Zijn cliënt Houssein Elouassaki kreeg op het Sharia4Belgium-proces 12 jaar effectief – evenveel als leider Fouad Belkacem. Een twijfelachtige eer voor een beklaagde die volgens zijn advocaat al twee jaar dood is. De Gentse pleiter Abderrahim Lahlali blikt terug op het terrorismeproces, en bereidt zich voor op het beroep: ‘We zullen zeker wijzen op de talloze onwaarheden en tegenstrijdigheden in de verklaringen van Jejoen Bontinck.’

De correctionele rechtbank van Antwerpen sprak vorige week een streng vonnis uit in het Sharia4Belgium-proces. De organisatie is geen onschuldige hobbyclub, oordeelden de rechters, maar een terroristische groepering. Leider Fouad Belkacem kreeg 12 jaar effectief, en ook zijn 44 medebeklaagden werden tot stevige celstraffen en geldboetes veroordeeld. De meeste straffen vielen bij verstek: 30 van de beklaagden zitten nog in Syrië of Irak. Kroongetuige Jejoen Bontinck kreeg als spijtoptant de lichtste sanctie: 40 maanden voorwaardelijk. Daarmee viel het doek over het eerste deel van een proces dat wereldwijd de aandacht trok. Het tweede bedrijf is al in de maak. Verscheidene advocaten kondigden meteen na de uitspraak aan dat ze in hoger beroep willen gaan. Een van hen is Abderrahim Lahlali, naast Walter Damen raadsman van Houssein (24) en Hakim (22) Elouassaki.

De Vilvoordse broers waren om uiteenlopende redenen afwezig op hun proces. Houssein, prominent Sharia4Belgium-lid, verdween in augustus 2013 in de buurt van Aleppo van de radar. Gesneuveld, volgens zijn advocaten. Hij heeft zijn eigen dood in scène gezet, oordeelde de rechtbank, die Houssein bij verstek veroordeelde tot 12 jaar. Hakim, die in april 2013 met een zware hoofdwonde uit Syrië terugkeerde en sindsdien in voorhechtenis zit, is de enige beklaagde die zijn vonnis nog niet kent. De rechtbank wacht met haar uitspraak op een psychiatrisch verslag over zijn geestelijke gezondheid. Om het allemaal extra ingewikkeld te maken: tegen beide broers loopt bij het federaal parket een afzonderlijk moordonderzoek. Samen met drie anderen werd Houssein Elouassaki door een medebeklaagde op het Sharia4Belgium-proces beschuldigd van betrokkenheid bij ontvoeringen en onthoofdingen. Hakim van zijn kant zou in Syrië eigenhandig een gijzelaar hebben neergeschoten – dat beweerde hij alvast zelf tijdens een telefoongesprek met Vilvoorde dat door de politie werd getapt.

Complexe dossiers zijn Abderrahim Lahlali (36) niet vreemd. De geboren Gentenaar brak door als advocaat van de Belgisch-Marokkaanse superterrorist Abdelkader Belliraj. Hij trad op in de geruchtmakende Louboutin-zaak tegen Vlaams Belang-politica Anke Van dermeersch en verdedigde Dyab Abou Jahjah op het proces tegen de extreemrechtse groepering Bloed, Bodem, Eer en Trouw. Lahlali, gemeenteraadslid voor de CD&V in Ronse, beleeft drukke tijden. Ook twee van de vier vermeende jihad-ronselaars die begin februari in Maaseik werden gearresteerd, hebben hem intussen als advocaat in de arm genomen.

Uw cliënt Houssein Elouassaki kreeg samen met Fouad Belkacem de zwaarste gevangenisstraf van alle beklaagden. Dat is opvallend, voor iemand die volgens de media dood is. Waarom hecht de rechtbank daar geen geloof aan?

ABDERRAHIMLAHLALI: Ze hebben de thesis van het Openbaar Ministerie gevolgd, dat het niet uitgesloten is dat hij zijn dood in scène heeft gezet om aan vervolging te ontsnappen. Onbegrijpelijk, want de aanwijzingen voor zijn overlijden stapelen zich op. De politie heeft al zijn telefoongesprekken vanuit Syrië naar België getapt. In augustus 2013 viel die communicatie abrupt stil – de periode waarin videobeelden van Housseins lijk opduiken. Zijn dood werd door verscheidene Syriëstrijders en ex-Syriëstrijders bevestigd, en ook Jejoen Bontinck heeft verklaard dat hij het lijk heeft gezien. Ik snap het niet. De verklaringen van Jejoen gaven de doorslag om verscheidene medebeklaagden te veroordelen. Waarom is hij dan ineens niet geloofwaardig als hij verklaart dat hij mijn cliënt dood heeft gezien? De rechtbank is niet consequent.

De situatie van de familie Elouassaki is absurd. Ondanks het harde vonnis moeten ze hopen dat de rechtbank gelijk heeft en dat hun zoon nog leeft.

LAHLALI: Het is voor de ouders heel dubbel. In september hebben we een procedure voor de Brusselse familierechter opgestart om het overlijden officieel vast te stellen. Het sleept helaas aan, we wachten zelfs nog op een inleidende zitting. Intussen zitten we met dit Antwerpse vonnis. Plaats u in de schoenen van die ouders: ze kunnen zelfs niet beginnen met het verwerken van hun verlies. De correctionele rechtbank heeft een groot risico genomen. Als de familierechter straks het overlijden vaststelt, wordt de veroordeling van mijn cliënt onwettig en moet het vonnis worden hervormd.

Sharia4Belgium is volgens de rechtbank een terroristische groepering. De club van Fouad Belkacem verheerlijkte de jihad, indoctrineerde jongeren, en ronselde vrijwilligers voor de gewapende strijd in Syrië. Wat valt daarop af te dingen?

LAHLALI: Dat Sharia4Belgium de jihad verheerlijkte, is een feit, Fouad Belkacem heeft dat trouwens nooit onder stoelen of banken gestopt. Maar een terroristische groepering? Ze hebben wat sms’en verstuurd, jihadistische videofilmpjes bekeken en sporttrainingen georganiseerd. Dat is waar. Maar dat volstaat niet om artikel 140 bis van het strafwetboek op het verspreiden van terroristische boodschappen in te roepen. Ik verwijs hier graag naar een recente uitspraak van het Grondwettelijk Hof, waarin staat dat artikel 140 bis als inperking van de vrijheid van meningsuiting met de grootst mogelijke terughoudendheid moet worden toegepast. Het verspreiden van een mening op zich kan nooit als terrorisme worden beschouwd, zelfs niet als uit die mening terroristische sympathieën zouden blijken.

Mogelijk, maar Sharia4Belgium werd niet alleen veroordeeld vanwege het liken van jihadistische Facebook-boodschappen. De organisatie heeft een belangrijke rol gespeeld bij het ron-selen van Syrië-strijders…

LAHLALI: Ik twijfel daaraan. Hebben Fouad Belkacem of andere leden vliegtuigtickets gekocht? Hebben ze jongeren naar de luchthaven gevoerd? Uit alle dossiers die ik kon inkijken, bleek dat de jongeren op eigen houtje zijn vertrokken. Ook mijn cliënt. Houssein Elouassaki was inderdaad lid van Sharia4Belgium, maar hij is in september 2012 moederziel alleen vertrokken, zonder ook maar iemand in zijn omgeving op de hoogte te brengen van zijn plannen. Weet u, ik heb in het proces tegen Bloed, Bodem, Eer en Trouw (BBET) gepleit. Vergeleken met Sharia4Belgium is BBET wel andere koek.

Oh ja?

LAHLALI: BBET vertoonde alle kenmerken van een terreurbeweging. De leden waren paramilitairen, ze hadden wapens waarmee ze ’s nachts in militaire kazernes gingen oefenen, tot het gooien van molotovcocktails toe. Sterker nog: ze hadden een manifest waarin hun terroristische bedoelingen zwart op wit geformuleerd stonden, plus een uitgewerkt draaiboek om hun objectieven te bereiken. Hun plan was Filip Dewinter en Dyab Abou Jahjah te ontvoeren en te vermoorden, om zo chaos te creëren en vervolgens een staatsgreep te plegen. Een klein clubje fantasten? Het was helemaal geen klein clubje. Naast de vijf hoofdbeklaagden kwamen er tientallen sympathisanten in beeld.

Ja, er was een parallel: zoals Sharia4Belgium banden had met Sharia4UK, zo onderhield BBET relaties met Blood & Honour. Maar daar houdt de gelijkenis op. Sharia4Belgium had geen wapens, en ook geen draaiboek voor aanslagen op Belgische bodem. Toch werd Fouad Belkacem veel strenger gestraft dan Thomas Boutens, de BBET-leider die vijf jaar kreeg waarvan één met uitstel. Die zware straf is bedenkelijk, zeker als je weet dat Belkacem als enige van alle beklaagden nooit een voet in Syrië heeft gezet. Het lijkt er sterk op dat de rechtbank de tijdgeest heeft laten meespelen, de algemene angst voor jihadistische terreur. Ik vrees voor een averechts effect. Dit vonnis zal de goeroereputatie van Belkacem alleen maar versterken. Ik heb al van heel wat gewone moslims reacties in die trant gehoord. Dat Belkacem extra zwaar werd gestraft omdat hij een publieke figuur is die compromisloos voor zijn – weliswaar door weinigen gedeelde – mening uitkomt.

Welke argumenten wilt u in beroep inroepen?

LAHLALI: We bestuderen onze opties nog, maar we zullen zeker wijzen op de vele perslekken die een eerlijk proces onmogelijk hebben gemaakt, en op de talloze onwaarheden en tegenstrijdigheden in de verklaringen van de zogenaamde kroongetuige. Want het is toch merkwaardig? Jejoen Bontinck beweert dat hij in Syrië geen militaire training heeft ondergaan. Meer nog, hij werd de hele tijd van zijn vrijheid beroofd, onder andere door mijn cliënt Houssein Elouassaki. Hoe valt dat te rijmen met zijn ontsnappingsverhaal? Bontick is naar eigen zeggen gedeserteerd toen hij, gewapend met een kalasjnikov, een wachtpost van de Islamitische Staat bemande. Hij zou gedurende twee dagen door Syrië zijn gereisd naar een stadje bij de Turkse grens, waar zijn vader hem heeft opgepikt. Het vervolg is al helemaal mysterieus. Bontick, die internationaal gezocht werd, mocht met zijn eigen paspoort ongehinderd Turkije binnen. Hij nam er een vliegtuig naar Nederland, een Schengenland dat hem ook al geen strobreed in de weg heeft gelegd. Zijn terugkeer naar België was een waar mediaspektakel. In zijn eerste interview met de VRT vertelde hij dat Sharia4Belgium niets met zijn Syriëavontuur te maken had. Niet onlogisch, want ze hadden hem daar buitengegooid, acht maanden voor zijn vertrek. Maar eens in voorhechtenis veranderde hij het geweer van schouder en schoof hij alle schuld in de schoenen van Belkacem.

Bedoelt u dat Jejoen Bontinck zich heeft laten manipuleren in ruil voor strafvermindering?

LAHLALI: Ik heb geen bewijzen, alleen vragen en grote twijfels. Hoe dan ook, ik denk niet dat dit vonnis de toetsing in beroep kan doorstaan. De correctionele rechtbank heeft een kunstgreep uitgehaald. Ziet u, heel wat van de beklaagden hadden geen band met Sharia4Belgium. Ze konden alleen worden vervolgd voor feiten die zich niet in België maar in Syrië, in volle oorlogsgebied, hebben afgespeeld. De jongeren zouden zich ginder hebben aangesloten bij Jabhat Al-Nusra en Magli Shura. Dan moet men hen logischerwijs als gewapende strijders beschouwen die onder het internationaal oorlogsrecht vallen. Maar dat is geen correctionele bevoegdheid meer, het is een assisenzaak die van het Openbaar Ministerie een veel sterkere bewijslast vergt. De correctionele rechtbank omzeilt dat allemaal door te poneren dat Jabat Al-Nusra en Magli Shura losse groeperingen zijn zonder centrale structuur, commando of tuchtreglement. In juridische zin impliceert dit dat de Belgische Syriëgangers geen gewapende strijders zijn, waardoor het oorlogsrecht niet van toepassing is. Daar is een precedent voor. Ook in het proces tegen de Groupe Islamique Combattant Marocainne (GICM) heeft het hof van beroep geoordeeld dat het oorlogsrecht niet van toepassing was. Ten onrechte, het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft het arrest om die reden vernietigd.

Het valt toch niet te ontkennen dat de charismatische Belkacem boter op het hoofd heeft? Hij heeft misschien geen vliegtickets gekocht of taxidiensten aangeboden, maar hij heeft wel het klimaat gecreëerd waarin vertrekken naar Syrië een heilige plicht leek.

LAHLALI: Alsof het zo simpel zou zijn. Oké, het valt niet uit te sluiten dat Sharia4Belgium bij sommigen het mentale proces om te vertrekken heeft vergemakkelijkt. Maar 90 procent van alle Syriëgangers heeft geen enkele band met Sharia4Belgium. Laten we ons toch maar de vraag stellen: hoe komt het dat België, en Vlaanderen in het bijzonder, koploper is qua Syriëgangers? Veertig vertrekkers per miljoen inwoners, geen enkel Europees land komt zelfs maar in de buurt. Is dat de schuld van Belkacem met zijn charisma? Dan moeten we naar Engeland kijken, waar Anjem Choudary rondloopt, de woordvoerder van Sharia4UK. Hij is jurist, theoloog en heeft nog tien keer meer charisma dan Belkacem. Toch zijn er vanuit Engeland vier keer minder jongeren naar Syrië vertrokken dan vanuit België. Hoe komt dat?

Zegt u het maar.

LAHLALI: Het is uiteraard complex, er is geen eenduidig antwoord. Maar ik heb intussen heel wat terugkeerders leren kennen, en je ziet opvallende patronen. Het gaat om jongeren die weinig of geen kennis hebben van de Koran of de jurisprudentie binnen de islam. Daarnaast zijn ze gedesillusioneerd in onze westerse samenleving. Ook al zijn ze hier geboren en getogen, ze zitten met het gevoel dat ze als moslim nooit aanvaard zullen worden. Kijk naar het hoofddoekenverbod. Of denk aan het patserbeleid in Antwerpen, dat jongeren met een migrantenachtergrond viseert die met dure wagens rondrijden. Bedacht door Patrick Janssens (SP.A), uitgevoerd door Bart De Wever (N-VA): stigmatisering over alle partijgrenzen heen. Onderschat ook niet de persoonlijke ervaringen. Achterstelling in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, racisme in het uitgangsleven of bij de zoektocht naar een huurwoning. En hoe vaak heb ik jongeren niet horen fulmineren tegen de hypocrisie van het Westen? Schermen met hoogdravende principes, maar de ogen sluiten voor de Israëlische massamoorden in Gaza. We leven niet op een eiland, dat houdt die gasten echt bezig.

We moeten het roer omgooien en jongeren helpen om zich in onze democratische rechtsstaat in te schakelen, in plaats van ze nog meer te vervreemden. Ik denk dat het Britse model van actief pluralisme een uitweg kan bieden. Lieven Boeve, de baas van het katholiek onderwijs, heeft alvast een stap in de goede richting gezet. Zijn oproep om het hoofddoekenverbod te laten vallen, kan ik alleen maar toejuichen.

Die oproep is slecht aangekomen bij heel wat katholieke schooldirecties. De Belgische steden zijn goed voorzien van moskeeën. Hoe valt de gebrekkige kennis van de islam dan te verklaren?

LAHLALI: De onprofessionele werking van onze moskeeën is een oud zeer, en het is vooral een gemiste kans. Imams zijn gezagsfiguren, ze kunnen een speerpunt zijn in de strijd tegen de jihadisering van moslimjongeren. Moskeeën moeten meer doen dan godsdienstonderricht geven, ze zijn het ideale platform om jongeren wegwijs te maken in de werking en de basisprincipes van een democratische rechtsstaat. Daar komt helaas weinig of niets van in huis, het is amateurisme troef. We moeten de moskeeën dringend empoweren. Vlaanderen telt veel te weinig erkende moskeeën. Doe daar iets aan, zodat ze eindelijk de middelen krijgen om een geloofwaardige rol te spelen.

Meer moskeeën erkennen? Moet de Moslimexecutieve zichzelf niet eerst als een functionerend orgaan heruitvinden?

LAHLALI: Dat is een flauw excuus, waar de Vlaamse regering zich achter verschuilt. Wallonië, dat met dezelfde Moslimexecutieve te maken heeft, telt veel meer erkende moskeeën. We moeten niet alleen meer moskeeën erkennen, er moet ook dringend een eigen imamopleiding komen. We hebben meer mensen nodig zoals Khalid Benhaddou, de imam van de grootste moskee van Gent. Amper 26 jaar, hier geboren en getogen, gerespecteerd door de hele gemeenschap. Iedere week leidt hij het vrijdaggebed voor honderden moslims van Maghrebijnse origine. In vloeiend Nederlands, maar ook in het Arabisch voor de ouderen van de eerste en de tweede generatie. Zijn invloed is enorm, jongeren luisteren naar zijn stem als ze met vragen zitten over hun geloof of over extremisme. Het kan toeval zijn, maar vanuit Gent is nog niemand naar Syrië vertrokken.

Dat komt onder meer omdat de Gentse migrantenpopulatie vooral uit Turken bestaat, meent burgemeester Termont (SP.A).

LAHLALI: Dat vond ik een schokkende uitspraak. Termont insinueert daarmee dat Gentse Turken beter geïntegreerd zijn dan de 5000 Gentenaars van Maghrebijnse origine. Het tegendeel is waar, door de bank genomen zijn Vlamingen met een Turkse achtergrond heel sterk op hun land van herkomst georiënteerd. Bij Vlamingen van Marokkaanse afkomst ligt dat anders, Marokko is het land waar ze in de zomer met vakantie gaan, maar daar stopt het ook. Ze willen hun leven hier opbouwen – wat misschien ook de verklaring is voor de integratieparadox die sommigen op het pad van de jihadisering zet. Ik wil Marion van San geen gelijk geven – de manier waarop ze causale verbanden legt, vind ik erg dubieus -, maar ze heeft een punt als ze zegt dat ook hoogopgeleiden vatbaar zijn voor radicalisering. Hoe harder men probeert om zich te integreren, hoe harder men het hoofd stoot tegen allerlei glazen plafonds. Daar komt verbittering van, en soms erger. Termont heeft zich intussen geëxcuseerd, het was een slip of the tongue. Ik wil hem graag geloven. Termont is geen burgemeester die polariseert, in tegenstelling tot zijn Vilvoordse collega en partijgenoot Hans Bonte.

Bonte wordt wel door het Witte Huis uitgenodigd als specialist in deradicalisering.

LAHLALI: Mijn cliënten op het Sharia4Belgiumproces komen uit Vilvoorde, ik heb daar de voorbije jaren heel wat contacten gelegd. Vilvoordse jongeren snappen niet waarom hun burgemeester in de media als de grote specialist op het vlak van deradicalisering wordt opgevoerd. Ze zijn nog altijd woedend omdat Bonte heeft verklaard dat bijna alle Syriëstrijders een crimineel verleden hebben, terwijl dat manifest onwaar is. In hun ogen is Bonte totaal ongeloofwaardig, een opportunist die zich alleen maar wil profileren. Ook Bart De Wever laat geen kans liggen om te polariseren, net zomin als Didier Reynders (MR). Zijn voorstel om Syriëstrijders hun Belgische nationaliteit te ontnemen, slaat alles. Reynders is niet dom, hij weet best dat zo’n maatregel onwettelijk is. Waarom lanceert hij het idee dan? Uit plat populisme, vrees ik. Verdeeldheid zaaien, dat kunnen we missen als kiespijn. We hebben politici nodig die verzoenende taal spreken. Zoals Bart Somers (Open VLD) in Mechelen, die is wel goed bezig.

U zit voor de CD&V in de gemeenteraad van Ronse, een kleine, niet bijster welvarende stad met een aanzienlijke minderheid van Maghrebijnse origine. Hebben jullie al jongeren naar Syrië zien vertrekken?

LAHLALI: Nee, en dat is wellicht geen toeval. We hebben een burgemeester die dicht bij zijn mensen staat, er is een krachtig middenveld, en de stad werkt voorbeeldig samen met de twee moskeeën.

U hebt als zoon van een analfabete moeder en een laaggeschoolde gastarbeider toch maar mooi rechten gestudeerd. Valt wel mee met die integratieparadox en het glazen plafond, denken we dan.

LAHLALI: Ik was de uitzondering op de regel, toch voor wat mijn generatie betreft. Op de lagere school was ik de op één na beste van mijn klas, maar ik kreeg van het PMS het advies om tso te volgen, want met mijn achtergrond was aso te hoog gegrepen. Gelukkig heb ik me laten overtuigen door Mohamed El Omari, een oudere vriend die zich een weg naar het aso had gebaand. Zes jaar later heeft het scenario zich herhaald. Ik wilde naar de hogeschool, de universiteit leek totaal onbereikbaar voor iemand als ik. Mohamed heeft me letterlijk naar het rectoraat gesleurd om me in te schrijven. Rechten, de richting die hij zelf had gekozen – hij is intussen al jarenlang voorzitter van de vzw Divers & Actief. Ik ben hem erg dankbaar. Maar het zou niet mogen dat je toekomst in de maatschappij van toevallige ontmoetingen afhangt.

DOOR ERIK RASPOET, FOTO’S YANN BERTRAND

‘Ik heb in het proces tegen Bloed, Bodem, Eer en Trouw gepleit. Vergeleken met Sharia4Belgium is BBET wel andere koek.’

‘Het lijkt er sterk op dat de rechtbank de tijdgeest heeft laten meespelen, de algemene angst voor jihadistische terreur. Ik vrees voor een averechts effect.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content