Om haar overwinning te verzilveren, moet de N-VA proberen om coalities te smeden met CD&V. Bij de christendemocraten zal dan ook de christelijke werknemersbeweging een stevig woordje meepraten. Aan de vooravond van Rerum Novarum legt ACW-voorzitter Patrick Develtere uit waarom hij zeer waakzaam en bezorgd is. ‘Sommige N-VA’ers braken gewoon om het even wat uit over werklozen en steuntrekkers.’

Toen Patrick Develtere (1961) in 2010 voorzitter werd van het ACW, de koepel van de christelijke werknemersbeweging, had hij niet het flauwste idee van de stormen die hem en zijn organisatie te wachten stonden. In de nasleep van de Dexia-affaire ging ook Arco, de financiële tak van het ACW, mee onderuit. Arco werd in vereffening gesteld, en vervolgens was er misbaar over de wettelijke garantieregeling voor de Arco-coöperanten. Vooral N-VA-Kamerlid Peter Dedecker was snoeihard in zijn kritiek op het ACW, dat hij zonder meer beschuldigde van fraude.

Afgelopen weekend was de N-VA de grote winnaar van de federale verkiezingen. N-VA-voorzitter Bart De Wever is met CD&V al eerste verkennende gesprekken gestart voor een nieuwe coalitie. CD&V is nochtans de partij waarmee het ACW politiek gelieerd is. Het ACW moet dus met ‘de vijand aan tafel’?

PATRICKDEVELTERE: Ik ben waakzaam. De N-VA heeft in de campagne toch zorgwekkende uitspraken gedaan. Wat Jan Jambon zei over leefloners, die eerst hun eigen spaarcenten moeten aanspreken of eventueel hun woning verkopen: dat was geen lapsus, dat zit bij hen echt top of mind. Wat ze over werklozen zeggen, zijn doordachte uitspraken. Het is niet zomaar een verhaal dat de N-VA heeft bedacht om kiezers binnen te halen. Het is een programma, een ideeëngoed.

De N-VA en CD&V zullen het tijdens de onderhandelingen eens moeten worden over wat uit de verschillende verkiezingsprogramma’s voor elke coalitiepartner aanvaardbaar is en wat niet. Vooral het N-VA-programma bevat een aantal ‘scherpe’ keuzes. Neem het sociaal overleg op nationaal niveau: de N-VA wil dat afschaffen.

DEVELTERE: Dat voorstel is zelfs geen basis van gesprek. Het is gewoon een slecht idee. Het is niet aan de overheid om de sociale partners te verbieden met elkaar te praten. Ons overlegmodel zit goed in elkaar. Als je daar één element uit haalt, dan haal je het hele model onderuit. Als je stopt met dat ‘interprofessionele’ sociaal overleg, breng je schade toe aan dat model, dan doe je aan sociale zelfverminking. Niet meer of niet minder.

Dat is dus onaanvaardbaar.

DEVELTERE: (beslist) Was ik niet duidelijk genoeg?

Als het van de N-VA afhangt, zullen vakbonden geen werkloosheidsvergoedingen meer mogen uitbetalen. En als het derdebetalerssysteem wordt veralgemeend in de ziekteverzekering worden ziekenfondsen overbodig voor de uitbetalingen.

DEVELTERE: Als men dat doet, kiest men ofwel voor de markt, ofwel voor de staat om de ziekteverzekering over te nemen van het middenveld. En geen van beide is een goede optie. Privatisering is niet te verzoenen met het objectief om iedereen te bereiken. En als de staat het doet, lopen we het risico dat er een pak meer sociale fraude zal voorkomen. Op dit moment is het systeem van de gezondheidszorg fraudearm.

De N-VA eist ook de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Langdurige werklozen moeten naar het OCMW.

DEVELTERE: Dat is alweer een zeer slecht idee, omdat je zo de armoede organiseert. Mensen kiezen niet voor werkloosheid. De werklozen zijn niet het probleem, maar de werkloosheid.

ACV-voorzitter Marc Leemans haalde zwaar uit naar N-VA-kopstuk Siegfried Bracke, omdat die over werklozen ‘onzin uitbraakt’, aldus Leemans.

DEVELTERE: We moeten inderdaad opletten met de manier waarop we over mensen praten.

Tikt u nu Marc Leemans op de vingers?

DEVELTERE: Nee, Marc had gelijk: sommige N-VA’ers braken gewoon om het even wat uit over werklozen en steuntrekkers. Hij wilde gewoon waarschuwen over de veel te harde taal die de N-VA tijdens de campagne durfde te gebruiken. We mogen de manier waarop we over elkaar praten niet perverteren. Het licht staat op rood wat dat betreft. We moeten opnieuw naar een harmonieuze samenleving, met respect voor elkaar. Twee keer nadenken voor we iets zeggen, onze tong twee keer ronddraaien, zoals mijn moeder mij altijd heeft aangeraden.

De N-VA is geen vriend van het ACW, maar de partij van Bart De Wever is wel de grote winnaar van de verkiezingen.

DEVELTERE: Ik was al niet zo gelukkig met het verloop van de verkiezingscampagne. Er is vooral veel lawaai geproduceerd. Politici praatten naast elkaar. Hopelijk nemen de partijen nu meer tijd om naar elkaar te luisteren. Maar evident zal dat niet zijn. Een aantal belangrijke punten van het N-VA-programma ligt bij ons zeer moeilijk.

Heeft de N-VA de campagne niet mee naar een inhoudelijker niveau getild? Het ging deze keer tenminste over de grondslagen van ons sociaal-economische model.

DEVELTERE: En waarom zouden we dat model ter discussie stellen? Wij hebben een sterk model, ons land wordt daar internationaal voor geprezen. Er moet aan gewerkt worden, maar het model mogen we niet weggooien. Bij ons zijn economische groei en welzijn, groei en herverdeling aan elkaar gekoppeld. En daarin heeft ook de social profit zijn eigen rol: die instellingen doen wat de markt en de staat niet kunnen oplossen.

Maar wordt ons sociaal model stilaan niet onbetaalbaar, in het licht van de vergrijzing?

DEVELTERE: Dat is het refrein dat continu gezongen wordt, en dat iedereen makkelijk kan onthouden. Maar waarom zou dat model onbetaalbaar moeten worden? De commissie voor de vergrijzing heeft berekend dat we de komende jaren 700 miljoen extra per jaar nodig hebben. Dat is niet onoverkomelijk, dat is een kwestie van maatschappelijke keuzes. Defensie heeft een budget dat groter is dan dat.

Het ACW vindt zulke principiële discussies over onze welvaartsstaat dus maar niks?

DEVELTERE: DeN-VA gelooft dat conflict de motor van verandering is. Dat zit als het ware in haar politieke DNA. Wij zitten helemaal anders in elkaar. Een sociale organisatie als het ACW gaat het conflict niet uit de weg, maar probeert het wel op te lossen. Wij zijn er om tegenstellingen te overbruggen. Wijlen Jean-Luc Dehaene is daar een iconisch voorbeeld van. En we zullen ook nu iemand als hij nodig hebben: een loodgieter die een oplossing moet vinden voor de aartsmoeilijke constellatie die zich aandient. Ik ben vooral bezorgd voor de federale onderhandelingen. En op het federale niveau zitten nog altijd de essentiële hefbomen voor sociaal beleid, zoals de fiscaliteit, de sociale zekerheid.

Dehaene gaf te verstaan dat de regering best doortastender had mogen optreden. Hij zei niet nee tegen een indexsprong. Dat is precies wat de N-VA nu zo snel mogelijk wil doorvoeren.

DEVELTERE: Ja, maar als Bart De Wever zich beroept op Jean-Luc Dehaene zou hij zich ook op diens methode moeten beroepen. Dehaene was een man van overleg, die rond bepaalde thema’s een maatschappelijke consensus tot stand kon brengen. En terwijl de tegenstellingen groot zijn, dringt de tijd. Het is in elk geval absoluut noodzakelijk dat er snel een federale regering komt. Anders komen alle duiveltjes weer uit hun doosjes en zullen de internationale organisaties die vandaag lof hebben voor ons land opnieuw zeer kritisch worden – van het IMF tot de ratingbureaus.

De ratingbureaus hadden nochtans geen probleem met die lange regeringsvorming.

DEVELTERE: De eerste keer misschien niet. Maar als het een tweede keer gebeurt, zal men zien dat het geen accident de parcours was maar een endemisch probleem. En dan moeten we niet komen klagen dat we weinig investeerders hebben in ons land. De regering-Di Rupo heeft voor stabiliteit gezorgd. Die mag een volgende regering niet laten verloren gaan. Mag ik er trouwens op wijzen dat de aftredende federale regeringspartijen niet meteen afgestraft zijn? Dat betekent toch ook dat de bevolking vindt dat er een vrij evenwichtig relancebeleid is gevoerd?

De N-VA is vandaag veruit de grootste partij van Vlaanderen. Wijst haar grote verkiezingsoverwinning er niet op dat er in Vlaanderen sowieso een zekere consensus bestaat over een nieuw sociaal-economisch beleid?

DEVELTERE: Het is niet omdat een partij een stevige electorale basis heeft dat men ook maatschappelijk sterk staat. Dat zijn twee totaal verschillende dingen. Een maatschappelijke basis krijg je door mensen bij het beleid te betrekken, ook als het geen verkiezingen zijn.

Is dat uw uitdaging aan De Wever?

DEVELTERE: Ja. En die van de rest van het middenveld, neem ik aan. Ik vraag me trouwens af of de N-VA al de kans heeft gehad om te leren wat het maatschappelijke middenveld precies is. Ze heeft die traditie niet, afgezien van het Nationaal Zangfeest en de IJzerbedevaart. Ze heeft de waarde van sociale organisaties nog niet echt kunnen leren waarderen.

Wat kan een partij als de N-VA leren van een organisatie als het ACW?

DEVELTERE: Ook de N-VA zal geconfronteerd worden met de vaststelling dat de markt en de staat niet alles kunnen oplossen. Denk aan de problemen in de zorg, aan het suïcidale gedrag, zelfs van kinderen, aan de toenemende armoede, aan de eenzaamheid bij ouderen. Wie zal dat oplossen? Niet de markt, en ook niet de staat. Hopelijk komt de N-VA er ooit achter hoe mooi ons model is.

Nodigt u de N-VA uit voor structureel overleg?

DEVELTERE: Ja. Iedereen is welkom. Maar door bij mij op bezoek te komen, leer je het middenveld niet kennen. Zelfs niet door structureel met het ACW samen te werken. Het is een attitude die een partij zich eigen moet maken. Ik hoop dat de N-VA de capaciteit zal ontwikkelen om dat te doen, zoals de andere partijen dat hebben gedaan.

U houdt niet van de N-VA. Nochtans zat CD&V nog niet zo lang geleden in een kartel met de N-VA. En het ACW steunde dat kartel.

DEVELTERE: Ik heb nooit geloofd dat je het Vlaams-nationalisme in deze versie kunt combineren met de christendemocratie. Ik hou niet van dat wij-zij-denken van de N-VA. Ik ben een internationalist in hart en nieren.

Moet CD&V eigenlijk proberen om een coalitie te smeden met de N-VA?

DEVELTERE: Als zou blijken dat de christendemocraten geen impact hebben op het beleid, dat wij ons zouden laten gijzelen, dan is ons antwoord nee. Maar ik ben verplicht te hopen dat het goed komt.

Wat wordt uw boodschap op Rerum Novarum, donderdag?

DEVELTERE: Dat we ons sociaal model overeind moeten houden. En ik zal natuurlijk al vooruitkijken naar het nieuwe ACW, dat we op 14 juni presenteren.

Het nieuwe ACW? Vanwaar die vernieuwing?

DEVELTERE: Het ACW krijgt inderdaad een totaal nieuwe organisatie, een nieuwe naam en een nieuw project. Het ACW evolueert van koepel naar een open netwerk, dat samenwerking zoekt met andere organisaties.

Trekt u dat door naar de politiek? Blijft CD&V de enige partij met door het ACW gemandateerde politici op de lijsten?

DEVELTERE: Toch wel. Wij behouden integraal de bestaande ACW-congresbesluiten van 2006.

In mensentaal: CD&V blijft dus uw preferentiële partner.

DEVELTERE: Onze nieuwe structuur zal mogelijk ook gevolgen hebben voor onze politieke werking. Momenteel neemt alleen CD&V ACW-mandatarissen op in haar lijsten. Over een aantal jaren zullen we ook de manier evalueren waarop we op het beleid wegen.

SP.A-voorzitter Bruno Tobback kondigde zondagavond al aan dat hij wil werken aan een hergroepering van linkse krachten in Vlaanderen.

DEVELTERE: Ik hoop maar dat hij niet opnieuw met een variant op het Sienjaal afkomt, de oude poging van Maurits Coppieters om socialisten, groenen en ACW’ers samen te brengen. Dat werkt niet. Maar als ‘open netwerk’ kunnen we natuurlijk samenwerken met andere partijen die ons sociale model verdedigen.

Waarom moet het ACW eigenlijk van naam veranderen? Had de oude naam averij opgelopen?

DEVELTERE: Nee, volgens sommige mensen was ACW zelfs een geuzennaam geworden. We hebben de storm doorstaan omdat wij een sterke organisatie zijn.

En u? Hebt u de storm doorstaan? Uw foto stond op de cover van Een zuil van zelfbediening, het boek van N-VA-Kamerlid Peter Dedecker over het ACW, Arco en Dexia.

DEVELTERE: Dat was hoogst onaangenaam. Maar ik hoor in mijn omgeving nogal wat mensen die gechoqueerd waren door dat boek. Peter Dedecker schrijft ergens dat de hele Arco-episode sneu is voor mij, dat ik er niets aan kon doen, dat hij medelijden met mij heeft – en toch staat mijn foto op de cover van zijn boek. Dat is hypocriet.

Deugt het boek inhoudelijk?

DEVELTERE: Nee, het is een verzameling aantijgingen zonder argumenten. Hij schrijft nergens dat er sprake is van fraude, alleen dat dat het geval zou kunnen zijn.

Hij heeft zijn mondelinge beschuldigingen dus afgezwakt in zijn eigen boek?

DEVELTERE: Absoluut.

Waarom? Om zich juridisch in te dekken?

DEVELTERE: Vermoedelijk, en omdat zijn beschuldigingen op niets gebaseerd zijn. Er is tot nu toe nog niets bewezen. Er is alleen maar met modder gegooid, maar níéts is bewezen. Niets, niets, niets.

Nochtans zei zelfs Wouter Beke onlangs in De Morgen: ‘Door de hele coöperatieve structuur te verlaten, heeft het ACW de erfenis die hele generaties hebben opgebouwd in enkele jaren zien verdwijnen. Ik denk wel dat het een les is die ze nooit meer zullen vergeten.’

DEVELTERE: Er zijn twintig jaar geleden inschattingsfouten gemaakt. Het toenmalige ACW-bestuur dacht dat we een grotere schaal nodig hadden, omdat BACOB (een van de voorgangers van Dexia, nvdr. ) anders zou verpieteren tot een kruidenierszaakje. Men dacht dat je moest opgaan in grotere gehelen. Dat was een inschattingsfout. Maar we konden toen niet weten dat het met Dexia zo fout zou gaan. Niemand had dat ingeschat.

Bent u nooit kwaad geweest op uw voorgangers?

DEVELTERE: Nee, dat is karakterieel: ik neem elke ochtend een koude douche en begin dan vrolijk de dag.

Is de Arco-deal niet bedenkelijk? Is het niet onrechtvaardig dat de belastingbetaler moet opdraaien voor een beleggingsproduct?

DEVELTERE: Een coöperatief aandeel wordt beschouwd als een spaarproduct. Juridisch. Dat is in heel Europa zo, en ook in België. Als u het daar niet mee eens bent, dan moet u de wet aanpassen.

Toch hebt u geluk gehad met die deal, die u mede te danken hebt aan toenmalig premier Yves Leterme, die van ACW-strekking is.

DEVELTERE: Daar hebben wij helemaal geen geluk mee gehad. Geen enkele partij kan het zich veroorloven om zo’n garantie te weigeren aan (nadrukkelijk) 800.000 mensen die daar recht op hebben.

N-VA-voorzitter Bart De Wever gaf in interviews te kennen dat zijn partij in het Arco-dossier ‘een geste’ verwacht van het ACW. U moet een deel van de som voor de Arco-participanten zélf neertellen. Hoeveel precies, daarover wil De Wever tijdens de coalitiegesprekken best praten. Maar niet over het principe.

DEVELTERE: Het ACW is vandaag een bedrijf in herstructurering. Ik weet niet wat we nog meer kunnen doen. We hebben al gigantische inspanningen gedaan, we hebben al veel verloren, ik zie niet in wat we nog meer kunnen doen.

Gelooft u dat Bart De Wever er deze keer in zal slagen om een federale regering te vormen?

DEVELTERE: Ik geef Bart De Wever het voordeel van de twijfel. Dat moet je altijd doen.

Omdat u een christen bent?

DEVELTERE: U lacht daarmee, maar ja: dat heeft wellicht te maken met mijn christelijke overtuiging.

Maar denkt u diep vanbinnen niet dat het nooit zal lukken?

DEVELTERE: Het moet.

Een voortzetting van de regering-Di Rupo is ook mogelijk. Verkiest u die optie niet?

DEVELTERE: Het is niet aan ons om de coalitie te smeden. Bij ons gaat het om de kwaliteit van het beleid.

DOOR WALTER PAULI EN JOËL DE CEULAER

‘Als je stopt met “interprofessioneel” sociaal overleg, dan doe je aan sociale zelfverminking. Niet meer of niet minder.’

Wie België wil behouden, kan N-VA federaal niet negeren. Rik Torfs, rector KU Leuven.

Aan mijn twittergenoten die zouden willen dat ik verhuis : heeft N-VA een meerderheid gehaald? Is mij iets ontsnapt?Daniel Termont (SP.A), burgemeester van Gent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content