ontbonden. Twee nieuwe Kamers worden overeenkomstig artikel 46 bijeengeroepen.

Deze Kamers beslissen, in overeenstemming met de Koning, over de punten die aan herziening zijn onderworpen.

In dit geval mogen de Kamers niet beraadslagen, wanneer niet ten minste twee derden van de leden, waaruit elke Kamer bestaat, aanwezig zijn; en een verandering is alleen dan aangenomen, indien zij ten minste twee derden van de stemmen heeft verkregen.’

Wat blijkt nu? Artikel 195 zelf was voor herziening vatbaar verklaard. Maar niet een aantal artikelen die onderdeel zijn van de staatshervorming die de federale regering in haar orderboek heeft staan.

De oplossing voor dat probleem kwam van de Duits-Belgische professor Christian Behrendt, een grondwetspecialist van de Luikse universiteit. Hij opperde om artikel 195 tijdelijk buiten werking te stellen en van de gelegenheid gebruik te maken om de artikelen die niet mochten worden herzien toch te wijzigen.

En hier wordt een oud constitutioneel principe overboord gegooid. Namelijk dat de kiezer van tevoren, dus voor de verkiezingen, hoort te weten welke artikelen zullen worden herzien. En dat is nu niet het geval.

Bovendien is de ingreep in flagrante tegenspraak met artikel 187, dat letterlijk zegt: ‘De Grondwet kan noch geheel noch ten dele worden geschorst.’ En dit is nu net wat de indieners van het wetsvoorstel tot herziening van artikel 195 beogen. Dat is ze bij de N-VA niet ontgaan, want de partij legt de zaak voor aan de mensenrechtencommissie van de Raad van Europa.

Grondwetspecialisten zijn niet opgetogen met het gemorrel aan artikel 195. Robert Senelle, ouderdomsdeken onder de grondwetspecialisten, noemde in zusterblad Le Vif het buiten werking stellen van artikel 195 een verkrachting van de Grondwet en een constitutionele afbraak die het einde van het land zal bespoedigen.

Zelfs aan Franstalige kant merkten constitutionalisten op dat dit wel eens een slechte gewoonte zou kunnen worden. Professor Marc Verdussen van de UCL sprak van ‘grondwettelijk knutselwerk’. De Franstalige politicoloog Vincent Coorebyter vreest dat elke inbreuk op de Grondwet de volgende inbreuk banaliseert. En dat in een land waar de grondwettelijke gevoeligheden al niet bijster groot zijn.

En die gevoeligheid neemt nog verder af, beweerde politicoloog Dave Sinardet – nochtans een voorstander van deze coalitie – in een vrije tribune in De Morgen. Daarin had Sinardet het over ‘de truc met artikel 195’, die geen partijpolitieke kwestie is, maar ‘een uiting van een politieke cultuur die het helaas niet altijd zo nauw neemt met de grondwet’.

Dat laatste is geen kleine beschuldiging, maar ze is niet onterecht. Deze generatie deed al eens aan grondwetsontduiking, door ondanks de bezwaren van het Grondwettelijk Hof tegen de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde toch federale verkiezingen te organiseren.

De bekende advocaat Fernand Keuleneer wist ook niet wat hij las toen hij de tekst van het ontwerp voor het buiten werking stellen van artikel 195 onder ogen nam. Hij produceerde op basis van het voorliggende voorstel prompt, bij wijze van grap, een ontwerp waarbij de persvrijheid tijdelijk werd geschorst. ‘Ofwel is hier een troep circusjuristen aan de slag, ofwel is dit de voorbode van een Nieuwe Orde’, was zijn conclusie.

In een recent gesprek met De Juristenkrant toonde ook de Leuvense professor André Alen zich terughoudend. ‘Je kunt dit slechts één keer doen. (…) Als er echte keuzes moeten worden gemaakt, er een echt belangrijke en diepgaande hervorming in de steigers staat, moet je de kiezers vooraf raadplegen.’

In dit geval zou een raadpleging van de kiezers alvast duidelijkheid kunnen verschaffen over wat de regering met de tijdelijke schorsing van artikel 195 wil bereiken. Want er zijn, zeker voor de Vlaamse partijen en voor de Vlaamse Gemeenschap, voldoende redenen om attent te blijven.

In het mistig gestelde voorstel van de meerderheid wordt aangestuurd op de gelijktijdigheid van federale, Europese en regionale verkiezingen. Wat verder gaat het over de toevoeging van een bepaling dat ‘voor de verkiezingen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers de wet voorziet in bijzondere modaliteiten om de rechtmatige belangen van de Nederlandstaligen en de Franstaligen in de vroegere provincie Brabant te vrijwaren, en dat de regels tot vaststelling van die bijzondere modaliteiten slechts kunnen gewijzigd worden bij een wet die is aangenomen met de meerderheid bedoeld in artikel 4, laatste lid’.

Wat hier wordt bedoeld met de rechtmatige belangen van de Nederlandstaligen in de vroegere provincie Brabant is niet erg duidelijk. Tenzij de regering – maar dat zou nieuws zijn – ervoor wil zorgen dat de Nederlandstaligen in Waals-Brabant voortaan een beroep kunnen doen op de rechten die Franstaligen in Vlaams-Brabant genieten.

Het is in elk geval duidelijk de intentie de rechten van de Franstaligen nog eens bijkomend, nu in de Grondwet, te vergrendelen.

Zo worden in het ingediende voorstel, vreemd genoeg, ook culturele bevoegdheden toegekend aan het Brussels Gewest. Welke die zijn, is alweer niet duidelijk. Maar in Brusselse kringen wordt nu al gepraat over een mogelijke overheveling – met bijbehorende middelen – van instellingen als het Paleis voor Schone Kunsten, de Munt en de federale musea naar het Brussels Gewest. Wat onder het Vlaamse personeel alvast voor grote onrust zorgt.

Sommige, vooral Franstalige, grondwetspecialisten – zoals Marc Uyttendaele, echtgenoot van vicepremier Laurette Onkelinx – pleiten voor een aanpassing van de grondwet aan de nieuwe tijden en willen liefst artikel 195 meteen geschrapt zien.

Blijft de vraag of dat nodig is. In Duitsland nemen ze, in tegenstelling tot bij ons, de Grondwet en het Grondwettelijk Hof heel ernstig. Sommigen houden vol dat precies die scrupuleuze omgang met de Grondwet de Duitse traditionele partijen overeind heeft gehouden, ondanks de aanvallen van zogenaamde populistische partijen. Dat én de herinnering aan Weimar en aan wat er gebeurt wanneer de Grondwet bij uitzondering buiten werking wordt gesteld.

Deze ingreep op artikel 195 is van dezelfde orde als de manier waarop destijds werd getracht het Egmontpact door het parlement te jagen. Ook toen ging het om artikel 195. Grote delen van het Egmontpact werden immers door de Raad van State afgeschoten. Maar volgens de Waalse regionalist François Perin, in een gesprek met Le Soir, hoefde men aan die ongrondwettigheid niet te zwaar te tillen. Ook PS-voorzitter André Cools wilde niet wijken voor de Raad van State en eiste van premier Leo Tindemans dat hij over de bezwaren van de Raad heen stapte.

Na een regelrechte, nogal beledigende aanval van Cools repliceerde Tindemans op 11 oktober 1978 in de Kamer van Volksvertegenwoordigers: ‘U hebt als taak de Grondwet te interpreteren. Zo wil het de traditie in ons land. Laat u dat prerogatief niet ontnemen. Laat het parlement niet ontkrachten tot een puur ornament, zoals in de totalitaire regimes.’

Waarna Tindemans naar de koning vertrok om hem het ontslag van de regering aan te bieden.

Als het ontwerp, dat in februari op bevel van de regering werd ingediend, om artikel 195 tijdelijk buiten werking te stellen wordt goedgekeurd, dan is dat een nieuwe stap in de richting van de uitschakeling van het parlement.

Rik Van Cauwelaert

Professor Marc Verdussen (UCL): ‘Grondwettelijk knutselwerk.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content