Het bonobo-onderzoek in Zaïre kadert in een wetenschappelijk project van de Antwerpse zoo.

Het waarnemingswerk van Ellen Van Krunkelsven en Jef Dupain in de Zaïrese Evenaarsprovincie vormt een onderdeel van een onderzoeksprogramma van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde zeg maar de zoo van Antwerpen. Het wordt wetenschappelijk begeleid door professor Rudi Verheyen van de Universiteit Antwerpen, en financieel gesteund door de Kredietbank. Drie jaar lang droeg de bank van hier telkens driekwart miljoen frank bij voor de werkingskosten van het project. Nuttig besteed geld. De Belgische ambassade in Kinshasa, blij met elk positief initiatief inzake Zaïre, zorgt voor logistieke steun.

In zijn domein van Planckendael huist de zoo een groep bonobo’s die intensief bestudeerd wordt. Projectleider Linda Van Elsacker : ?De zoo spitst er zich hoe langer hoe meer op toe de mensen bewust te maken van het feit dat het niet voldoende is om naar dieren in een park te komen kijken, maar dat er moet worden gedacht aan het garanderen van de overleving van dieren in de natuur. Het leek ons daarom interessant om de bonobo in zijn natuurlijke leefomgeving te gaan bestuderen. We doen al jaren intensieve waarnemingen van het gedrag van de dieren in Planckendael. Het is de bedoeling dat we onze expertise naar Zaïre overdragen om meer te leren over het gedrag van de bonobo in natuurlijke omstandigheden.”

Van Elsacker maakt zich geen zorgen over de mogelijkheid dat haar medewerkers in het veld dingen zouden zien die volledig afwijken van wat er in Planckendael wordt geobserveerd. ?De eerste gegevens zijn veelbelovend. Vele geluiden die we in Planckendael horen, bijvoorbeeld van dieren die elkaar plagen, worden in vergelijkbare omstandigheden in het veld geregistreerd. Het is veeleer zo dat de condities van Planckendael richting geven aan de waarnemingen in het veld, die in moeilijke omstandigheden gebeuren. Anderzijds ontwikkelen we in Planckendael methodes, bijvoorbeeld om hormonen in meststalen op te sporen, die ook voor stalen uit het veld nuttig zullen zijn. Het wordt een wisselwerking tussen twee types onderzoek, die moet leiden tot een beter begrijpen en een beter beschermen van de bonobo.”

Er zijn grote plannen voor het veldwerk in Zaïre. Van Elsacker streeft naar een project met een zo permanent mogelijk karakter. Nu er een min of meer definitieve plaats is gekozen, en de eerste logistieke problemen zijn opgelost, kan worden overwogen om geregeld wetenschappers ook studenten voor kortere projecten het woud in te sturen. Er wordt al hardop gedroomd van veldstudies van nog een soort waarvoor de Antwerpse zoo expertise kan inbrengen : de geheimzinnige kongopauw, waarvan bijna niets bekend is.

?We denken ook aan antropologisch werk,” zegt Van Elsacker. ?Er is al het idee geopperd om aan de hand van waarnemingen gecombineerd met het nemen van genetische vingerafdrukken, de verwantschappen tussen de Mongo’s in de kleine nederzettingen in het woud te onderzoeken. Het is in ieder geval van het grootste belang dat de aanwezigheid van westerse wetenschappers en bewust geworden lokale mensen ervoor kan zorgen dat de bonobo niet overal wordt uitgeroeid. Ondertussen moeten we op andere niveaus ijveren voor maatregelen om een substantieel deel van het woud als natuurreservaat te beschermen en te laten bewaken. Als we daarin slagen, zullen we kunnen zeggen dat de zoo nuttig werk heeft verricht in de bescherming van een diersoort uit zijn collectie waar hij terecht trots op is.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content