We hoeven geen nieuwe gsm en we wachten nog even met een nieuwe pc, maar we hebben wel geld om uit te geven aan andere elektronica. Een verslag vanop CES, de grootste elektronicavakbeurs ter wereld.

Terwijl de pc-industrie zware klappen krijgt, doet de consumentenelektronica het beter dan ooit. Dat klinkt onwaarschijnlijk in tijden van technodepressie, maar het klopt wel degelijk. ‘In 2002 hebben we een omzet gehaald van 96,225 miljard dollar, een stijging van 3,7 procent in vergelijking met 2001’, aldus Gary Shapiro, algemeen directeur van de Amerikaanse Consumer Electronics Association (CEA). De resultaten van 2002 overtreffen zelfs die van het vorige recordjaar, 2000, toen de teller afsloeg op iets meer dan 95 miljard dollar in de VS.

Die stijging vertaalt zich in een groei van de door CEA georganiseerde Consumer Electronics Show (CES) in Las Vegas, met ruim 2200 exposanten en 115.000 bezoekers ’s werelds grootste vakbeurs in zijn soort. ‘The consumer electronics industry is recession proof’, zo luidt het op CES. Cijfers liegen niet, ze kunnen echter wel nuances verbergen. De groei van 3,7 procent spreidt zich namelijk niet uit over de hele industrie. Zo wordt op CES discreet gezwegen over de tegenvallende verkoop van gsm’s, audio- en videosystemen. Dat verlies wordt ruimschoots gecompenseerd door het succes van games, digitale fotografie en dvd.

Drie jaar geleden leefde je een eeuw vooruit als je een dvd-speler in de woonkamer had staan, vandaag ben je een relikwie uit de twintigste eeuw als je nog níét bent overgeschakeld op het digitale formaat. De trend wijst zowaar al in de richting van twee of drie dvd-spelers per gezin: eentje in de woonkamer, eentje in de slaapkamer en eventueel nog eentje in de kamer van zoon of dochterlief. Al heeft die wellicht al een dvd- drive in de computer zitten. De verkoop van software én hardware, van dvd-films én dvd-spelers, loopt als een trein. En het lijkt er alleen maar beter op te worden, nu de prijs van dvd-recorders, waarmee je dus ook films en tv-programma’s kunt opnemen, tot een consumentvriendelijk niveau is gedaald. Die prijsdaling, dertig procent in één jaar tijd, zet zich trouwens door.

Verschillende producenten rusten hun recorders nu ook uit met een harde schijf, wat het makkelijker maakt om video tijdelijk te bewaren. Een filmarchief aanleggen op die harde schijf zit er (voorlopig) evenwel niet in: een langspeelfilm neemt verschillende gigabytes in beslag, na een tiental opnamebeurten staat een harde schijf van 40 gigabyte dus helemaal vol.

De grootste belemmering voor succes is de strijd tussen grote producenten om een technische standaard: Panasonic wil DVD-RAM als industriestandaard, Pioneer zweert bij DVD-RW, Philips wil niet wijken van DVD+RW. Elektronicagigant Sony heeft zich nog niet uitgesproken voor een van de drie formaten. Die formaten hebben overigens grotendeels dezelfde functionaliteiten, ze zijn alleen niet compatibel. En een gouden regel luidt: de consument aanvaardt slechts één standaard. Het bewijs werd geleverd tijdens de vorige oorlog in de videomarkt, tussen VHS en Betamax. Eén type (VHS) overwon, het andere (Betamax) stierf een stille dood. Die vergelijking klopt echter niet, vindt Panasonic. VHS en Betamax waren namelijk volledig incompatibel, terwijl een voorbespeeld dvd-filmschijfje zonder problemen draait op verschillende spelers. En dus heeft de consument helemaal geen last van de oorlog. Iedereen gelukkig? Ja, maar Panasonic gooit olie op het vuur door uit te pakken met Blu-Ray, zeg maar de dvd van de volgende generatie. Die maakt gebruik van een speciale blauwe lasertechnologie, met als resultaat dat schijfjes een opslagcapaciteit halen van 27 gigabyte in plaats van de huidige 4,7 gigabyte. Méér films op één schijfje? Een nog hogere beeldkwaliteit? Klinkt mooi, ware het niet dat je een nieuw type van speler/recorder moet aanschaffen. En dus zal Blu-Ray wellicht nog even in de kast blijven zitten.

PLASMA-TV

Kan het succes van dvd ook de verkoop van grootbeeldtelevisies en plasma-tv’s vooruitstuwen? De producenten van die toestellen hadden veel verwacht van digitale tv (HDTV), maar daar zitten we met z’n allen nog steeds op te wachten. Als we een HDTV-toestel kopen, dan vooral om dvd-films te kunnen afspelen. De trend in de tv-markt is in ieder geval: groter en platter. Optoma Technology uit California haalt met zijn RD65, die een diagonale schermgrootte heeft van 65 inch, een wereldrecord als grootste projectietelevisietoestel. De iets kleinere RD50 (50 inch) mag zich dan weer de dunste in zijn soort noemen. En zo slaagt een relatief onbekend bedrijf uit California erin om de groten een stapje voor te zijn. Als de prijzenslag onder druk van enkele Chinese merken nog enige tijd aanhoudt, kunnen we ons straks misschien zelfs zo’n kast veroorloven.

Stond dvd vorige maand bovenaan op de kerstlijstjes, dan bekleedde de digitale fotocamera een eervolle tweede plaats. De verkoop van digitale camera’s steeg in 2002 met om en bij de 25 procent, mede dankzij aanhoudende prijsdalingen. Het feit dat een instapmodel vandaag minder dan 250 euro kost, maakt precies dat we er de kerstman om durven te vragen. Een theorie die we trouwens maar snel aan de kant zullen schuiven, want het zijn níét die instapmodellen die voor de goede omzetcijfers zorgen, wél de iets duurdere 2-megapixeltoestellen. Wat aangeeft dat de consument niet alleen beslist op basis van prijs, maar evenzeer op basis van beeld- resolutie (2 megapixel staat gelijk aan 2 miljoen beeldpunten) oftewel kwaliteit. Vandaar ook dat de grote producenten dit jaar een doorbraak van 3- en zelfs 4-megapixeltoestellen voorspellen. Ondertussen laten kopers zich wel gek maken door de cijfers. De resolutiewaarde van een digitale camera is immers niet heiligmakend. Als het de bedoeling is om hoogwaardige afdrukken te maken op fotopapier, is 4 megapixel beter dan 3; voor een mooi geïllustreerde website heb je echter aan 1 megapixel meer dan genoeg.

Al dat gedoe om cijfers leidt de aandacht trouwens af van een belangrijkere parameter: de levensduur van de batterij. Misschien wel de grootste kopzorg bij producenten van draagbare elektronica, niet alleen digitale camera’s, maar ook bijvoorbeeld gsm’s. ‘Er worden prachtige applicaties ontwikkeld voor mobiele telefoons, maar de pret zou wel eens van korte duur kunnen zijn’, aldus Brian Gratch van het consultancybureau Gratch & Associates. ‘Foto’s nemen met je gsm en die beelden vervolgens via mms (de multimediale versie van sms) versturen, dat vreet aan je batterij. En de technische ontwikkelingen in die markt zijn niet van dien aard dat het probleem morgen opgelost zal zijn.’

Moeten de operatoren en gsm-producenten hun verwachtingen dringend bijstellen? Heeft Samsung, dat van alle gsm-producenten op CES de beste indruk maakt met enkele toptoestellen met prachtige features (camera, beweegbaar display enz.), het dan helemaal mis? Niet noodzakelijk, meent Gratch, maar producenten moeten wel beter hun best doen om te achterhalen welke applicaties zullen scoren bij jongeren. Bij de jeugd ligt namelijk de sleutel tot succes. Hij verwijst daarbij niet eens naar het totaal onverwachte succes van sms bij jongeren (oorspronkelijk bedoeld voor zakenlui), maar stelt meer algemeen dat jongeren de stuwende kracht zijn voor nieuwe technologieën. ‘De gsm-producenten stellen wel zogenaamde focus groups samen van jongeren die een nieuw product mogen testen, maar ze pakken dat totaal verkeerd aan. Ze stoppen die jongeren samen in een kamer met een nieuw toestel en vragen hen: vinden jullie dit een leuke technologie? En al die jongeren zeggen: ja. Waarop de producent vraagt: zouden jullie willen betalen voor deze technologie? Waarop de jongeren opnieuw: ja. Maar dat wil nog niet zeggen dat ze ook effectief zúllen betalen. Voor hetzelfde geld hopen ze gewoon dat ze aan het einde van het onderzoek zo’n toestel gratis mee naar huis krijgen.’

Craig Barrett, de CEO van chipproducent Intel, erkent het belang van de jeugd. Hij ziet echter geen reden tot pessimisme. ‘Als ik merk hoe snel jongeren nieuwe technologieën oppikken, ben ik hoopvol voor onze toekomst.’ Een andere onontgonnen doelgroep is – jawel – de vrouw. ‘Vrouwen zijn direct betrokken bij 75 procent van de technologie-aankopen in het gezin’, aldus directeur Gary Shapiro van CEA. ‘Het gaat dus niet meer op om te spreken over toys for boys.‘ Mannen kunnen een zucht van verlichting slaan.

Het onvermogen om de wensen en verwachtingen van de consument in te schatten, maakt dat de industrie het risico loopt om voor elk succesproduct een miskleun ter wereld te brengen. Intel-baas Barrett bekijkt het opnieuw iets optimistischer: ‘De geschiedenis leert me dat technologie soms een verwachte en soms een onverwachte impact heeft op de mens. De overgang van bedrade naar draadloze telefonie, bijvoorbeeld, gebeurt volgens de verwachtingen. Dat noem ik een evolutionaire technologie. De impact van de radio, de tv en de computer was echter onverwacht, revolutionair.’

digitale levensstijl

Los van zulke bespiegelingen, is de gehele industrie het over één grote trend eens: de toekomst wordt draadloos en geconnecteerd. De ene producent concentreert zich in zijn discours op alles wat ‘wireless’ aangaat, de ander richt zich vooral op het ‘netwerk’-element, maar ze zitten allemaal op dezelfde lijn. En ze verpakken hun visie graag in catchy concepten. Sony heeft het over een ‘ Ubiquitous (alomtegenwoordig) Value Network’, Philips bundelt zijn ideeën onder de noemer ‘ Connected Home’, het doel van Intel is ‘ Unwiring the Consumer’, Dell spreekt over een ‘ Net- worked Digital Lifestyle’, Microsoft heeft een heuse ‘ eHome Division‘ opgericht.

Het moet allemaal uitmonden in een digitale levensstijl waarbij je niet alleen tv-programma’s maar ook dvd-films in alle kamers van het huis en op alle mogelijke apparaten kan bekijken, waarbij je tv-toestel op basis van je voorkeuren zelf programma’s en films opneemt en een aanbod-op-maat samenstelt, waarbij het internet meer dan ooit kan worden gebruikt als bron van muziek en video, waarbij je e-mails stuurt via je gsm, die ondertussen de instructie geeft om het bad te laten vollopen, waarbij foto’s van een digitale camera of gsm draadloos kunnen worden overgebracht naar de pc, naar het televisietoestel of naar de mailbox van oma en opa, waarbij je wekker ’s ochtends de agenda van de dag overloopt, eventuele files meldt en met- een een alternatieve route voorstelt, waarbij verlichting en verwarming en alarmsysteem en tuinsproeier kunnen worden bediend via een centrale computereenheid die al dan niet draadloze vertakkingen heeft in het huis, kortom waarbij alle mogelijke intelligente elektronische apparaten met elkaar worden verbonden. Het resultaat van een verregaande convergentie van technologieën en ontwikke- lingen, zoals digitale televisie, video-on- demand, breedband, draadloze netwerk- verbindingen als Bluetooth en Wi-Fi…

BREEDBANDVERBINDING

Waarom per se draadloos? Omdat kabels lelijk zijn en in de weg liggen. Een van de belangrijkste vereisten voor het creëren van een allesomvattend computer-, communicatie- en entertainmentthuisnetwerk is ongetwijfeld breedband. Of je nu verbonden bent met het internet of werkt in een gesloten netwerk, het wordt pas leuk als je data – video, audio, foto’s, tekst – met hoge snelheid over het netwerk kunt transporteren. Michael Dell, niet snel geneigd tot een gewaagde uitspraak: ‘Als je geen breedbandverbinding hebt, is dat… echt wel jammer.’ Heb je wél zo’n verbinding, samen met een PDA of pc (liefst van Dell, natuurlijk) met netwerk- en multimediamogelijkheden, dan wordt nagenoeg alles mogelijk. Of zoals Roger McGuinn, voormalig voorman van sixties-popgroep The Byrds en tegenwoordig tegen betaling een Dell-fan, het uitdrukt: ‘Mijn computer is zoals een Zwitsers zakmes.’

Nuance: een Zwitsers zakmes behoeft geen software en zal dus nooit crashen. Bill Gates gelooft niettemin in het ultieme gebruiksgemak van technologie onder de vorm van Universal Plug & Play en Sony-topman Kunitake Ando belooft zelfs audio- en videoapparaten die zichzelf configureren in een netwerk en volledig autonoom upgrades installeren. Zover zijn we echter nog lang niet. ‘De convergentie tussen computing en communicatie begint nog maar pas’, meent Craig Barrett. ‘In de nabije toekomst wordt elk computerapparaat ook een communicatietoestel en vice versa.’ Voor Sony, naast elektronicaproducent ook een groot filmhuis ( Spider-Man, Men In Black, Charlie’s Angels) en platenmultinational (Michael Jackson, Bruce Springsteen, Fatboy Slim), staan computing en communicatie in het teken van entertainment. (Een van de blikvangers op CES is overigens Sony’s allereerste dvd handycam camcorder). Hoe dan ook, de visie van Ando sluit naadloos en draadloos aan bij die van Barrett.

Een belangrijke onbeantwoorde vraag blijft wel nog: welk apparaat stuurt alle computing-, communicatie- en entertainmentactiviteiten in huis? Sony kiest resoluut voor de tv, vanwege de band van vertrouwen die de consument met het toestel heeft. Ando spreekt zowaar van ‘de wedergeboorte van de televisie’. ‘In 1989 werd de dood van de tv aangekondigd. Het toestel zou worden verdrongen door de pc. Niets is minder waar. Ik durf zelfs zeggen dat de tv nog maar net zijn kindertijd is ontgroeid.’ Michael Dell kiest om begrijpelijke redenen voor de pc als centrale besturingseenheid. Craig Barrett noemt de discussie irrelevant. De connectiviteitstrend wordt gestuurd door de grote spelers in de computer- en elektronica-industrie, maar trekt ook kleine bedrijven aan, die bepaalde zwakke schakels in de keten willen verbeteren. Het Amerikaanse Scientia Technologies heeft een technologie ontwikkeld onder de naam Plexus, die je in staat stelt om zelf een universal remote control te configureren, een afstandsbediening waarmee je verschillende apparaten kan bedienen. Zulke toestellen bestaan al in vereenvoudigde versie, maar die zijn niet opgewassen tegen de veelvoud van apparaten die we de komende jaren in huis zullen halen en de complexiteit van hun programmatuur. NextBend, een andere dwerg tussen de reuzen, gelooft niet in het Zwitsers-zakmesprincipe van Roger McGuinn en ontwikkelt daarom ‘modulaire computers’.

Connectiviteit creëert een ‘keten van technologieën’ in huis. Klinkt prachtig, maar wat als een van de technologieën in die keten breekt? En je als leek niet met- een weet wélke link in de keten? Dan ben je verplicht om professionele en dure hulp in te roepen voor een probleem dat misschien in twee minuten is opgelost. Die ellende doet zich nu al voor met de pc, de vraag is of we iets gelijksoortigs aan de hand willen hebben als we onze tv upgraden tot een centrale entertainment- en communicatie-server.

En hoe zit het met de veiligheid van zo’n netwerk? Het is nu al uitkijken naar een Hollywoodfilm over een hacker die zich via het internet een weg baant naar de slaapkamer van een onschuldig koppel en er hartje zomer de verwarming helemaal opendraait. Bijvoorbeeld. Het aspect veiligheid is trouwens nog veel acuter als het gaat om een draadloos netwerk, dat handige Harry’s zonder veel moeite binnendringen via een laptop als ze voor de deur staan geparkeerd. Er wordt dan wel volop gewerkt aan geavanceerde beveiligingsmechanismen, de ervaring met het internet heeft geleerd dat het altijd een spel van kat en muis zal blijven. Stof genoeg voor een volgende en nog drukker bezochte CES.

Bart Vandormael

De grootste belemmering voor succes is de strijd tussen de grote dvd-producenten om een technische standaard.

Vrouwen zijn direct betrokken bij 75 procent van de technologie-aankopen in het gezin.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content