Van de eerstejaars die zich voor het eerst inschrijven voor een universitaire studie haalt bijna de helft het zonder te bissen.

DE STAP van het secundair naar het hoger onderwijs blijft voor veel studenten bijzonder groot. Sommigen blijven gewoon hun oude manier van werken toepassen. Ze leren elke dag hun les, zijn verbaasd dat ze geen huistaken meekrijgen en stellen plots vast dat hun werkwijze geen succes meer garandeert. Anderen kunnen de grotere vrijheid niet aan en stapelen het werk op tot het onoverzichtelijk wordt. De meesten werken wel, maar op de verkeerde manier. Studiebegeleiding blijkt een noodzaak.

Nu de hogescholen meer financiële autonomie krijgen, kunnen ze personeelsleden vergoeden die actief zijn in monitoraten. Sommige hogescholen hebben al langer, met succes, echte monitoraten uitgebouwd voor studiebegeleiding. De studenten kunnen er zich komen testen aan de computer. Ze krijgen dan vragen op het scherm over een bepaald leerstofonderdeel. Die vragen zijn vooral gericht op inzicht, minder op geheugen. Als er een student met een probleem aanklopt, probeert de monitor altijd te peilen naar de oorzaak ervan : onvoldoende beheersing van de leerstof, hiaten in de voorkennis, een manke studiemethode enzovoort. Met studenten die moeilijk studeren, sluiten sommige monitoraten een contract af. Zowat een stok achter de deur eigenlijk.

In andere hogescholen doen mentoren aan team-building en fungeren als coach van hun groep. Zij informeren, motiveren en stimuleren.

AFHAKEN.

Studiebegeleiding aan de universiteit is niet zo evident. De begeleiders klagen dat ze te weinig studenten over de drempel zien komen. En dan zijn het meestal de betere studenten die het monitoraat opzoeken. De verhalen over het grote aantal gezakten kent iedereen. Toch blijkt het rendement van het Vlaamse universitair onderwijs beduidend hoger te zijn dan we meestal veronderstellen. Van de studenten die zich voor de eerste keer inschrijven in een eerste jaar van een universiteit (generatiestudenten), slaagt 45,2 procent tijdens dat eerste jaar. Wanneer we hieraan de studenten toevoegen die slagen na éénmaal bissen, stijgt het slaagpercentage tot 63,7 procent. En tellen we ook de trissers erbij, komen we tot 66,2 procent geslaagden. Dat staat in een studie van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (Vlir). De onderzoeksgegevens hebben betrekking op de academiejaren ’89-’90 tot en met ’92-’93.

Er is een groot verschil in de slaagpercentages van de generatiestudenten. Dit percentage hangt af van de leeftijd waarop ze de universitaire studie beginnen. Achttienjarigen doen het beduidend beter dan de globale groep. Zonder bissen bedraagt hun slaagpercentage 50,3 procent. Bij negentienjarigen ligt dat bij een eerste poging al beduidend lager (27,4 procent).

De onderzoekers ramen het aantal studenten die al in de loop van het academiejaar afhaken of beslissen niet deel te nemen aan de examens op tien procent. Als we deze groep niet meerekenen, stijgt het slaagpercentage van de hele groep tot ongeveer 50 procent. Hierbij werd dan nog geen rekening gehouden met degenen die om allerlei redenen, zoals sociale druk en kinderbijslag, wel deelnemen aan examens maar zichzelf geen kans op slagen geven.

Na maximum vier jaar na het begin van de studie behaalt 60,9 procent van een groep generatiestudenten een diploma van de eerste cyclus (kandidaturen). Ongetwijfeld slaagt een deel van de studenten, die afhaken of niet slagen aan een Vlaamse universiteit, nadien toch in een hogeschoolopleiding. Hun aantal is niet bekend.

In de tweede kandidatuur is het totale slaagcijfer 77,2 procent. De achttienjarigen die rechtstreeks uit het secundair onderwijs de universiteit binnenkomen en onmiddellijk slagen in de eerste kandidatuur, hebben in de tweede kandidatuur een globaal slaagpercentage van maar liefst 87 procent.

De vrouwelijke generatiestudenten doen het beter dan de mannelijke. In de eerste kandidatuur slaagt 46,5 procent van de vrouwen en 43,8 procent van de mannen. Van de buitenlandse studenten slaagt 25,3 procent zonder bissen in het eerste jaar.

Studievertraging en een zeker aandeel mislukkingen vormen tot op zekere hoogte de prijs van een grote keuzevrijheid en van de open toegang tot hoger onderwijs.

G.D.M.

Wie verveeld zit met een manke studiemethode, kan steeds bij een monitor terecht.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content