Stijn Tormans

Hij was de man die de Leuvense studenten film liet kijken. Maar hij was ook de eigenaar van de kleinste (of in elk geval toch de smalste) cinema van het land: het Studioke. Hij had er natuurlijk nog andere, maar toch was dat Studioke in de Brabaçonnestraat in Leuven iets speciaals. Amper een paar meter breed – zowel voor publiek als voor film was het dringen. En toch had het wel wat: cinema op z’n smalst.

Af en toe zat Jan Rastelli zelf in het Studioke. Klein van gestalte, maar een flamboyante verschijning. Niemand die hem níét gezien had. Hij zat altijd op de eerste rij. Naar eigen zeggen ‘om het magische moment van de cinema optimaal te voelen’: de lichten die doven, een andere werkelijkheid die begint – zo’n filmfreak was hij dus. Maar ook om naar het publiek achter hem te kijken – zo veel commerçant was hij ook.

Dat publiek achter hem werd almaar kleiner. In 2004 sloot het legendarische Studioke. Zes jaar later was dat ook het lot van de andere Studiozalen in Leuven, weliswaar na duizenden tegenstemmen op Facebook. Rastelli reageerde laconiek: ‘Als iedereen die nu op Facebook zegt dat hij de Studio zo hard zal missen, de afgelopen jaren twee keer per maand de bioscoop had bezocht, zou ik geen reden hebben om de deuren te sluiten.’ Op 3 januari 2010 eindigde 41 jaar Leuvense filmgeschiedenis. Met een vertoning van De Helaasheid der Dingen. Gevoel voor ironie heeft Jan Rastelli altijd gehad.

Hij was een telg van een filmdynastie. Zijn overgrootmoeder was met film begonnen. In de jaren tien van de vorige eeuw, zowat de wonderjaren van het medium, ontving ze rijzende cinema’s in haar danszaal. Daarna gaf ze het filmvirus door aan haar nazaten. Vader Jos deed nog een poging om geneeskunde te studeren, maar ook hij begon in de jaren vijftig met een filmzaal in Tervuren.

In 1968 richtte hij zijn pijlen ook op Leuven. Zijn specialiteit: de betere film. Rastelli bracht de nouvelle vague in Leuven.

‘Iedereen verklaarde hem zot’, zei zijn zoon Jan later tegen het blad Filmmagie, ‘want de zaal lag niet in het centrum.’ Maar het werd een succes. ‘Wij waren de eerste zaal in België die op elk uur een andere film had. Velen verkeerden in de waan dat ze de hele dag konden blijven zitten. Maar dat deden wij niet. Dat was een ware revolutie in de tijd waarin bioscopen nog doorlopende voorstellingen organiseerden.’

Cinema’s kwamen en gingen in Leuven, maar die van de Rastelli’s leken het eeuwige leven te hebben. Ook zoon Jan stapte in de zaak, werd al snel een bekend gezicht in Leuven. En daarbuiten, want het filmimperium van de Rastelli’s breidde uit. Ze vertoonden film in Geel, Diest, Brussel, Koksijde, Antwerpen…

Niet overal met evenveel succes. Intussen was Kinepolis uitgevonden en de concurrentie was moordend. Zelfs in Leuven vielen de verkoopcijfers op den duur tegen. ‘Studenten zijn geen cinefielen, wie zegt dat ze vandaag nog een groot deel van ons publiek vormen?’, zei Rastelli in hetzelfde interview. ‘Er is een publiek van de KU Leuven, de zwartjakkers: studenten psychologie, filosofie, talen. (…) Maar dat is een minoriteit! Alle exacte wetenschappen, dat boomt. Die mensen gaan echter niet naar arthousefilms maar naar actiefilms.’

Na de sluiting van de Studio’s in Leuven, trok Rastelli zich terug in zijn cinemazalen in Geel. Vorige week stopte zijn hart daar met kloppen. De familie Rastelli laat weten dat de filmzalen in Geel openblijven.

Stijn Tormans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content